In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 28 augustus 2019 uitspraak gedaan in een kort geding betreffende een vordering tot ontruiming van een bedrijfsruimte. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft de gedaagden, die een restaurant exploiteerden in het gehuurde pand, aangeklaagd wegens huurachterstand en het niet openhouden van het restaurant. De gedaagden hebben het pand sinds 1 februari 2019 gehuurd, maar hebben de huur voor de maanden juli en augustus 2019 niet betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden in verzuim zijn, omdat de huurverplichtingen niet zijn nagekomen en het restaurant niet open was, wat in strijd is met de huurovereenkomst.
De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, omdat het spoedeisend belang van de eiseres niet is betwist. De rechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen van de gedaagden in de huurbetaling en het niet openhouden van het restaurant voldoende grond bieden voor ontbinding van de huurovereenkomst. De gedaagden zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de proceskosten. De rechter heeft ook bepaald dat de ontruiming binnen veertien dagen na betekening van het vonnis moet plaatsvinden. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de eiseres direct kan overgaan tot ontruiming indien de gedaagden niet aan de veroordelingen voldoen.