ECLI:NL:RBOVE:2019:452

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 februari 2019
Publicatiedatum
8 februari 2019
Zaaknummer
08/770158-18 en 08/770283-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 19-jarige voor beroving en verboden wapenbezit in Almelo

Op 8 februari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 19-jarige verdachte, die werd beschuldigd van beroving en verboden wapenbezit. De verdachte had het slachtoffer gelokt via de datingapp Lavoo en hem vervolgens bedreigd met een honkbalknuppel en een boksbeugel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met een ander, het slachtoffer op 23 april 2018 in Almelo had beroofd van zijn mobiele telefoon, tablet, paspoort, rijbewijs en geld. De verdachte werd ook beschuldigd van het voorhanden hebben van verboden wapens, waaronder een vlindermes en een busje traangas, op 19 juni 2018.

De rechtbank paste het jeugdstrafrecht toe, gezien de leeftijd en de zwakbegaafdheid van de verdachte. Hij werd veroordeeld tot 198 dagen jeugddetentie, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast kreeg hij een leerstraf van 40 uur opgelegd. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en er werd geadviseerd om hem te begeleiden door de William Schrikker Groep. De rechtbank benadrukte de impact van de gewelddadige beroving op het slachtoffer en de noodzaak om de verdachte te begeleiden om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/770158-18 en 08/770283-18 (ter zitting gevoegd) (P)
Datum vonnis: 8 februari 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 januari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. Guest en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. A.J.M. Bommer, advocaat te Rotterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08/770158-18:op 23 april 2018 samen met een ander, [slachtoffer] naar een afgelegen plaats heeft gelokt en hem daar heeft beroofd;
parketnummer 08/770283-18:op 19 juni 2018 een vlindermes, twee stilettomessen, een boksbeugel (feit 1) en een busje traangas (feit 2) in zijn bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/770158-18:
hij op of omstreeks 23 april 2018 in de gemeente Almelo, althans in Nederland, op de [straat] , in ieder geval op de openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] , heeft/hebben gedwongen tot afgifte van een mobiele telefoon (Samsung s8) en/of een tablet (Apple) en/of paspoort op naam van [slachtoffer] en/of een rijbewijs op naam van [slachtoffer] en/of een bankpas op naam van [slachtoffer] en/of bijbehorende pincode en/of een geldbedrag van (ongeveer) 70 euro, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Samsung s8) en/of een tablet (Apple) en/of paspoort op naam van [slachtoffer] en/of een rijbewijs op naam van [slachtoffer] en/of een bankpas op naam van [slachtoffer] en/of bijbehorende pincode en/of een geldbedrag van (ongeveer) 70 euro, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan vermeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, welke geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
- met die [slachtoffer] via datingapp Lavoo een afspraak heeft/hebben gemaakt,
- met een (honkbal)knuppel, althans gelijkend (voor afdreiging geschikt) lang en/of aluminium of houten (slag)voorwerp, in de hand(en) dreigend en/of intimiderend in de richting van die [slachtoffer] is/zijn gelopen
- ( vervolgens) meermalen, althans eenmaal (met kracht) met voornoemde (honkbal)knuppel, althans een gelijkend (voor afdreiging geschikt) lang en/of aluminium of houten (slag)voorwerp slaande bewegingen in de richting van de benen, althans in de richting van het lichaam, van die [slachtoffer] heeft/hebben gemaakt,
- tegen voornoemde [slachtoffer] op een dreigende en/of intimiderende toon heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat hij zijn zakken leeg moest maken,
- vervolgens voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen/te kennen hebben gegeven dat hij de pincode van zijn mobiele telefoon af moest geven,
- ( vervolgens) tegen voornoemde [slachtoffer] op dreigende en/of intimiderende toon heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat als die [slachtoffer] niet zou meewerken, hij op het (nabij gelegen) kerkhof zou belanden/eindigen,
- voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen/te kennen gegeven naar zijn voertuig te lopen teneinde zijn portemonnee te halen,
- met voornoemde [slachtoffer] naar het bos is/zijn gelopen en/of aldaar aangekomen, die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen/op niet mis te verstane wijze te kennen hebben gegeven, dat hij op zijn buik op de grond moest gaan liggen en/of moest blijven liggen,
- toen voornoemde [slachtoffer] opstond, (weer) dreigend en/of intimiderend op die [slachtoffer] is/zijn afgerend met voornoemde (honbal)knuppel, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) lang en/of aluminium of houten (slag)voorwerp in zijn/hun handen en/of
- ( vervolgens) op dreigende/intimiderende wijze (met in zijn/hun hand(en)) voornoemde (honkbal)knuppel, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) lang en/of aluminium of houten (slag) voorwerp) tegen voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat hij moest blijven liggen.
Parketnummer 08/770283-18:
1.
hij op of omstreeks 19 juni 2018 in de gemeente Almelo, in ieder geval Nederland,
a. een of meer wapens van categorie I, onder 1, te weten:
– één vlindermes en/of
– twee, althans een of meer, stilettomes(sen)
en/of
b. een wapen van categorie I, onder 3, te weten een boksbeugel
voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 19 juni 2018 in de gemeente Almelo, in ieder geval Nederland,
een busje traangas/pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de categorie II, onder 6°,
voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, zakelijk weergegeven, op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Ter zitting heeft de officier daartoe de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich met betrekking tot een bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met uitzondering van het onder parketnummer 08/770283-18 ten laste gelegde voorhanden hebben van het vlindermes. De raadsman stelt zich op het standpunt dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken, nu het mes defect was en derhalve het voorhanden hebben hiervan niet strafbaar is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde onder parketnummer 08/770158-18 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen te weten [1] :
1.
het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 januari 2019, onder meer inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
2.
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina’s 80-83.
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 08/770283-18 overweegt de rechtbank als volgt. [2]
Op dinsdag 19 juni 2018 wordt door de FIOD in het kader van een ander onderzoek in de woning van verdachte een portemonnee aangetroffen welke herleid kon worden tot een beroving. Het Regionale Overvallenteam Twente wordt ingeschakeld en treft na zoeking drie messen [3] , een boksbeugel [4] en een busje met vloeistof [5] aan. Na onderzoek blijken twee van de drie messen wapens in de categorie I, onder 7, in de zin van de Wet wapens en munitie (hierna: WWM). [6] Eén mes betreft een defect vlindermes, welk wapen in deze toestand enkel een wapen is dat geschikt is voor afdreiging en dat een wapen zou kunnen zijn in de zin van categorie IV onder 7 van de WWM. De boksbeugel blijkt een wapen in de categorie I, onder 3 WWM en het busje traangas is een voorwerp in de categorie II, onder 6 WWM. [7] Verdachte bekent dat de messen, de boksbeugel en het busje traangas van hem zijn. [8]
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij drie wapens van categorie I onder 1 WWM, te weten de messen, voorhanden heeft gehad. Hoewel verdachte bekent deze messen voorhanden te hebben gehad, betreffen dit geen wapens van categorie I onder 1 WWM. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het tenlastegelegde onder 1 sub a.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een boksbeugel, zijnde een wapen van categorie I, onder 3 WWM en een busje traangas, zijnde een voorwerp van de categorie II, onder 6 WWM voorhanden heeft gehad.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
Ten aanzien van parketnummer 08/770158-18:
hij op 23 april 2018 in de gemeente Almelo, op de [straat] , tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] , heeft gedwongen tot afgifte van een mobiele telefoon (Samsung S8) en een bankpas op naam van [slachtoffer] en bijbehorende pincode toebehorende aan voornoemde [slachtoffer]
en
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tablet (Apple) en paspoort op naam van [slachtoffer] en een rijbewijs op naam van [slachtoffer] en een geldbedrag van 70 euro, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij, verdachte en/of zijn mededader
- met die [slachtoffer] via datingapp Lavoo een afspraak heeft/hebben gemaakt,
- met een honkbalknuppel in de hand(en) dreigend en intimiderend in de richting van die [slachtoffer] is/zijn gelopen,
- vervolgens een slaande beweging in de richting van de benen van die [slachtoffer] heeft/hebben gemaakt,
- tegen voornoemde [slachtoffer] op een dreigende en intimiderende toon heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat hij zijn zakken leeg moest maken,
- vervolgens voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen de pincode van zijn mobiele telefoon af te geven,
- tegen voornoemde [slachtoffer] op dreigende en intimiderende toon heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat als die [slachtoffer] niet zou meewerken, hij op het (nabij gelegen) kerkhof zou belanden,
- met voornoemde [slachtoffer] naar het bos is/zijn gelopen en aldaar aangekomen, die [slachtoffer] heeft gedwongen op zijn buik op de grond te gaan liggen en blijven liggen,
- toen voornoemde [slachtoffer] opstond, dreigend en intimiderend op die [slachtoffer] is/zijn afgerend met voornoemde honkbalknuppel, en
- vervolgens op dreigende/intimiderende wijze met in zijn handen voornoemde honkbalknuppel tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat hij moest blijven liggen;
Ten aanzien van parketnummer 08/770283-18:
1.
hij op 19 juni 2018 in de gemeente Almelo een wapen van categorie I, onder 3, te weten een boksbeugel voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 19 juni 2018 in de gemeente Almelo een busje traangas, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stoffen van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikelen 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 55 WWM. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 08/770158-18:
eendaadse samenloop van de misdrijven:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van parketnummer 08/770283-18:
feit 1:
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 2:
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert het jeugdstrafrecht toe te passen en aan verdachte op te leggen een jeugddetentie gelijk aan het voorarrest, een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geformuleerd door de reclassering. Daarnaast vordert de officier van justitie dat aan verdachte de leerstraf So-Cool voor de duur van 40 uren wordt opgelegd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening gehouden dient te worden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn beperkte intelligentieniveau en dat daarom het adolescentenstrafrecht dient te worden toegepast.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met een ander [slachtoffer] , een volstrekt willekeurig slachtoffer, naar een afgelegen plek gelokt. [slachtoffer] was hierbij in de veronderstelling dat hij met een (minderjarig) meisje had afgesproken via een dating-app. In plaats van het meisje te ontmoeten, werd het slachtoffer door twee jonge mannen opgewacht, gewapend met een honkbalknuppel en een boksbeugel. Het slachtoffer wordt vervolgens bedreigd en beroofd. Het betreft een geplande en geraffineerde actie. Het lijkt erop dat verdachte en zijn mededader bewust een bepaald soort slachtoffer hebben uitgezocht. Het is een feit van algemene bekendheid dat mannen die in de veronderstelling zijn een seksdate te hebben met een minderjarige, minder snel bereid zijn aangifte te doen wanneer zij overvallen worden. Verdachte en zijn mededader hebben hier misbruik van gemaakt, in de hoop dat ook [slachtoffer] geen aangifte zou doen. Zij hebben volstrekt niet stil gestaan bij de gevolgen van deze gebeurtenis voor het slachtoffer. Gewelddadige berovingen kunnen langdurige psychische schade bij de slachtoffers aanrichten en vergroten de gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Daarnaast heeft verdachte verboden wapens voorhanden gehad.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 december 2018, waaruit blijkt dat aan verdachte niet eerder is veroordeeld.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsadvies van 24 januari 2019, waaruit onder meer blijkt dat er sprake is van zwakbegaafdheid. Uit het rapport komt tevens naar voren dat er sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis sprake is van veranderde leefomstandigheden. De reclassering adviseert verdachte te berechten onder het jeugdstrafrecht en te laten begeleiden door de William Schrikker Groep. Voorts adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden daaraan verbonden de begeleiding door de William Schrikker Groep.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van een Pro Justitia rapport van 11 december 2018, opgemaakt door J.S.H. Stolk, GZ-psycholoog, waaruit onder meer blijkt, samengevat, dat bij verdachte sprake is van zwakbegaafdheid, een achterstand in de sociaal-emotionele ontwikkeling en beneden gemiddelde intellectuele capaciteiten. Van genoemde gebrekkige ontwikkeling was sprake ten tijde van tenlastegelegde. Verdachte is gemakkelijk negatief te beïnvloeden en beschikt over onvoldoende mogelijkheden om in een dergelijke situatie de juiste keuzes te maken. Geadviseerd wordt om het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen en het jeugdstrafrecht toe te passen.
De rechtbank vindt in de persoonlijkheid van verdachte en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan aanleiding recht te doen overeenkomstig de in artikel 77c Sr genoemde artikelen van het jeugdstrafrecht. De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over de toerekeningsvatbaarheid over en zal bij de straftoemeting rekening houden met deze verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Alles afwegende acht de rechtbank een jeugddetentie voor de duur van 198 dagen passend en geboden, met aftrek van voorarrest. Een gedeelte van deze straf, te weten 90 dagen, zal zij voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Hierbij zal de rechtbank voor de noodzakelijk geachte begeleiding van verdachte als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht opleggen.
Daarnaast acht de rechtbank een leerstraf in de vorm van de training SoCool van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie op zijn plaats.
8. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 57, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/770158-18:
eendaadse samenloop van de misdrijven:
-
afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; en
-
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

parketnummer: 08/770283-18:

-het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;;
-het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
198 (honderdachtennegentig) dagen;
- bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte van
90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, instantiecode AST094, op de door de Jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- deelneemt aan de gesprekken met de Jeugdreclassering die gericht zijn op het toezicht op en het begeleiden bij het nakomen van de voorwaarden, zo frequent als de Jeugdreclassering dat nodig acht;
- meewerkt aan andere door de Jeugdreclassering noodzakelijke geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de Jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
- draagt de
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering(instantiecode AST094) op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
leerstraf, te weten de training SoCool van
40 (veertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, en mr. A.M. Rikken en mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.A.J.H. Muurmans, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 februari 2019.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0900-2018178274 van 22 augustus 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Districtsrecherche Twente met registratienummer PL0600-2018178765 van 30 april 2018. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Kennisgeving van inbeslagneming, bladzijde 280.
4.Kennisgeving van inbeslagneming, bladzijde 280.
5.Kennisgeving van inbeslagneming, bladzijde 279.
6.Proces-verbaal betreffende expertise diverse wapens van 23 augustus 2018, bladzijden 30 en 31.
7.Proces-verbaal betreffende expertise diverse wapens van 23 augustus 2018, bladzijde 30.
8.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 januari 2019