Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
€ 1.079,60 (zegge: duizend negenenzeventig euro en zestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bedraagt € 129,60 en heeft betrekking op de meegenomen buit en de inzet van extra personeel in de [bedrijf] . Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 950,00,- gevorderd.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
afpersing;
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
€ 1.079,60 (zegge: duizend negenenzeventig euro en zestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2019;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.079,60 (zegge: duizend negenenzeventig euro en zestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 mei 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 50 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;