ECLI:NL:RBOVE:2019:4026

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 oktober 2019
Publicatiedatum
31 oktober 2019
Zaaknummer
08/952396-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging tot diefstal met geweld en diefstal van een personenauto wegens onvoldoende bewijs

De rechtbank Overijssel heeft op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 38-jarige man uit Deventer, die werd verdacht van poging tot diefstal met geweld en diefstal van een personenauto. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer in Zwolle, onder parketnummer 08/952396-17 (P). Tijdens de openbare terechtzitting op 17 oktober 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. S. Leusink-van Dijk, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J. Michels, gehoord. De tenlastelegging omvatte onder andere het gebruik van geweld tegen slachtoffers en het gebruik van wapens zoals mokers en pistolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de standpunten van zowel de officier van justitie als de verdediging, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van alle beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/952396-17 (P)
Datum vonnis: 31 oktober 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Leusink-van Dijk en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J. Michels, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich, samen met anderen of een ander, heeft schuldig gemaakt aan:
feit 1:een poging tot diefstal met geweld, gepleegd tegen [slachtoffer 1] ;
feit 2:diefstal van een personenauto van [slachtoffer 2] ;
feit 3:een poging tot diefstal met geweld, gepleegd tegen [slachtoffer 3] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van (de nacht van) 30 januari 2017 tot en met
(op) 31 januari 2017, in de gemeente Raalte,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een woning, gelegen
aan de [adres 2] ) weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde
[slachtoffer 1] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk
te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, immers:
-heeft/hebben verdachte(n) een of meer van de medeverdachten benaderd met het
voorstel tot het plegen van onderhavig feit en/of
-heeft/hebben verdachte(n) tie-wraps en mokers (laten) aanschaffen/aangeschaft
en/of
-heeft/hebben verdachte(n) voertuigen gestolen die vervolgens gebruikt werden
bij de uitvoering van onderhavig feit en/of
- heeft/hebben verdachte(n) zich voorzien van tiewraps en/of mokers en/een tas

naar voornoemde woning begeven en/of

- (vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) door middel van het gebruik van (een) (zogenaamde) moker(s), althans door middel van het gebruik van (een) hard(e)
en/of zwa(a)r(e) voorwerp(en) een of meer ruit(en) van de (achter)deur van
voornoemde woning ingeslagen en/of
(vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) zich naar/in de slaapkamer van
voornoemde [slachtoffer 1] begeven en/of
(vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer 1] (met kracht) bij haar
borstkas (vast)gegrepen en/of
- (vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) (daarbij) die [slachtoffer 1] (met (zeer) veel
kracht) (meermalen) in/op/tegen haar gezicht geslagen /gestompt en/of
-(vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) de vluchtauto in brand gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van (de nacht van) 29 januari 2017 tot en met
(op) 30 januari 2017, in de gemeente Deventer,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een
(personen)auto (merk VW Golf) (kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededaders;
3.
hij op of omstreeks 24 oktober 2016 te Wierden
op de openbare weg ter hoogte van [adres 3] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [slachtoffer 3] ,
te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren,
- heeft/hebben verdachte(n) zich naar voornoemde woning begeven en/of
- (vervolgens) is/zijn verdachte(n) hard rennend op die [slachtoffer 3] afgekomen en
riep(en) hij/zij "overval, overval, overval" en/of –
(vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer 3] tegen de schuur
aangedrukt/geduwd en/of heeft/hebben verdachte(n) een pistool in zijn/hun
hand(en) en/of
- (vervolgens) heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer 3] meerdere malen geschopt
in de rug en/of nek en/of schouder, althans het lichaam, terwijl die [slachtoffer 3]
op de grond ligt en/of
- heeft/hebben verdachte(n) een pistool tegen het hoofd van die [slachtoffer 3]

gedrukt/gezet en/of

- (vervolgens) is er een worsteling ontstaan en heeft/hebben verdachte(n) in
de bil geschoten van die [slachtoffer 3] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. Haar, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. F. van der Maden, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.H. Doldersum, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2019.