Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 480,00(2 punten x tarief € 240,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiseres [A], die sinds 1 april 2009 in dienst is bij coffeeshop De Tulp, een uitbetaling van achterstallig loon en vakantietoeslag van gedaagde [B], haar werkgever. [A] heeft zich op 13 maart 2019 ziek gemeld en stelt recht te hebben op doorbetaling van haar loon. [B] heeft vanaf 1 maart 2019 een bedrag van € 2.324,22 netto per maand aan [A] betaald, maar [A] vordert een hoger bedrag. De kantonrechter heeft de procedure op 13 augustus 2019 behandeld en op 27 augustus 2019 vonnis gewezen. De rechter oordeelt dat [A] recht heeft op het achterstallige loon van 1 tot 13 maart 2019 en 75% van haar loon vanaf 13 maart 2019, alsook op vakantiebijslag over het overeengekomen loon. De rechter wijst de vordering tot betaling van de wettelijke verhoging af en verplicht [B] om loonstroken en bewijsstukken van afdracht aan de belastingdienst en het pensioenfonds te verstrekken. De proceskosten worden aan [B] opgelegd.