ECLI:NL:RBOVE:2019:4519

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
3 december 2019
Zaaknummer
C/08/232840 / FA RK 19-1251
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor verhuizing van minderjarige kinderen en wijziging van inschrijving op scholen

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 10 juli 2019 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing met haar minderjarige kinderen naar een andere woonplaats. De moeder heeft een verzoek ingediend op 22 mei 2019, waarin zij toestemming vroeg om met de kinderen te verhuizen naar [plaats 2] en hen in te schrijven op nieuwe scholen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij over adequate woonruimte kan beschikken en dat zij zich heeft verdiept in goede scholen voor de kinderen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het belang van de kinderen en de wens van de moeder om zich prettig te voelen in haar woonomgeving. De man, de vader van de kinderen, heeft verweer gevoerd tegen de verhuizing en betwist dat er een noodzaak voor de verhuizing is. Hij heeft aangegeven dat de kinderen nu dicht bij hun grootouders wonen en dat de verhuizing extra reistijd en kosten met zich meebrengt. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat het belang van de vrouw om te verhuizen zwaarder weegt dan het belang van de man bij een afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen, inclusief de inschrijving van de kinderen op de nieuwe scholen en de wijziging van de zorgverzekering. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de kinderen tijdig kunnen worden ingeschreven op de scholen in [plaats 2].

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/232840 / FA RK 19-1251
beschikking van 10 juli 2019
inzake
[verzoekster],
verder te noemen: de vrouw of de moeder,
wonende te [plaats 6] ,
verzoekster,
advocaat: mr. A. Akman,
en
[belanghebbende],
verder te noemen: de man of de vader,
wonende te [plaats 6] ,
belanghebbende,
advocaat: mr. M. ter Brake.

1.Het procesverloop

1.1.
Bij op 22 mei 2019 ter griffie ingekomen verzoekschrift met bijlagen heeft de
vrouw een verzoek tot vervangende toestemming ex art. 1:253a BW ingediend.
De rechtbank heeft nadien kennis genomen van de volgende stukken:
- een F9-formulier ingekomen op 6 juni 2019 van mr. A. Akman;
- een F9-formulier ingekomen op 6 juni 2019 van mr. M. ter Brake;
- het verweer, met bijlagen, binnengekomen op 28 juni 2019 van mr. M. Ter Brake;
- een e-mailbericht binnengekomen op 5 juli 2019 van mr. A. Akman;
- een F9-formulier ingekomen op 8 juli 2019 van mr. M. ter Brake.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 1 juli 2019. Ter zitting zijn verschenen:
- de man, bijgestaan door zijn advocaat,
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat,
- mevrouw [naam 1] , namens de raad voor de kinderbescherming, verder te noemen: de raad.
De rechtbank heeft bijzondere toegang verleend aan de heer [naam 2] .
1.3.
De rechtbank heeft op 3 juli 2019 met na te noemen minderjarigen [kind 1] en [kind 2] gesproken.

2.De feiten

2.1.
De man en de vrouw zijn [2009] te [plaats 1] met elkaar gehuwd en zijn de ouders van de minderjarige kinderen:
[kind 1], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2003,
[kind 2], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 2] 2007, en
[kind 3], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 3] 2014.
[kind 1] en [kind 2] zijn door de man erkend. De man en de vrouw oefenen gezamenlijk het gezag uit over [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] , die hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw hebben. De man is niet de biologische vader van [kind 1] .
2.2.
Bij beschikking van [2017] heeft de rechtbank de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken, welke beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.3.
De man en de vrouw hebben de gevolgen van hun echtscheiding geregeld en neergelegd in het door beiden op 15 juni 2017 ondertekende ouderschapsplan.

3.Het verzoek

De vrouw verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man aan de vrouw toestemming te verlenen om de verblijfplaats van de kinderen te wijzigen naar [plaats 2] ;
ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man aan de vrouw toestemming te verlenen om [kind 1] en [kind 2] in te schrijven op [school 1] te [adres 3] en [kind 3] in te schrijven op de [school 2] te [adres 4] ;
ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man aan de vrouw toestemming te geven om [kind 2] uit te schrijven van de zorgverzekeringspolis van de man;
ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man aan de vrouw toestemming te verlenen om [kind 2] mee te verzekeren op de zorgverzekeringspolis van de vrouw;
kosten rechtens.

4.Het verweer

De man verzoekt de rechtbank de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoeken dan wel deze af te wijzen, althans de beschikking met toewijzing van het verzoek niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Ter zitting heeft de man alsnog ingestemd met de verzoeken onder c en d.

5.De beoordeling

De vervangende toestemming
5.1.
De vrouw verzoekt verlening van vervangende toestemming om met [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] te mogen verhuizen naar [plaats 2] en [kind 1] en [kind 2] in te schrijven op [school 1] in [plaats 2] en [kind 3] op [school 2] in [plaats 2] .
5.2.
Vast staat dat beide ouders met het ouderlijk gezag zijn belast. Gezamenlijke gezagsuitoefening door partijen brengt met zich mee dat de vrouw voor het wijzigen van de woonplaats en de school van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] in beginsel toestemming van vader behoeft.
Het wettelijk criterium
5.3.
Ingevolge artikel 1:253a lid 1 BW kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechter worden voorgelegd. De rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt. In overeenstemming met vaste rechtspraak dient de rechter bij de beslissing over een geschil als het onderhavige alle omstandigheden van het geval in acht te nemen en alle belangen af te wegen.
Het oordeel
5.4.
Conform de jurisprudentie van de Hoge Raad mag uit voornoemd artikel niet worden afgeleid dat het belang van het kind bij geschillen over gezamenlijke gezagsuitoefening altijd zwaarder weegt dan andere belangen. De rechter zal bij zijn beslissing over dergelijke geschillen alle omstandigheden van het geval in acht dienen te nemen wat er ook toe kan leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het belang van het kind (zie ook de uitspraak van de Hoge Raad van 25 april 2008). De navolgende omstandigheden en belangen kunnen een rol spelen en dienen vervolgens te worden meegewogen:
a. het recht en belang voor de verhuizende ouder om te verhuizen en de vrijheid om zijn of haar leven opnieuw in te richten;
b. de noodzaak om te verhuizen;
c. de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
d. de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
e. de mate waarin partijen in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
f. de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
g. de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
h. de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
i. de leeftijd van de minderjarige.
5.5.
Als uitgangspunt geldt dat een ouder bij wie de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats heeft in beginsel de gelegenheid dient te krijgen om met de minderjarige en eventueel een nieuwe partner elders een gezinsleven en een toekomst op te bouwen, indien de omstandigheden van het geval, na een belangenafweging, een degelijke beslissing rechtvaardigen.
5.6.
De vrouw voert ter ondersteuning van haar verzoek aan dat zij is opgegroeid in [plaats 2] . Al haar vrienden en familie wonen in [plaats 2] of [plaats 5] . De vrouw is destijds in verband met het huwelijk met de man in [plaats 6] gaan wonen. Dit is een kleine hechte gemeenschap, waar de vrouw zich na het einde van de samenwoning een buitenstaander voelt. De vrouw beschikt nog niet over eigen woonruimte in [plaats 2] maar kan voorlopig inwonen bij haar opa. Er bevinden zich geschikte scholen voor de kinderen waarmee de vrouw reeds contact heeft gelegd. Zij vindt het belangrijk dat de frequentie van het contact tussen met name [kind 2] en [kind 3] en hun vader niet zal wijzigen. Voor [kind 1] zal er niet veel wijzigen omdat hij weinig contact heeft met zijn vader. Vanwege de verhuizing zullen er wel extra reistijd zijn en extra kosten. De vrouw is bereid daar waar mogelijk vader tegemoet te komen. Zij stelt dat zij de kinderen heeft betrokken bij de verhuisplannen en dat de kinderen hier positief tegenover staan. De kinderen hebben al vriendjes in [plaats 2] en er wonen ook neefjes en nichtjes van hun eigen leeftijd.
5.7.
De man kan zich niet verenigen met de verzoeken onder a en b.
Hij betwist het belang van de vrouw. Zij woont al dertien jaar in [plaats 6] en werkt in [plaats 3] en [plaats 4] . Het is niet duidelijk of ze in [plaats 2] over een woning en werk beschikt. Dat de vrouw zich in [plaats 2] meer op haar gemak voelt is geen reden om de kinderen uit hun vertrouwde omgeving te halen. De kinderen wonen nu dichtbij opa en oma van vaderszijde. Er is geen enkele noodzaak voor de verhuizing. De verhuizing zal voor vader extra reistijd en extra kosten met zich meebrengen waardoor de doordeweekse omgangsregeling onder druk komt te staan. Ook zal het voor hem niet meer mogelijk zijn sporttrainingen van de kinderen te bezoeken. De man werkt veel om schulden af te lossen en is daarom doordeweeks niet in staat om naar [plaats 2] te reizen. Bovendien zijn ouders slecht in staat tot communicatie. In het veiligheidsplan is afgesproken dat er alleen contact per mail zal zijn. Door de verhuizing en het feit dat er dan geen hulpverlening meer bij betrokken is, zal de communicatie tussen de ouders alleen maar slechter worden.
Ter zitting heeft de vader laten weten alsnog in te stemmen met de verzoeken van de vrouw zoals bedoeld onder c en d met betrekking tot de zorgverzekering van [kind 2] .
5.8.
Namens de raad heeft mevrouw [naam 1] ter zitting naar voren gebracht dat actuele informatie over de hulpverlening ontbreekt. Het is daarom moeilijk voor de raad om een inschatting te kunnen maken hoe het met de kinderen en met hun ontwikkeling gaat. De raad adviseert daarom het verzoek van moeder af te wijzen. De raad begrijpt de wens van de moeder om te verhuizen naar [plaats 2] , maar denkt dat dit wel impact heeft op de kinderen omdat ze tot dusverre in [plaats 6] hebben gewoond. De verhuizing zal hoe dan ook enige verandering brengen in de omgangsmomenten tussen de vader en de jongste kinderen. Er zal bij toewijzing van het verzoek ook hulpverlening in [plaats 2] moeten worden opgestart. Er liggen dus nog wel wat open eindjes op dit gebied.
5.9.
Alle belangen en omstandigheden tegen elkaar afwegende, waarbij het belang van de kinderen centraal staat, maar niet doorslaggevend is, komt de rechtbank tot de conclusie dat het belang van de vrouw om met de kinderen naar [plaats 2] te verhuizen zwaarder weegt dan het belang van de man bij een afwijzing van het verzoek. De vrouw heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij over adequate woonruimte kan beschikken in [plaats 2] . Ook heeft de vrouw zich verdiept in een goede middelbare school voor [kind 1] en [kind 2] en een goede basisschool voor [kind 3] . Naar het oordeel van de rechtbank is het in het belang van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] dat de vrouw zich prettig voelt in haar woonomgeving en is het in het belang van de kinderen dat zij hun hoofdverblijf bij moeder houden. De rechtbank zal daarom het verzoek van moeder voor vervangende toestemming voor verhuizing en derhalve wijziging woonplaats van [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] naar [plaats 2] en inschrijving van [kind 1] en [kind 2] op [school 1] te [plaats 2] en [kind 3] op de [school 2] te [plaats 2] , toewijzen. Daarbij weegt ook zwaar dat [kind 1] en [kind 2] in het gesprek met de kinderrechter hebben verklaard niet zo veel band met [plaats 6] te voelen en graag naar [plaats 2] te willen verhuizen.
5.10.
Partijen zijn in een op 15 juni 2017 ondertekend ouderschapsplan onder meer overeengekomen dat de kinderen eens in de 14 dagen het weekend van vrijdag 17.00 uur tot zondag 20.00 uur bij vader verblijven. Voorafgaand aan dat weekend zullen de kinderen op een donderdag van 16.30 tot 20.00 uur bij de vader verblijven. In het weekend dat de kinderen niet bij de vader verblijven maar bij de moeder, zullen ze op de vrijdag van 13.45 uur tot 20.00 uur bij de vader verblijven. De ouders vullen de feestdagen en vakanties in onderling overleg met elkaar en zo nodig en wenselijk in overleg met de kinderen in.
Met betrekking tot de omgang tussen vader en [kind 2] en [kind 3] is de rechtbank van oordeel dat er na de verhuizing naar [plaats 2] in beginsel niets of niet veel hoeft te veranderen aan de bestaande omgangsregeling zoals vastgelegd is in het ouderschapsplan en zoals deze vervolgens nader door de ouders is gewijzigd. De rechtbank verwacht van moeder dat zij ervoor zorgt dat [kind 2] en [kind 3] ook na de verhuizing (eens in de 14 dagen) doordeweeks op een avond naar vader kunnen blijven gaan. Voor de omgangsregeling tussen vader en [kind 1] verandert er niet veel door de verhuizing. Er is al enige tijd weinig contact hem en vader. Het is aan [kind 1] om aan te geven of en zo ja, hoe vaak hij omgang wil met vader. Gelet op de ter zitting naar voren gebrachte financiële situatie van beide ouders dienen de kosten van de thans bestaande en niet gewijzigde omgangsregeling door moeder gedragen te worden omdat zij degene is die verhuist.
5.11.
De rechtbank heeft na de zitting kennisgenomen van het verslag van het Multi Disciplinair Overleg (MDO) dat op 4 juli 2019 ten behoeve van het gezin van partijen heeft plaatsgevonden en de reacties hierop van beide advocaten. Uit het verslag blijkt dat het huidige veiligheidsplan op dit moment geen aanpassing behoeft. Wel is duidelijk dat de kinderen nog steeds belast worden met complexe echtscheidingsproblematiek. Hoewel ouders hard hebben gewerkt en er vooruitgang is geboekt, blijft er sprake van een kwetsbaar geheel. In verband hiermee dient er ook in [plaats 2] passende en adequate hulpverlening voor de kinderen en voor moeder te worden georganiseerd. De ambulante hulp voor vader zal in [plaats 6] worden gecontinueerd.
Vervangende toestemming uit- en inschrijving zorgverzekering
5.12.
Vader heeft ter zitting van 1 juli 2019 ingestemd met de verzoeken van de vrouw om [kind 2] uit te schrijven van de zorgverzekering van de man en mee te verzekeren op de zorgverzekering van de vrouw. De rechtbank zal de verzoeken van de vrouw zoals bedoeld onder c en d toewijzen.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.13.
De vrouw heeft verzocht de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te doen zijn. De man heeft verzocht dit onderdeel van het petitum af te wijzen in verband met eventueel in te stellen appel. De rechtbank acht uitvoerbaar bij voorraad in het belang van de kinderen, opdat zij tijdig kunnen worden ingeschreven op de scholen in [plaats 2] en op de eerste lesdag naar hun nieuwe scholen kunnen gaan.
De proceskosten
5.14.
Omdat de vader en de moeder gewezen echtelieden zijn, zal de rechtbank bepalen dat elk van ouders de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent de vrouw toestemming – welke toestemming die van de vader vervangt - om met [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] naar [plaats 2] te verhuizen;
6.2.
verleent de vrouw toestemming – welke toestemming die van de vader vervangt - om [kind 1] en [kind 2] in te schrijven bij [school 1] te [plaats 2] en [kind 3] in te schrijven bij [school 2] in [plaats 2] ;
6.3.
verleent de vrouw toestemming – welke toestemming die van de vader vervangt - om [kind 2] uit te schrijven van de zorgverzekeringspolis van de man;
6.4.
verleent de vrouw toestemming – welke toestemming die van de vader vervangt - [kind 2] mee te verzekeren op de zorgverzekeringspolis van de vrouw.
6.5.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere ouder de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mr. J.H. Olthof, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2019 in tegenwoordigheid van mr. J.A. Krooshof, griffier en schriftelijk uitgewerkt op 12 juli 2019.
Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de raad voor de kinderbescherming en de in deze beschikking vermelde gegevens worden door de raad opgenomen in zijn registratie.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.