ECLI:NL:RBOVE:2019:388

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 februari 2019
Publicatiedatum
5 februari 2019
Zaaknummer
08-770021-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het rijden met een onveilige auto met een verborgen vak

Op 5 februari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 23-jarige man, die werd beschuldigd van het rijden met een auto die niet voldeed aan de eisen van de Regeling Voertuigen. De man reed op 24 januari 2018 met een Fiat Panda, waarvan de kooiconstructie was aangepast en een geheim vak was ingebouwd. Dit vak was bedoeld om goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken, wat gevaarlijk was voor de inzittenden van de auto. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet betrokken was bij een schietincident dat op dezelfde dag plaatsvond, maar dat hij wel schuldig was aan het rijden met een onveilige auto. De officier van justitie had een taakstraf van 40 uren geëist, en de rechtbank heeft deze eis gehonoreerd, met de overweging dat het rijden met een onveilige auto de verkeersveiligheid ernstig in gevaar heeft gebracht. De rechtbank sprak de man vrij van de andere tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid bij het schietincident. De uitspraak benadrukt de ernst van het rijden met een voertuig dat niet voldoet aan de veiligheidsnormen, vooral wanneer dit verband houdt met criminele activiteiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08-770021-18 (P)
Datum vonnis: 5 februari 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres]

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 januari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.C.C. van den Bosch en van hetgeen door de gemachtigde raadsvrouw mr. C. Lammers, advocaat te Utrecht, naar voren is gebracht. Verdachte was zelf niet ter zitting aanwezig.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er - na wijziging van de tenlastelegging conform artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering van 22 januari 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 24 januari 2018 al dan niet samen met (een) ander(en) heeft geprobeerd (een) tot nu toe onbekend gebleven perso(o)(n)(en) te doden door met een (vuur)wapen op of in de richting van deze persoon of personen te schieten;
feit 2: op 24 januari 2018 al dan niet samen met (een) ander(en) een auto van [naam 1] heeft vernield of beschadigd
feit 3: op 24 januari 2018 al dan niet samen met (een) ander(en) een auto van [naam 2] heeft vernield of beschadigd
feit 4: in de periode gelegen tussen 23 januari 2018 tot en met 24 januari 2018 heeft gereden in een auto die wat betreft bouw en/of inrichting niet voldeed aan de eisen die daaraan door de Regeling Voertuigen worden gesteld
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 24 januari 2018 in de gemeente Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een (tot nu toe onbekend gebleven) persoon opzettelijk van het leven te beroven één of meermalen (met een (hand)vuurwapen) (gericht) op voornoemd persoon en/of het voertuig en/of de auto waarin voornoemd persoon aanwezig was en/of in de nabijheid was heeft geschoten en/of heeft gevuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 24 januari 2018 in de gemeente Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een auto en/of voertuig (Nissan Micra) (met kenteken [kenteken 1] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan [naam 1] toebehoort(de), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij op of omstreeks 24 januari 2018 in de gemeente Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een auto en/of voertuig (Citroën) (met kenteken [kenteken 2] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan [naam 2] toebehoort(de), heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
hij in of omstreeks de periode gelegen tussen 23 januari 2018 tot en met 24 januari 2018, te Zwolle in de gemeente Zwolle, in elk geval in Nederland, als bestuurder en/of eigenaar of houder van een voertuig (personenauto, merk Fiat, type Panda, met het kenteken [kenteken 3] ), als vermeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, met voormeld voertuig heeft gereden of daarmede heeft laten rijden over de wegen, de [straat 1] , de [straat 2] , [straat 3] en/of één of meer andere wegen, terwijl dat voertuig niet deugdelijk van bouw of inrichting was, dan wel rijtechnisch niet in onvoldoende staat van onderhoud verkeerde en/of niet voldeed aan de in de afdelingen 2 tot en met 17 van Hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen, ten aanzien van de bouw of inrichting van voertuigen van de categorie waartoe het voertuig behoort, gestelde eisen, immers vertoonde de langs- en dwarsliggers en/of chassisversterkingsdelen van het chassisraam, dan wel de daarvoor in de plaats tredende delen van de mee- of zelfdragende carrosserie van voornoemd voertuig breuken en/of scheuren en/of waren de langs- en dwarsliggers en/of chassisversterkingsdelen van het chassisraam, dan wel de daarvoor in de plaats tredende delen van de mee- of zelfdragende carrosserie van voornoemd voertuig zodanig vervormd dat de stijfheid en de sterkte hiervan in gevaar werden gebracht, doordat een deel van (een balk van) de kooiconstructie en/of de langs- en dwarsliggers en/of chassisversterkingsdelen van het chassisraam, dan wel de daarvoor in de plaats tredende delen van de mee- of zelfdragende carrosserie van voornoemd voertuig was afgezaagd en/of verwijderd.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op woensdag 24 januari 2018, omstreeks 02.52 uur, kwam er bij de meldkamer Oost-Nederland een melding binnen dat er meermalen was geschoten op de [straat 2] te Zwolle. Meerdere getuigen hebben vervolgens een manspersoon snel door de [straat 2] zien lopen. Ook is waargenomen dat deze persoon in de richting van een aldaar geparkeerde auto, een Fiat Panda, is gelopen en dat deze auto werd ontgrendeld. Later is gebleken dat verdachte de eigenaar was van deze Fiat Panda. Na sporenonderzoek zijn in totaal 8 hulzen aangetroffen; 4 hulzen op straat en nog 4 hulzen in de voortuinen van de percelen in de omgeving. Geconstateerd werd dat er een kogelinslag had plaatsgevonden in twee personenauto’s, een Citroën C3 en een Nissan Micra, die aldaar geparkeerd stonden. De Fiat Panda van verdachte is door de douane onderzocht. Gebleken is dat er een verborgen ruimte achter de airbag was gemaakt en dat deze was geprepareerd met lood. Daarnaast bleek een gedeelte van de kooiconstructie en van de luchttoevoer te zijn verwijderd.
Verdachte heeft ontkend enige betrokkenheid bij de schietpartij te hebben gehad.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken en dat het onder 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
De officier van justitie heeft daartoe het volgende - zakelijk weergegeven - aangevoerd.
Hoewel het er op grond van de stukken alle schijn van heeft dat verdachte bij het schietincident betrokken is geweest, kan dit niet worden bewezen. Wat betreft het onder 4 ten laste gelegde feit is er voldoende bewijs voorhanden waaruit blijkt dat verdachte wist dat er een verborgen vak in de Hyundai aanwezig was en dat hij (in ieder geval op 23 januari 2018) in deze auto heeft gereden. Daarbij is van belang dat verdachte wisselend heeft verklaard over een ongeluk waarbij zijn auto betrokken was en waar de (rechter) airbag niet was uitgekomen. Verder blijkt uit een proces-verbaal van de Douane dat verdachte in oktober 2017 ook in het bezit is geweest van een auto met een geheime ruimte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft daartoe het volgende, zakelijk weergegeven, aangevoerd.
Op grond van de inhoud van het dossier moet worden geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte als schutter of anderszins bij het schietincident betrokken is geweest. Wat betreft feit 4 kan slechts op grond van verdachtes verklaring bewezen worden dat hij tussen 23 en 24 januari 2018 in de Fiat Panda heeft gereden. Dit is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Daar komt bij dat het proces-verbaal van onderzoek door de douane (pagina 283 e.v. van het proces-verbaal) betrekking heeft op een ander voertuig dan de Fiat Panda in kwestie. Nu aldus geen dergelijke onderzoek naar de Fiat Panda is verricht kan niet worden vastgesteld of deze auto niet heeft voldaan aan de eisen zoals bedoeld in artikel 5.1.1. van de Regeling Voertuigen.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde als volgt.
Hoewel er feiten en omstandigheden zijn die belastend voor verdachte kunnen worden uitgelegd, is er onvoldoende (direct) bewijs voorhanden waaruit blijkt dat verdachte bij het schietincident betrokken is geweest. Verdachte zal derhalve van het onder 1 ten laste gelegde feit worden vrijgesproken omdat het niet wettig en overtuigend bewezen is. Dit heeft logischerwijs tot gevolg dat ten aanzien van de hiermee verband houdende feiten 2 en 3 eveneens vrijspraak moet volgen.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit overweegt de rechtbank als volgt.
Op 13 april 2018 hebben [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beiden Buitengewoon Opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane, onderzoek verricht naar de Fiat Panda van verdachte. De rechtbank constateert, anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, dat in dit proces-verbaal duidelijk is aangegeven waarom de Fiat Panda niet voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikel 5.1.1. van de Regeling Voertuigen. Verdachte heeft over de geheime ruimte op de plaats van de air bag verklaard dat hij pas een ongeluk had gehad en dat hij de airbag nog moest laten repareren bij de garage. Uit deze verklaring leidt de rechtbank af dat verdachte op de hoogte was van deze verborgen ruimte in zijn auto, al tracht hij de aard van de ruimte te verhullen met een onaannemelijke verklaring. Daarbij komt dat verdachte blijkens een proces-verbaal van de douane eerder, in oktober 2017, een auto heeft gehad waarin een verborgen ruimte aanwezig was. Verdachte heeft daarbij geen aannemelijke verklaring voor de aanwezigheid van dit geheime vak in de Fiat Panda afgelegd. Nu verdachte bovendien zelf heeft verklaard dat hij tussen 23 en 24 januari 2018 in de Hyundai heeft gereden, hetgeen wordt bevestigd door zijn broer [naam 3] , kan het feit wettig en overtuigend bewezen worden.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
feit 4
hij in de periode gelegen tussen 23 januari 2018 tot en met 24 januari 2018, te Zwolle als bestuurder en eigenaar van een voertuig, personenauto, merk Fiat, type Panda, met het kenteken [kenteken 3] , als vermeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, met voormeld voertuig heeft gereden over de weg de [straat 2] , terwijl dat voertuig niet voldeed aan de in de afdelingen 2 tot en met 17 van Hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen, ten aanzien van de bouw of inrichting van voertuigen van de categorie waartoe het voertuig behoort, gestelde eisen, immers vertoonde de langs- en dwarsliggers en/of chassisversterkingsdelen van het chassisraam van voornoemd voertuig breuken en/of scheuren en/of waren de langs- en dwarsliggers en/of chassisversterkingsdelen van het chassisraam van voornoemd voertuig zodanig vervormd dat de stijfheid en de sterkte hiervan in gevaar werden gebracht, doordat een deel van een balk van de kooiconstructie en/of de langs- en dwarsliggers en/of chassisversterkingsdelen van het chassisraam van voornoemd voertuig was afgezaagd en/of verwijderd.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 5.1.1. en 10.1 van de Regeling Voertuigen. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 4
de overtreding: overtreding van het bepaalde bij artikel 5.1.1., eerste lid, juncto artikel 10 van de Regeling voertuigen

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van wat zij bewezen acht gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren subsidiair 20 dagen hechtenis.
De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat verdachte de verkeersveiligheid ernstig in gevaar heeft gebracht en dat enkel om goederen aan het zicht van de opsporingsinstanties te kunnen onttrekken. Er is daarom reden de gebruikelijke geldboete van € 250,- voor en dergelijk feit te vermenigvuldigen met 4 en deze om te zetten in een werkstraf.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen reden de zaak anders af te doen dan met de oplegging van een geldboete.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft tussen 23 en 24 januari 2018 op de openbare weg als bestuurder van een motorrijtuig, gereden, terwijl de kooiconstructie van de auto niet voldeed aan de bepalingen van de Regeling voertuigen. In de auto van verdachte was een geheim vak aangebracht waarvoor een deel van de balk van die kooiconstructie was afgezaagd. De kooiconstructie is de belangrijkste voorziening op het gebied van de passieve veiligheid en beschermt de inzittenden bij een botsing. Het rijden met een auto waarbij deze kooiconstructie niet voldoet, kan gevaar voor de inzittenden van die auto veroorzaken. Daarbij komt dat het geheime vak in het criminele milieu de functie heeft om goederen aan het ambtelijk toezicht te kunnen onttrekken zodat criminele doeleinden kunnen worden verhuld. Laatstgenoemde omstandigheid moet naar het oordeel van de rechtbank strafverhogend werken en geeft reden van de gebruikelijke geldboete af te wijken. Alles overwegende acht de rechtbank de gevorderde taakstraf passend en geboden.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[naam 1]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.2
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder 2 tenlastegelegde. Nu verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
8.3
De vordering van de benadeelde partij
[naam 2]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder 3 tenlastegelegde. Nu verdachte van dit feit wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikel 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 71, 177 en 178 van de Wegenverkeerswet 1994.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 4
de overtreding: overtreding van het bepaalde bij artikel 5.1.1., eerste lid, juncto artikel 10 van de Regeling voertuigen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
40 (veertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
20 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[naam 1](feit 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[naam 2](feit 3) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering;
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. M.J.C.M. Manders en mr.drs. H.M. Braam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 februari 2019. Mr. Van der Maden is niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
1.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer 1] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.1
een proces-verbaal van verhoor van [naam 3] , pagina 787 e.v., inhoudende:
(..)
V: Je verklaarde dat je broer [verdachte] de avond van 23 januari 2018 bij jou thuis gegeten heeft. Hoe
was [verdachte] naar jou toegekomen?
A: We hebben bij mijn ouders thuis gegeten. Dat staat in mijn verklaring. [verdachte] is ook bij mij thuis geweest die avond. (..)
V: Hoe is hij bij jullie gekomen?
A: Ik denk met zijn auto.
V: Wat heeft hij voor auto?
A: Een Fiat Panda, die staat ook op zijn naam.
1.2.
een proces-verbaal Belastingdienst/Douane, pagina 271 e.v., inhoudende:
(..)
2 Onderzoek
2.1
Onderzoek Fiat, type Panda, kenteken [kenteken 3]
Op 29 maart 2018 is de auto door ons onderzocht. Tijdens het onderzoek is het volgende naar
voren gekomen:
In het dashboard ter hoogte van de bijrijder is een airbagunit geplaatst, Deze airbagunit zit aan een open klapbare klep die in het dashboard zit. Aan de klep zitten bevestigingspunten die in uitsparingen behoren te vallen die aan de rand van het dashboard zitten, deze uitsparingen zijn met tape afgeplakt, hierdoor is de klep makkelijk te verwijderen. Als de klep wordt verwijderd is de airbagunit zichtbaar. De airbagunit is niet aangesloten en de cilinder ontbreekt. Op de achterzijde van de airbagunit is een mechanisch slot bevestigd.
Als de airbagunit is verwijderd uit het dashboard is er een mechanisch slot zichtbaar die aan de kooiconstructie balk is bevestigd. Van de kooiconstructie balk is een gedeelte afgezaagd.
Tevens is er een deel van het ventilatie systeem verwijderd. De ruimte die ontstaan is was met lood bekleed. Onder het stuur ter hoogte van de hendel waarmee het stuur in hoogte is te stellen, is een schakelaar bevestigd. Middels deze schakelaar is het mechanisch slot te bedienen.
De afgeschermde ruimte zoals hierboven omschreven, is geen voorziening die standaard in dit voertuig aanwezig is, of door de betreffende fabrieken worden geleverd. De ruimte is dus
achteraf ingebouwd en wel op een zeer professionele wijze. De wijze van inbouw en hoge
kwaliteit van afwerking doet derhalve vermoeden dat deze ruimte geen ander doel dient dan
het onttrekken aan het ambtelijk toezicht van voorwerpen die zich in deze afgeschermde ruimte zouden bevinden. Immers de afwerking is van dusdanige kwaliteit dat deze ruimtes niet te ontdekken zijn zonder gedegen onderzoek.
(..)
Resume
Uit het voorgaande komt naar voren dat door het plaatsen van een schakelaar onder het stuur,
het aanbrengen van bedrading ten behoeve van de bediening, het aanpassen van de airbag
klep, het verwijderen van een deel van het ventilatie systeem, het verwijderen van een deel van de kooiconstructie balk, het onklaar maken van de airbagunit en het bekleden van de ruimte met lood, een geheime bergplaats is gecreëerd, waardoor de ontstane ruimte gebruikt kan worden om goederen aan het ambtelijk toezicht onttrekken en hierdoor voldoet aan het
gestelde in artikel 1: 37 Algemene Douanewet.
De personenauto, merk Fiat, type Panda, en met het Nederlandse kenteken
[kenteken 3] is uitgerust om kennelijk goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken.
Uit de gegevens van de KVI bijgevoegd blijkt dat de inbeslagene is:
Uit de gegevens verkregen uit HSB blijkt dat de eigenaar van de voornoemde personenauto is:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum] 1995
Adres : [adres]
Postcode : [adres]
Plaats : [adres]
(..)
1.3
het proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 915 e.v. inhoudende:
(..)
V: Heb jij in de media gehoord over de schietpartij in Stadshagen?
A: ja ik heb wel wat gelezen. Iedereen in Zwolle heeft het erover, ik heb toevallig
met een vriend wat artikelen in de krant gelezen. Dit was de Stentor.
V: Wat vind je van deze schietpartij
A: het is vervelend en onzin. Het is de twee keer al dat dit in die straat gebeurd.
En die straat is de [straat 2] . Hier wonen mijn neefjes.
(..)
V: Ze wonen aan de [straat 2] , welk nummer?
A: Volgens mij is dit nummer [nummer 2] .
V: Kom je daar vaak?
A: ja, ik kom er bijna iedere dag, of ze komen hij ons of ik ben daar.
V: Wie wonen nog meer op dat adres?
A: Hun moeder, heette [naam 4]
V: En wie nog meer?
A: Mijn broer [naam 3] .
V: Is [naam 3] de vader van jouw neefjes?
A: Ja.
V: Wanneer heb jij [naam 5] voor het laatst gezien, gesproken?
A: Afgelopen dinsdag.
V: Hoe laat was dit ongeveer?
A: Ik was in de avond bij ze.
(..).
V: Waar hebben jullie het die avond over gehad?
(..)
V: Hoe ga jij naar je broer toe aan de [straat 2]
A: ik ben daar met de auto heen gegaan. Dit betreft een Fiat Panda.
V: Waar heb jij die Fiat Panda neergezet?
A: bij mijn broer, om de hoek voordat je de straat in rijdt.
1.4
een proces-verbaal Belastingdienst/Douane, pagina 283 e.v., inhoudende:
1. Aanleiding onderzoek
Door de, Politie, Eenheid Midden Nederland, is tijdens een controle op 23 oktober 2017 te
Amersfoort een Citroen, type Jumpy voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 4] in
beslag genomen.
1.1
Vraag
Naar aanleiding van hun bevinding van een mogelijke geheime bergplaats zijn wij op 23
oktober 2017 benaderd door de politie, om deze zaak verder op ons te nemen voor wat betreft de voornoemde Citroen.
2 Onderzoek
2.1
Onderzoek Citroen, type Jumpy, kenteken [kenteken 4]
Op 23 oktober 2017 is de auto door ons onderzocht tijdens het onderzoek is het volgende
naar voren gekomen:
De laadruimte van het voertuig is aangepast. In de laadruimte is een extra houten achterwand
geplaatst. In deze houten achterwand is een deur aangebracht die door middel van houten
schappen uit het zicht is onttrokken. In de rechter deur spijl is een 12 volt aansluitingsunit
bevestigd. Achter deze unit is een schakelaar geplaatst waarmee de deur kan worden
ontgrendeld.
De afgeschermde ruimte zoals hierboven omschreven is geen voorziening die standaard in
deze voertuigen aanwezig zijn, of door de betreffende fabrieken worden geleverd. Deze ruimte is dus achteraf ingebouwd en wel op een zeer professionele wijze. De wijze van inbouw en hoge kwaliteit van afwerking doet derhalve vermoeden dat deze ruimte geen ander doel dienen dan het onttrekken aan het ambtelijk toezicht van voorwerpen die zich in deze afgeschermde ruimte zouden bevinden. Immers de afwerking is van dusdanige kwaliteit dat deze ruimte niet te ontdekken is zonder gedegen onderzoek.
Resume
In de Citroen, type Jumpy zijn aanpassingen gemaakt in de laadruimte.
Uit het voorgaande komt naar voren dat door het plaatsen van een extra houten achterwand in de laadruimte, het plaatsen van schappen op de houten wand, het maken van een deur achter de schappen, het aanleggen van extra bedrading en het aansluiten van een schakelaac ten behoeve van de bediening er een geheime bergplaats is gecreëerd, waar na de ontstane ruimte gebruikt kan worden om goederen aan het ambtelijk toezicht onttrekken en hierdoor voldoet aan het gestelde in artikel 1: 37 Algemene Douanewet.
De personenauto, merk Citroen, type Jumpy, en met het Nederlandse kenteken
[kenteken 4] is uitgerust om kennelijk goederen aan het ambtelijk toezicht te onttrekken.
Uit de gegevens van de KVI bijgevoegd blijkt dat de inbeslagene is:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]