ECLI:NL:RBOVE:2019:4056
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening handhaving activiteiten voormalig tuincentrum De Esch te Tubbergen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 5 november 2019 uitspraak gedaan op het verzoek van een verzoeker om handhavend op te treden tegen activiteiten op het terrein van het voormalig tuincentrum De Esch te Tubbergen. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen, dat op 28 augustus 2019 een deel van zijn aanvraag om handhaving had toegewezen. De verzoeker vorderde een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat er sprake was van (dreigende) overtredingen die een spoedige reactie vereisten. Tijdens de zitting op 28 oktober 2019 is de zaak behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door een gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door meerdere ambtenaren.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend is voor een eventueel bodemgeding. De rechter heeft vastgesteld dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de handhaving niet kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen (dreigende) overtredingen zijn die een spoedige maatregel vereisen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de uitkomst van de bezwarenprocedure kan worden afgewacht en er geen noodzaak was voor een onmiddellijke handhaving.
De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat het beleid van de provincie niet automatisch het bestaande bestemmingsplan buiten werking stelt. De voorzieningenrechter heeft de verzoeker in het ongelijk gesteld en geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.