Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het vonnis in kort geding van 10 oktober 2019 (in de incidenten);
- het verzoek van de zijde van Loostad d.d. 18 oktober 2019 om haar toe te staan (tussentijds) hoger beroep in te stellen van het vonnis in kort geding van 10 oktober 2019;
- de reactie van de zijde van de Gemeente d.d. 18 oktober 2019 op het verzoek van Loostad d.d. 18 oktober 2019;
- de reactie van de zijde van Dura Vermeer d.d. 21 oktober 2019 op het verzoek van Loostad d.d. 18 oktober 2019;
- het mailbericht d.d. 22 oktober 2019 van de griffie van deze rechtbank, waarin op verzoek van de voorzieningenrechter aan (de advocaten van) partijen is meegedeeld dat de toestemming om van het vonnis van 10 oktober 2019 in hoger beroep te gaan, is geweigerd;
- de voortgezette mondelinge behandeling (in de hoofdzaak in kort geding)
- de pleitnota’s van partijen, waarbij aan Dura Vermeer zowel van de zijde van Loostad als de Gemeente ter wille van geheimhouding een aangepaste versie is verstrekt;
- de akte weerlegging feitelijke onjuistheden pleitnota Gemeente Zwolle van de zijde van Loostad;
- de antwoordakte van de Gemeente, waarbij aan Dura Vermeer ter wille van geheimhouding een aangepaste versie is verstrekt;
- de antwoordakte van Dura Vermeer.
2.In de hoofdzaak in kort geding
Waarvan kan worden uitgegaan
- bespreken met de Winkeliersvereniging en de reactie voorzien van een toelichting;
- het advies/de reactie beoordelen en daar waar wenselijk en/of relevant (een deel van) het advies/de reactie overnemen in de Nota van Inlichtingen; en
- indien nodig komen tot aanpassing van de criteria en/of in de definitieve Aanbestedingsleidraad.
- bespreken met de Corporaties en de reactie voorzien van een toelichting;
- het advies/de reactie beoordelen en daar waar wenselijk en/of relevant (een
- deel van) het advies/de reactie overnemen in de Nota van Inlichtingen; en
- indien nodig komen tot aanpassing van de criteria en/of de definitieve
- Geeft de Inschrijver een duidelijk inzicht in zijn afwegingen?
- Zit er een duidelijke logica/gedachte achter de gemaakte keuzes?
- Toont de Inschrijver zich bewust van eventuele nadelen van zijn keuzes en licht hij toe waarom de voordelen van zijn keuzes tegen die nadelen opwegen?
8 juli 2019 is ingetrokken;
8 juli 2019 is ingetrokken;
20 dagen na ontvangst van de uitslag van de herbeoordeling inclusief deugdelijke motivering, ongebruikt is verstreken en hangende een eventueel door Loostad aanhangig te maken kort geding;
Dura Vermeer, voor zover de Gemeente de opdracht nog wenst te gunnen en Loostad, voor zover nodig, te gebieden te gehengen en te gedogen dat de opdracht waarvoor thans een voornemen tot gunning aan Dura Vermeer is geuit, aan
Dura Vermeer wordt gegund;
EMVI-criterium (en dus voor de beoordeling van de inschrijvingen scores heeft toegekend en op basis van die scores een rangschikking heeft gemaakt) het voor de hand ligt dat de scores en relatieve positie ten opzichte van de “winnaar” worden verstrekt, als onderbouwing van de gunningsbeslissing. De precieze invulling hangt af van de omstandigheden van het geval, maar de relevante redenen kunnen - nog steeds blijkens de wetsgeschiedenis - onder meer de volgende elementen bevatten:
- bekendmaking van de eindscores, zowel van de afgewezen inschrijver als van de “winnaar”;
- de scores van de afgewezen inschrijver op specifieke kenmerken en de reden waarom op een specifiek kenmerk eventueel niet de maximale score is toegekend;
- verduidelijking van de toepassing van de gehanteerde criteria bij gunning volgens het EMVI-criterium.
de beoordelingssystematiek
beoordelingscriteria(I1 tot en met I5), dat er per beoordelingscriterium bijbehorende
beoordelingsaspectenzijn en dat er
per beoordelingscriterium(een maximaal aantal) punten kunnen worden behaald. Uit het antwoord op vraag 34 uit de NvI volgt ook dat er geen puntenverdeling over de afzonderlijke beoordelingsaspecten plaatsvindt en dat de punten integraal per beoordelingscriterium worden toegekend.
nodig - aandacht geschonken aan de relevante specifieke beoordelingsaspecten, zowel in positieve als in negatieve zin.
alle(maar liefst 54) beoordelingsaspecten en dat zij per individueel beoordelingsaspect motiveert waarom er al dan niet aan is voldaan. Uit de AW 2012, ARW 2016, dan wel de Aanbestedingsleidraad volgt niet dat de Gemeente daartoe kan worden verplicht.
Kennelijke fouten in de beoordeling dan wel een onjuiste waardering
Dura Vermeer in de gelegenheid zijn gesteld om desgewenst nog weer op die akte te reageren. Partijen hebben hiervan achtereenvolgens gebruik gemaakt.
13 maart 2019 is de voorzieningenrechter van oordeel dat de Gemeente de inhoud hiervan op goede gronden buiten beschouwing heeft mogen laten. Dit eenvoudigweg omdat de inlichtingentermijn al was verstreken. Van een (potentiële) inschrijver mag worden verwacht dat hij zich pro-actief opstelt bij het naar voren brengen van bezwaren, vragen en onduidelijkheden en deze tijdig aan de orde stelt.
co-creatie (door Loostad omschreven als een unieke digitale tool waarin alle (technische) partijen hun input leveren, zodat grote datastromen worden gekoppeld) en dat zij dit als een innovatie naar voren heeft gebracht. Gelet op de in de inschrijving opgenomen “Planning op hoofdlijnen” is het begrijpelijk dat de Gemeente in haar beoordeling heeft meegewogen dat de co-creatie is gepland in de zomervakantie. De sessies staan immers gepland in de periode juli/augustus 2020. Bovendien is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat hetgeen Loostad in het kader van de door haar voorgestelde innovaties op dit subgunningscriterium, mede in het licht van door de Gemeente nadere toelichting op haar movering hieromtrent, niet kan leiden tot de conclusie dat de Gemeente Loostand ten onrechte op dit onderdeel een hogere waardering/score heeft onthouden.
Dura Vermeer, brengt voormelde beslissing mee dat Dura Vermeer geen belang (meer) heeft bij toewijzing van het door haar gevorderde, zodat dit zal worden afgewezen.
in de hoofdzaak
€ 639,-- aan griffierecht en € 4.000,-- aan salaris van de advocaat.
Incidenten
3.De beslissing
Dura Vermeer op € 3.639,--, waarvan € 3.000,-- aan salaris advocaat en € 639,-- aan griffierecht;