Uitspraak
Vonnis in de zaak van:
de vereniging VERENIGING VAN EIGENAARS WINKELCENTRUM OOSTERBOER,
[gedaagde] ,
Verloop van de procedure
Beoordeling
schuldig– zo staat het in lid 5– is en dat is het bedrag van € 3.000.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging van Eigenaren Winkelcentrum Oosterboer (hierna: VvE) en [gedaagde], de eigenaar van drie appartementsrechten die hij via een veiling heeft verkregen. De VvE vorderde van [gedaagde] een renovatiebijdrage van € 3.000, die niet door de vorige eigenaar, [A], was betaald. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet aansprakelijk was voor deze bijdrage, omdat de verschuldigdheid daarvan niet uit een verklaring bleek die aan de notariële akte was gehecht, zoals vereist door artikel 5:122 lid 5 BW.
Daarnaast vorderde de VvE betaling van btw over de periode van januari 2017 tot en met december 2018. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] vanaf 22 maart 2017 wel aansprakelijk was voor de btw, omdat deze verschuldigd was geworden in het lopende boekjaar. De vordering tot betaling van kadastrale kosten werd afgewezen, omdat de VvE geen rechtsgrond had aangevoerd voor deze kosten. De VvE vorderde ook toekomstige bijdragen, maar dit werd afgewezen omdat deze nog niet opeisbaar waren.
De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 1.544,46, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten gecompenseerd. Beide partijen zijn gedeeltelijk in het gelijk gesteld, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.