Op 21 november 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 41-jarige man uit Stuifzand, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een 16-jarige prostituee. De man was eerder in februari veroordeeld tot 30 maanden cel voor het prostitueren van het minderjarige meisje, het hebben van seks met haar en het maken van kinderpornografische afbeeldingen. In deze zaak werd de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 dag en een taakstraf van 150 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het plegen van ontucht met de minderjarige, die zich beschikbaar stelde voor seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank stelde vast dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte had het ten laste gelegde feit bekend, en de rechtbank achtte het bewezen dat hij op meerdere tijdstippen in de periode van 29 juni 2018 tot 7 juli 2018 seksuele handelingen met de minderjarige had verricht. De rechtbank weegt mee dat de verdachte niet bewust op zoek was naar een minderjarige en dat hij een blanco strafblad had. De rechtbank legde een taakstraf op, omdat de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte dit rechtvaardigden.