Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
2 [gedaagde sub 2] ,
niet verschenen.
1.De procedure
- het tegen [gedaagde sub 2] verleende verstek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de huurovereenkomst eindigt op 30 november 2019.
- de achterstallige huur tot en met oktober 2019 wordt verrekend met de door [gedaagde sub 1] / [gedaagde sub 2] betaalde waarborgsom.
- [gedaagde sub 1] lost de huur voor de maand november 2019 van € 750,- in termijnen van
- [eiser] en [gedaagde sub 1] dragen ieder de eigen proceskosten.
- [eiser] en [gedaagde sub 1] verlenen elkaar na betaling van het bedrag van € 750,- over en weer finale kwijting aangaande dit geschil en hebben dan niets meer van elkaar te vorderen.
5.De beslissing
[gedaagde sub 1]:
[gedaagde sub 2]: