ECLI:NL:RBOVE:2019:3755

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
18 oktober 2019
Zaaknummer
C/08/224031 / HA RK 18-146
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.H.S. Lebens - de Mug
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschriftprocedure inzake verwijdering persoonsgegevens van zorgverlener op ZorgkaartNederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 oktober 2019 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure die betrekking had op de verwijdering van persoonsgegevens van een medisch specialist, aangeduid als [eiseres], van de website ZorgkaartNederland. De eiseres verzocht de rechtbank om ZorgkaartNederland te gebieden haar persoonsgegevens te verwijderen, omdat zij zich niet herkende in een negatieve waardering die op de website was geplaatst. De rechtbank oordeelde dat de gevraagde verklaringen voor recht het bestek van de verzoekschriftprocedure te buiten gingen en wees deze af. De rechtbank oordeelde dat het verzoek van eiseres ontvankelijk was, maar dat ZorgkaartNederland geen overheidsinstantie is in de zin van de AVG, waardoor de verwerking van persoonsgegevens gerechtvaardigd was op basis van de belangen van ZorgkaartNederland. De rechtbank concludeerde dat het belang van eiseres op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer niet zwaarder woog dan de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland. Daarom werd het verzoek van eiseres om verwijdering van haar persoonsgegevens afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rekestnummer: C/08/224031 / HA RK 18-146
Beschikking van 9 oktober 2019
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaats] ,
verzoekster,
advocaat mr. M. Dijkstra te Drachten,
tegen
de vereniging
PATIËNTENFEDERATIE NEDERLAND h.o.d.n. ZORGKAARTNEDERLAND,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
verweerster,
advocaat mr. H.A.J. de Jong te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Patiëntenfederatie of ZorgkaartNederland worden genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 22 oktober 2018 door de rechtbank ontvangen verzoekschrift met producties 1 tot en met 10
  • het verweerschrift met producties 1 tot en met 18
  • de aanvullende producties 1 tot en met 9 van de zijde van [eiseres]
  • de aanvullende productie 19 van de zijde van ZorgkaartNederland
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 27 maart 2019
  • de nadere conclusie van de zijde van [eiseres]
  • de nadere conclusie van de zijde van ZorgkaartNederland
  • de antwoordconclusie van de zijde van [eiseres]
  • de antwoordconclusie van de zijde van ZorgkaartNederland.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] werkt als medisch specialist in een ziekenhuis.
2.2.
De Patiëntenfederatie vertegenwoordigt verschillende patiëntenorganisaties. Zij exploiteert onder de naam ZorgkaartNederland daarnaast de website
www.zorgkaartnederland.nl. Via deze website kunnen patiënten zoeken naar een zorgverlener. Van de zorgverleners die op de website staan, is naam, geslacht, specialisme en werkgever vermeld.
2.3.
Via de website kunnen waarderingen worden geplaatst over zorgverleners waarbij verschillende onderdelen (in totaal 7) gewaardeerd kunnen worden met een cijfer (van 1 tot 10). Daarnaast is ruimte voor een toelichting. De waarderingen zijn anoniem.
Onder de waarderingen staat de tekst: “de redactie kan een waardering niet op waarheid controleren. Een waardering is de persoonlijke mening van de inzender”.
Ook is onder elke waardering een reactiemogelijkheid gegeven voor de zorgaanbieder, waarbij deze kan reageren op de anonieme waardering.
2.4.
ZorgkaartNederland wordt geadviseerd door een adviesraad waarin landelijke branche- en beroepsorganisaties van universitaire medische centra, ziekenhuizen, apothekers, artsen, medisch specialisten, de koepel van verpleeg- en verzorgingshuizen, fysiotherapeuten, tandartsen en huisartsen zijn vertegenwoordigd.
2.5.
ZorgkaartNederland hanteert een gedragscode waaraan waarderingen moeten voldoen. In deze gedragscode staat onder meer dat in de waardering altijd een toelichting moet worden gegeven bij de cijfers, dat men zich moet houden aan fatsoensnormen en dat men feiten moet beschrijven en geen vermoedens.
De redactie van ZorgkaartNederland behoudt zich volgens de gedragscode het recht voor een waardering niet te plaatsen of te verwijderen.
2.6.
In de zomer van 2018 is een waardering over [eiseres] geplaatst op ZorgkaartNederland. [eiseres] is daarbij op alle onderdelen gewaardeerd met een ‘2’. In de vrije toelichting staat:
“Vreselijke dokter. Laat beslissingen niet aan de patiënt over. Beledigend, en onjuiste zorg geleverd, oftewel geen zorg geleverd. Buiten het boekje gegaan omtrent haar eigen mening, totaal geen respect gehad voor onze mening en beslissing.”
2.7.
Op 16 juli 2018 heeft [eiseres] aan de redactie gemaild dat zij zich niet herkende in de beoordeling en verzocht in contact te kunnen worden gebracht met de auteur van de beoordeling.
In een e-mail van 18 juli 2018 heeft [eiseres] aan de redactie ZorgkaartNederland gevraagd of het mogelijk was haar naam en alle beoordelingen van ZorgkaartNederland te verwijderen.
Dezelfde dag heeft ZorgkaartNederland per e-mail aan [eiseres] laten weten dat niet zal worden voldaan aan het verzoek haar vermelding en de daarbij behorende waarderingen van ZorgkaartNederland te verwijderen.
Wel is de waardering een korte tijd offline geplaatst om de inzender te vragen of deze in contact wilde komen met [eiseres] . Ook is de inzender verzocht om bewijs dat deze patient was geweest van [eiseres] . Hierna is de waardering weer online geplaatst.
2.8.
Bij brief van 12 september 2018 heeft [eiseres] ZorgkaartNederland gesommeerd de waardering en alle persoonsgegevens van [eiseres] van
www.zorgkaartnederland.nlte verwijderen en verwijderd te houden. Daarnaast heeft zij ZorgkaartNederland gesommeerd diverse gegevens te verstrekken waarmee de identiteit van de inzender van de waardering kan worden achterhaald.
2.9.
ZorgkaartNederland heeft bij schrijven van 21 september 2018 laten weten niet aan de sommatie te zullen voldoen.
2.10.
De waardering is inmiddels, op verzoek van de inzender, verwijderd.

3.Het verzoek

3.1.
[eiseres] verzoekt dat de rechtbank, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad:
I.
voor recht zal verklaren dat:
de verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] door ZorgkaartNederland niet noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland in de zin van artikel 6 lid 1 sub f van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG);
ZorgkaartNederland ook overigens geen rechtsgeldige grondslag heeft om persoonsgegevens van [eiseres] te verwerken in de zin van artikel 6 van de AVG;
de verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] door ZorgkaartNederland via de website
www.zorgkaartnederland.nlonrechtmatig is jegens [eiseres] ;
ZorgkaartNederland in strijd handelt met artikel 17 en artikel 21 van de AVG, doordat ZorgkaartNederland het [eiseres] niet mogelijk maakt om bezwaar te maken tegen de verwerking van haar persoonsgegevens ex artikel 21 van de AVG en het [eiseres] niet mogelijk maakt om haar persoonsgegevens van
www.zorgkaartnederland.nlte (laten) verwijderen ex artikel 17 van de AVG;
ZorgkaartNederland niet transparant communiceert over de wijze waarop zij de persoonsgegevens van [eiseres] verwerkt;
ZorgkaartNederland een onduidelijke en onvolledige privacyverklaring hanteert, hetgeen in strijd is met artikel 13 van de AVG;
ZorgkaartNederland op basis van enkel een naam, e-mailadres en IP-adres van de inzender niet kan vaststellen dat de inzender van de Recensie patiënt is geweest van [eiseres] ;
II.
ZorgkaartNederland zal gebieden om binnen 24 uur na betekening van deze beschikking alle persoonsgegevens van [eiseres] op de website
www.zorgkaartnederland.nlen alle andere persoonsgegevens die ZorgkaartNederland van [eiseres] verwerkt, te verwijderen en verwijderd te houden;
III.
ZorgkaartNederland zal veroordelen tot betaling aan [eiseres] van een onmiddellijk opeisbare en niet voor compensatie vatbare dwangsom van € 10.000,00 voor iedere gehele of gedeeltelijke overtreding van het gebod, zoals genoemd onder II. Hierboven, te vermeerderen met een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat deze overtreding voortduurt met een maximum tot € 250.000,00;
IV.
ZorgkaartNederland zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
ZorgkaartNederland voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De gevraagde verklaringen voor recht

4.1.
Met artikel 35 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: UAVG) heeft de wetgever voorzien in een specifieke verzoekschriftprocedure. Een belanghebbende kan de rechtbank verzoeken de verwerkingsverantwoordelijke te bevelen een verzoek als bedoeld in artikel 15 tot en met 22 van de AVG alsnog toe of af te wijzen. De artikelen 15 tot en met 22 van de AVG zien onder meer op inzagerecht, recht op rectificatie, het wissen van gegevens en het beperken van de verwerking daarvan.
4.2.
De rechtbank kan in deze specifieke verzoekschriftprocedure dus slechts bevelen dat een verzoek als bedoeld in artikel 15 tot en met 22 van de AVG alsnog moet worden toe- of afgewezen. De door [eiseres] gevorderde verklaringen voor recht gaan het bestek van deze verzoekschriftprocedure te buiten en zullen daarom worden afgewezen.
Verwijderen en verwijderd houden persoonsgegevens van [eiseres] op www.zorgkaartnederland.nl
Omvang verzoek
4.3.
De rechtbank verstaat het onder II verzochte zo dat [eiseres] hiermee heeft verzocht een verwijdering van haar persoonsgegevens in algemene zin zodat zij niet langer beoordeeld kan worden. Een (subsidiair) verzoek tot het verwijderd houden van de gewraakte recensie leest de rechtbank niet in het verzoek.
Ontvankelijkheid
4.4.
In artikel 35 lid 2 van de UAVG is - kort gezegd - bepaald dat een verzoekschrift als hier aan de orde wordt ingediend binnen zes weken na ontvangst van het antwoord van de verwerkingsverantwoordelijke. ZorgkaartNederland stelt zich op het standpunt dat zij op 18 juli 2018 heeft beslist op het door [eiseres] gedane verzoek haar gegevens te verwijderen. Volgens ZorgkaartNederland is het verzoekschrift dat op 22 oktober 2018 door de griffie is ontvangen dan ook te laat.
4.5.
De rechtbank volgt ZorgkaartNederland niet in dit standpunt. [eiseres] heeft op 18 juli 2018 per e-mail geïnformeerd naar de mogelijkheid haar gegevens te verwijderen. Allereerst is het de vraag of dit moet worden aangemerkt als een verzoek in de zin van artikel 17 van de AVG. Als dat niet zo is, kan ook de reactie op deze vraag van ZorgkaartNederland in de antwoordmail van 18 juni 2018 niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 35 van de UAVG. Maar ook als deze antwoordmail wel moet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 35 van de UAVG, leidt dat niet tot de conclusie dat het verzoekschrift van [eiseres] te laat is ingediend. De in artikel 35 van de UAVG opgenomen termijn laat immers onverlet dat een belanghebbende opnieuw kan verzoeken gegevens te verwijderen, waarop een (nieuw) besluit zal moeten volgen met een nieuwe termijn voor het indienen van een verzoekschrift. [eiseres] heeft bij brief van 12 september 2018 verzocht haar persoonsgegevens te verwijderen. Bij brief van 21 september 2018 heeft ZorgkaartNederland meegedeeld aan dit verzoek niet te zullen voldoen. Het verzoekschrift is vervolgens binnen de termijn van zes weken door de griffie ontvangen en is daarmee tijdig gedaan.
Zwarte lijst
4.6.
Onjuist is het standpunt van [eiseres] dat
www.zorgkaartnederland.nlmoet worden aangemerkt als een ‘zwarte lijst’ waarvoor een vergunning van de Autoriteit Persoonsgegevens is vereist.
De gangbare betekenis van het begrip ‘zwarte lijst’ is een lijst met het doel personen of organisaties te ‘waarschuwen’ voor de daarop vermelde personen of instellingen. Dat doel is bij
www.zorgkaartnederland.nlniet aan de orde. Dat negatieve beoordelingen kunnen worden gegeven maakt dat niet anders.
Is ZorgkaartNederland een overheidsinstantie in de zin van artikel 6 lid 1 AVG?
4.7.
ZorgkaartNederland betoogt dat de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is voor de behartiging van haar gerechtvaardigde belangen en dat de belangen of de grondrechten en fundamentele vrijheden van [eiseres] niet zwaarder wegen (artikel 6 lid 1 sub f van de AVG). [eiseres] betoogt dat ZorgkaartNederland een overheidsinstantie is. De relevantie van dat betoog is dat een overheidsinstantie de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van haar taken niet mag baseren op de aanwezigheid van een gerechtvaardigd belang.
4.8.
De rechtbank constateert dat de AVG geen definitie geeft van het begrip overheidsinstantie of -orgaan. Uit de AVG volgt wel dat hier niet alleen de landelijke of lokale overheden onder vallen maar ook andere publiekrechtelijke instellingen en organisaties. Wat onder overheidsinstantie in de zin van de AVG moet worden verstaan moet worden bepaald naar het nationale recht.
4.9.
De Nederlandse wetgeving kent geen bepaling waarin het begrip ‘overheidsinstantie of -orgaan’ is gedefinieerd. Wel is in artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht gedefinieerd wat onder ‘bestuursorgaan’ moet worden verstaan, namelijk:
een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
4.10.
Deze definitie doet recht aan de (ruime) strekking die ingevolge de AVG aan het begrip overheidsinstantie moet worden gegeven. Dat ook de wetgever deze definitie van het begrip overheidsinstantie voor ogen heeft gehad bij de uitvoering van de AVG blijkt uit de verwijzing naar artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht in de memorie van toelichting bij de Aanpassingswet Algemene verordening gegevensbescherming (Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 34 939, nr. 3 p. 53).
Bij de beoordeling of ZorgkaartNederland moet worden aangemerkt als een overheidsinstantie in de zin van de AVG zal de rechtbank dan ook aansluiten bij de in artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht gegeven definitie van het begrip bestuursorgaan.
4.11.
ZorgkaartNederland noch Patiëntenfederatie is (een orgaan van) een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon zodat zij niet kan worden aangemerkt als een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de Awb.
4.12.
In haar uitspraak van 17 september 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2014:3379) overwogen dat:
“Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon een bestuursorgaan als dat orgaan met openbaar gezag is bekleed. Daarvoor is bepalend of aan dat orgaan een publiekrechtelijke bevoegdheid tot het eenzijdig bepalen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten is toegekend. Openbaar gezag kan in beginsel slechts bij wettelijk voorschrift worden toegekend. Als een daartoe strekkend wettelijk voorschrift ontbreekt, is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon in beginsel geen bestuursorgaan. Bij organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen aan derden verstrekken, kan zich evenwel een uitzondering op deze regel voordoen, waardoor die organen toch bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, aanhef onder b, van de Awb zijn. [..].”
Van een wettelijk voorschrift waarbij aan Patiëntenfederatie/ZorgkaartNederland openbaar gezag is toegekend is niet gebleken. Nu ook het verstrekken van geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen door ZorgkaartNederland niet aan de orde is, moet worden geconcludeerd dat ZorgkaartNederland niet als bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub b van de Awb, kan worden aangemerkt.
4.13.
Uit het voorgaande volgt dat ZorgkaartNederland geen overheidsinstantie is in de zin van artikel 6 lid 1 van de AVG, zodat dit niet aan een beroep op artikel 6 lid 1 sub f van de AVG in de weg staat.
Gerechtvaardigd belang
4.14.
De doelstelling van ZorgkaartNederland is het bevorderen van de vindbaarheid van het zorgaanbod en het bieden van kwalitatieve keuze-informatie voor patiënten. Ten behoeve van het bereiken van deze doelstelling worden persoonsgegevens van BIG-geregistreerde zorgverleners op ZorgkaartNederland vermeld en is er de mogelijkheid deze zorgverleners te waarderen. Personen op zoek naar een zorgverlener kunnen zoeken op specialisme, vestigingsplaats en geslacht. Zo kunnen zij, onder meer met behulp van de daarbij gevonden waarderingen, een keuze maken voor een zorgverlener. ZorgkaartNederland is onderdeel van de Patiëntenfederatie. Zorgverleners zijn door middel van verschillende (beroeps)organisaties vertegenwoordigd in de adviesraad van ZorgkaartNederland.
4.15.
De rechtbank is van oordeel dat de doelstelling van ZorgkaartNederland gerechtvaardigd is en als zodanig niet in strijd is met de AVG. Een alternatief instrument waarbij zorgverleners met een bepaald specialisme en in een bepaalde regio kunnen worden vergeleken op onderdelen die door de individuele patiënt belangrijk worden gevonden, bestaat niet. De rechtbank is van oordeel dat het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens van [eiseres] , die arts is, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld en verwerkt, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig is. Het beroep van ZorgkaartNederland op artikel 6 lid 1 onder f AVG slaagt: in dit geval is de verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland (recht op informatie/vrije artsenkeuze voor de patiënt). Zonder de gebruikte gegevens (naam, specialisme, werkgever, geslacht) is een goede vergelijking niet mogelijk.
4.16.
Ten aanzien van de vraag of in dit geval de fundamentele rechten en vrijheden van [eiseres] , in het bijzonder het recht op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer, prevaleren boven het gerechtvaardigde belang van ZorgkaartNederland, neemt de rechtbank het volgende in aanmerking.
Het vermelden van persoonsgegevens op ZorgkaartNederland is een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] . Daar staat tegenover dat de verwerkte persoonsgegevens beperkt zijn tot die gegevens die betrekking hebben op haar beroep van zorgverlener. Daarbij komt dat deze gegevens ook al elders op internet beschikbaar zijn (bijvoorbeeld via het BIG-register en de werkgever van [eiseres] ). Het voorgaande in aanmerking genomen is de rechtbank van oordeel dat het belang van [eiseres] op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer minder zwaar weegt dan het hiervoor beschreven belang van ZorgkaartNederland. De omstandigheid dat de verwerking van de persoonsgegevens samen kan gaan met één of meer negatieve waarderingen maakt het voorgaande niet anders. Daarbij speelt een rol dat de door ZorgkaartNederland opgestelde gedragscode, mits strikt nageleefd, in beginsel voldoende waarborgen biedt om te voorkomen dat ongefundeerde en beschadigende (lees: onrechtmatige) waarderingen worden geplaatst.
Conclusie
4.17.
Gezien het voorgaande bestaat onvoldoende aanleiding om het belang van [eiseres] op bescherming van haar persoonlijke levenssfeer te laten prevaleren. Dat betekent dat het verzoek van [eiseres] te bevelen dat ZorgkaartNederland al haar persoonsgegevens zal verwijderen, zal worden afgewezen. Dat geldt ook voor de door haar verlangde dwangsom.
Proceskosten
4.18.
De rechtbank ziet aanleiding de proceskosten tussen partijen te compenseren. Het volgende is daarbij van belang.
Uit de mailwisseling tussen [eiseres] en ZorgkaartNederland blijkt dat het verzoek van [eiseres] is ingegeven door de negatieve waardering als hiervoor weergegeven onder 2.6. [eiseres] wil niet dat opnieuw een dergelijke waardering wordt geplaatst. Bij vonnis van heden in de zaak met zaaknummer/rolnummer C/08/224827 / HA ZA 18-501 heeft de rechtbank geoordeeld dat de (inmiddels verwijderde) waardering onrechtmatig is en dat ZorgkaartNederland onvoldoende heeft gecontroleerd of de waardering aan de eigen gedragscode voldeed. De rechtbank is van oordeel dat het risico dat ZorgkaartNederland door dit nalaten in een procedure als bedoeld in artikel 35 UAVG zou worden betrokken, voor haar rekening dient te blijven.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het verzochte af,
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H.S. Lebens - de Mug en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2019. [1]

Voetnoten

1.type: