ECLI:NL:RBOVE:2019:4280
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in witwaszaak door onvoldoende bewijs
Op 11 november 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 63-jarige man die werd verdacht van witwassen. De zaak kwam voor de rechtbank naar aanleiding van een onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 oktober 2019. De officier van justitie, mr. A.C. Waterman, had de verdachte beschuldigd van het witwassen van een geldbedrag van ongeveer 7.253,85 euro in de periode van 31 augustus tot en met 2 september 2016. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D. Greven, pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat er geen bewijs was dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zijn bankrekening en -pas werden gebruikt voor het witwassen van geld afkomstig van een misdrijf. De rechtbank oordeelde dat het dossier niet voldeed aan de eisen van wettig en overtuigend bewijs, en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.
Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partijen, die zich in het strafproces hadden gevoegd, niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De benadeelde partijen hebben de mogelijkheid om hun vordering bij de burgerlijke rechter aan te brengen. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. G.J. Stoové, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.