2.6Eiser is het daar niet mee eens. Op hetgeen hij in dat verband heeft aangevoerd, wordt in het navolgende ingegaan.
Het wettelijk toetsingskader
3. In artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie (Bbp) is bepaald dat de ambtenaar een aanvraag kan indienen bij het bevoegd gezag wanneer zijn feitelijke werkzaamheden ten minste één jaar wezenlijk afwijken van zijn huidige, aan hem opgedragen LFNP functie, om de feitelijke werkzaamheden overeen te laten komen met een andere LFNP functie. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld.
Deze ministeriële regeling betreft de RAAF. De regeling is in werking getreden op 26 juli 2016.
Artikel 2, eerste lid, van de RAAF bepaalt dat de ambtenaar in de aanvraag aannemelijk maakt dat hij gedurende ten minste één jaar voorafgaand aan de aanvraag, feitelijke werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van zijn huidige functie dan wel overeenkomen met een werkterrein, een aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit. Het tweede lid bepaalt dat de periode van één jaar als bedoeld in het eerste lid niet eerder aanvangt dan de dag waarop de ambtenaar in een LFNP-functie is geplaatst of aangesteld.
Op grond van artikel 3, eerste lid, van de RAAF dient een aanvraag om plaatsing in een andere dan de ambtenaar opgedragen functie door het bevoegd gezag toegewezen te worden indien de door de medewerker aangedragen werkzaamheden:
a. a) zijn opgedragen;
b) gedurende ten minste één jaar voorafgaand aan de aanvraag tot wijziging van de
functie dan wel wijziging of toekenning van het werkterrein, aandachtsgebied of
specifieke functionaliteit zijn verricht;
c) wezenlijk afwijken van de huidige functie dan wel van een werkterrein, een
aandachtsgebied of een specifieke functionaliteit van de ambtenaar, en
d) niet van kennelijk tijdelijke aard zijn.