ECLI:NL:RBOVE:2019:3754

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
18 oktober 2019
Zaaknummer
C/08/224827 / HA ZA 18-501
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.H.S. Lebens - de Mug
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige waardering van zorgverlener op ZorgkaartNederland en de gevolgen voor de verwerking van persoonsgegevens

In deze zaak heeft eiseres, een medisch specialist, een rechtszaak aangespannen tegen ZorgkaartNederland, vertegenwoordigd door de Patiëntenfederatie Nederland, vanwege een onrechtmatige waardering die op de website was geplaatst. De waardering, die in de zomer van 2018 werd gepubliceerd, gaf eiseres op alle onderdelen een '2' en bevatte ernstige beschuldigingen zonder feitelijke onderbouwing. Eiseres verzocht ZorgkaartNederland om haar persoonsgegevens te verwijderen en de waardering te rectificeren, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de waardering niet voldeed aan de gedragscode van ZorgkaartNederland, die vereist dat waarderingen feitelijk onderbouwd zijn en dat er een toelichting bij de cijfers wordt gegeven. De rechtbank verklaarde dat ZorgkaartNederland onrechtmatig had gehandeld door de waardering te plaatsen en deze gedurende lange tijd online te houden. Eiseres werd in het gelijk gesteld en de rechtbank veroordeelde ZorgkaartNederland tot schadevergoeding, die nader moest worden vastgesteld in een schadestaatprocedure. Daarnaast werd ZorgkaartNederland verboden de waardering opnieuw online te plaatsen en werd een dwangsom opgelegd voor elke dag dat dit niet zou gebeuren. De proceskosten werden ook aan ZorgkaartNederland opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/224827 / HA ZA 18-501
Vonnis van 9 oktober 2019
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaats] ,
eiseres,
advocaat mr. M. Dijkstra te Drachten,
tegen
de vereniging
PATIËNTENFEDERATIE NEDERLAND h.o.d.n. ZORGKAARTNEDERLAND,
gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
gedaagde,
advocaat mr. H.A.J. de Jong te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Patiëntenfederatie of ZorgkaartNederland genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 20 februari 2019
  • de aanvullende producties 1 tot en met 9 van de zijde van [eiseres]
  • de aanvullende productie 19 van de zijde van ZorgkaartNederland
  • het proces-verbaal van comparitie van 27 maart 2019
  • de nadere conclusie van [eiseres]
  • de nadere conclusie van ZorgkaartNederland
  • de antwoordconclusie van [eiseres]
  • de antwoordconclusie van ZorgkaartNederland.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] werkt als medisch specialist in een ziekenhuis.
2.2.
De Patiëntenfederatie vertegenwoordigt verschillende patiëntenorganisaties. Zij exploiteert onder de naam ZorgkaartNederland daarnaast de website
www.zorgkaartnederland.nl. Via deze website kunnen patiënten zoeken naar een zorgverlener. Van de zorgverleners die op de website staan, is naam, geslacht, specialisme en werkgever vermeld.
2.3.
Via de website kunnen waarderingen worden geplaatst over zorgverleners waarbij verschillende onderdelen (in totaal 7) gewaardeerd kunnen worden met een cijfer (van 1 tot 10). Daarnaast is ruimte voor een toelichting. De waarderingen zijn anoniem.
Onder de waarderingen staat de tekst: “de redactie kan een waardering niet op waarheid controleren. Een waardering is de persoonlijke mening van de inzender”.
Ook is onder elke waardering een reactiemogelijkheid gegeven voor de zorgaanbieder, waarbij deze kan reageren op de anonieme waardering.
2.4.
ZorgkaartNederland wordt geadviseerd door een adviesraad waarin landelijke branche- en beroepsorganisaties van universitaire medische centra, ziekenhuizen, apothekers, artsen, medisch specialisten, de koepel van verpleeg- en verzorgingshuizen, fysiotherapeuten, tandartsen en huisartsen zijn vertegenwoordigd.
2.5.
ZorgkaartNederland hanteert een gedragscode waaraan waarderingen moeten voldoen. In deze gedragscode staat onder meer dat in de waardering altijd een toelichting moet worden gegeven bij de cijfers, dat men zich moet houden aan fatsoensnormen en dat men feiten moet beschrijven en geen vermoedens.
De redactie van ZorgkaartNederland behoudt zich volgens de gedragscode het recht voor een waardering niet te plaatsen of te verwijderen.
2.6.
In de zomer van 2018 is een waardering over [eiseres] geplaatst op ZorgkaartNederland. [eiseres] is daarbij op alle onderdelen gewaardeerd met een ‘2’. In de vrije toelichting staat:
“Vreselijke dokter. Laat beslissingen niet aan de patiënt over. Beledigend, en onjuiste zorg geleverd, oftewel geen zorg geleverd. Buiten het boekje gegaan omtrent haar eigen mening, totaal geen respect gehad voor onze mening en beslissing.”
2.7.
Op 16 juli 2018 heeft [eiseres] aan de redactie gemaild dat zij zich niet herkende in de beoordeling en verzocht in contact te kunnen worden gebracht met de auteur van de beoordeling.
In een e-mail van 18 juli 2018 heeft [eiseres] aan de redactie ZorgkaartNederland gevraagd of het mogelijk was haar naam en alle beoordelingen van ZorgkaartNederland te verwijderen.
Dezelfde dag heeft ZorgkaartNederland per e-mail aan [eiseres] laten weten dat niet zal worden voldaan aan het verzoek haar vermelding en de daarbij behorende waarderingen van ZorgkaartNederland te verwijderen.
Wel is de waardering een korte tijd offline geplaatst om de inzender te vragen of deze in contact wilde komen met [eiseres] . Ook is de inzender verzocht om bewijs dat deze patient was geweest van [eiseres] . Hierna is de waardering weer online geplaatst.
2.8.
Bij brief van 12 september 2018 heeft [eiseres] ZorgkaartNederland gesommeerd de waardering en alle persoonsgegevens van [eiseres] van
www.zorgkaartnederland.nlte verwijderen en verwijderd te houden. Daarnaast heeft zij ZorgkaartNederland gesommeerd diverse gegevens te verstrekken waarmee de identiteit van de inzender van de waardering kan worden achterhaald.
2.9.
ZorgkaartNederland heeft bij schrijven van 21 september 2018 laten weten niet aan de sommatie te zullen voldoen.
2.10.
De waardering is inmiddels, op verzoek van de inzender, verwijderd.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I.
voor recht zal verklaren dat:
de verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] voor ZorgkaartNederland niet noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland in de zin van artikel 6 lid 1 sub f van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG);
ZorgkaartNederland ook overigens geen rechtsgeldige grondslag heeft om persoonsgegevens van [eiseres] te verwerken in de zin van artikel 6 van de AVG;
de verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] door ZorgkaartNederland via de website
www.zorgkaartnederland.nlonrechtmatig is jegens [eiseres] ;
ZorgkaartNederland in strijd handelt met artikel 17 en 21 van de AVG, doordat ZorgkaartNederland het [eiseres] niet mogelijk maakt om bezwaar te maken tegen de verwerking van haar persoonsgegevens ex artikel 21 van de AVG, en het [eiseres] niet mogelijk maakt om haar persoonsgegevens van
www.zorgkaartnederland.nlte (laten) verwijderen ex artikel 17 van de AVG;
ZorgkaartNederland niet transparant communiceert over de wijze waarop zij de persoonsgegevens van [eiseres] verwerkt;
ZorgkaartNederland een onduidelijke en onvolledige privacyverklaring hanteert, hetgeen in strijd is met artikel 13 AVG;
ZorgkaartNederland op basis van enkel een naam, e-mailadres en IP-adres van de inzender niet kan vaststellen dat de inzender van de waardering patiënt is (geweest) van [eiseres] ;
de waardering onrechtmatig is jegens [eiseres] , althans voor recht zal verklaren dat die passages uit de waardering onrechtmatig zijn die de rechtbank onrechtmatig beoordeelt;
ZorgkaartNederland onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] door de waardering maandenlang op
www.zorgkaartnederland.nlgepubliceerd te hebben;
ZorgkaartNederland onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] door aan haar niet de gegevens te verstrekken van de anonieme inzender;
ZorgkaartNederland de schade van [eiseres] als gevolg van het onrechtmatig handelen jegens [eiseres] dient te vergoeden;
II.
ZorgkaartNederland zal gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis alle persoonsgegevens van [eiseres] op de website
www.zorgkaartnederland.nlen alle andere persoonsgegevens die ZorgkaartNederland over [eiseres] verwerkt, te verwijderen en verwijderd te houden;
III.
ZorgkaartNederland zal gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis informatie te verstrekken die tot het achterhalen van de identiteit van de inzender van de waardering kan leiden (IP-adressen, namen, telefoonnummers, e-mailadressen enz.);
IV.
Zorgkaart Nederland zal verbieden de waardering weer online te (laten) plaatsen, althans die passages uit de waardering online te (laten) plaatsen die de rechtbank onrechtmatig beoordeelt;
V.
ZorgkaartNederland zal veroordelen tot betaling aan [eiseres] van een onmiddellijk opeisbare en niet voor compensatie vatbare dwangsom van € 10.000,00 voor iedere gehele of gedeeltelijke overtreding van de verboden en geboden, zoals genoemd onder II. tot en met IV. hierboven, te vermeerderen met een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat deze overtreding voortduurt met een maximum van € 250.000,00;
VI.
ZorgkaartNederland zal veroordelen tot vergoeding van de door [eiseres] geleden schade als gevolg van het onrechtmatige handelen van ZorgkaartNederland, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
VII.
ZorgkaartNederland zal veroordelen in de proceskosten.
3.2.
ZorgkaartNederland voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Misbruik van procesrecht

4.1.
De rechtbank volgt ZorgkaartNederland niet in haar meest verstrekkende verweer dat [eiseres] in een groot deel van haar vorderingen niet kan worden ontvangen omdat sprake is van misbruik van procesrecht. Juist is dat [eiseres] in deze dagvaardingsprocedure een aantal vorderingen heeft ingesteld die qua inhoud en strekking overeenkomen met de door haar in een verzoekschriftprocedure (met kenmerk C/08/224031 / HA RK 18-146) gedane verzoeken. De door [eiseres] gestarte verzoekschriftprocedure betreft een verzoek als bedoeld in artikel 35 UAVG. Met deze specifieke verzoekschriftprocedure kan slechts bewerkstelligd worden dat de rechtbank bepaalt dat een verzoek als bedoeld in artikel 15 tot en met 22 van de AVG alsnog moet worden toe- of afgewezen. Met uitzondering van de wens haar gegevens te verwijderen, gaan de eisen van [eiseres] het bestek van een verzoekschriftprocedure als bedoeld in artikel 35 UAVG te buiten. Voor het grootste deel van haar eisen is [eiseres] dus aangewezen op de ‘gewone’ dagvaardingsprocedure. Dat [eiseres] deze dagvaardingsprocedure aanhangig heeft gemaakt naast een verzoekschriftprocedure leidt dan ook niet tot het oordeel dat zij misbruik maakt van procesrecht.
De verwerking van persoonsgegevens door ZorgkaartNederland
4.2.
Bij beschikking van heden in de verzoekschriftprocedure met kenmerk C/08/224031 / HA RK 18-146 heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van ZorgkaartNederland op artikel 6 lid 1 onder f AVG slaagt. De verwerking van de persoonsgegevens van [eiseres] is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van ZorgkaartNederland (recht op informatie/vrije artsenkeuze voor de patiënt) en er is onvoldoende aanleiding het belang van [eiseres] op bescherming van de persoonlijke levenssfeer te laten prevaleren. Naast afwijzing van het verzoek leidt deze conclusie tot afwijzing van de onder I. a, I. b en I. c gevorderde verklaringen voor recht en het onder II. gevorderde gebod. Ook leidt dit tot afwijzing van de onder V. gevorderde dwangsom, voor zover deze betrekking heeft op het onder II. verlangde gebod.
De (inmiddels verwijderde) waardering
4.3.
Nu de vraag of ZorgkaartNederland een geslaagd beroep kan doen op het bepaalde in artikel 6 lid 1 onder f van de AVG met ‘ja’ moet worden beantwoord komt de vraag aan de orde of ZorgkaartNederland onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] door de (inmiddels verwijderde) waardering te plaatsen. Ook deze vraag moet met ‘ja’ worden beantwoord. Daartoe is het volgende redengevend.
4.4.
ZorgkaartNederland verwerkt persoonsgegevens van zorgverleners, plaatst deze op internet en maakt waarderingen door patiënten mogelijk. Uit 4.2 volgt dat ZorgkaartNederland bij de verwerking van persoonsgegevens een gerechtvaardigd belang heeft. Bij deze conclusie is in de beschikking in de verzoekschriftprocedure ook meegewogen dat de door ZorgkaartNederland opgestelde gedragscode, mits strikt nageleefd, in beginsel voldoende waarborgen biedt om te voorkomen dat ongefundeerde en beschadigende (lees: onrechtmatige) waarderingen worden geplaatst. Het ligt op de weg van ZorgkaartNederland ervoor te zorgen dat (alleen) waarderingen geplaatst worden die aan deze gedragscode voldoen en waarderingen die daar niet mee in overeenstemming zijn te verwijderen. Laat ZorgkaartNederland dit na dan handelt zij onzorgvuldig jegens de zorgverlener. De vraag nu is of de inmiddels verwijderde waardering aan de gedragscode voldoet.
4.5.
In de waardering wordt op alle onderdelen een ‘2’ gescoord. In plaats van de in de gedragscode verlangde toelichting bij de cijfers is in de vrije tekst volstaan met het geven van een aantal kwalificaties en het uiten van beschuldigingen (“vreselijke dokter”, “beledigend”, “onjuiste zorg geleverd, oftewel geen zorg geleverd”, “buiten het boekje gegaan omtrent haar eigen mening” en “geen respect voor onze mening en beslissing”). Een beschrijving van de feiten, zoals in de gedragscode benoemd, is niet gegeven.
Ook blijft het zonder enige onderbouwing bestempelen van een zorgverlener als “vreselijke dokter” niet binnen de in de gedragscode genoemde fatsoensnormen.
Het niet naleven van de gedragscode maakt ook de gegeven reactiemogelijkheid van de zorgverlener illusoir. De omstandigheid dat enkel gereageerd kan worden op een anonieme waardering beperkt de zorgverlener al aanzienlijk in zijn mogelijkheden adequaat te reageren. Wanneer een waardering daarnaast alleen uit niet onderbouwde kwalificaties en beschuldigingen bestaat is een zinnige reactie (anders dan dat de zorgverlener zich niet herkent in het gegeven beeld) niet mogelijk.
4.6.
Dat de waardering niet in overeenstemming is met de door ZorgkaartNederland opgestelde gedragscode, klemt te meer nu de in de waardering gegeven kwalificaties en geuite beschuldigen bijzonder ernstig zijn. Zo is de conclusie dat geen of onjuiste zorg is verleend een zwaar verwijt, terwijl niet is uitgelegd welke zorg dan niet is verleend en waarom dat wel had gemoeten. De gegrondheid van de geuite beschuldiging(en) kan door het ontbreken van welke toelichting dan ook op geen enkele wijze op waarde worden geschat. Zonder een beschrijving van de feiten kan niet worden ingeschat of de waardering begrijpelijk, overdreven of totaal ongefundeerd is. De enkele omstandigheid dat ZorgkaartNederland na controle de overtuiging heeft gekregen dat de waardering afkomstig is van een (ex-)patiënt van [eiseres] neemt deze bezwaren tegen de waardering niet weg. Ook ex-patiënten kunnen waarderingen geven die niet in overeenstemming zijn met de onderliggende feiten.
4.7.
Nu de inhoud van de waardering niet aan de gedragscode voldoet en daarnaast zo negatief is dat aannemelijk was dat dit tot (reputatie)schade aan de zijde van [eiseres] zou leiden, heeft ZorgkaartNederland onrechtmatig gehandeld door de waardering te plaatsen zonder (deugdelijk) te controleren of deze wel aan de gedragscode voldeed. Ook heeft zij onrechtmatig gehandeld door de waardering niet aanstonds (definitief) te verwijderen nadat [eiseres] ZorgkaartNederland wees op (de inhoud van) de waardering. Dit was immers hét moment waarop ZorgkaartNederland de waardering nog eens kritisch had moeten bekijken en moeten constateren dat er een waardering was geplaatst die niet voldeed aan de gedragscode. De waardering is uiteindelijk niet op initiatief van ZorgkaartNederland verwijderd, maar op verzoek van de inzender die, zo begrijpt de rechtbank, bang was dat zijn/haar identiteit alsnog door [eiseres] zou kunnen worden achterhaald.
4.8.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de onder I. h en I. i gevraagde verklaringen voor recht zullen worden toegewezen in die zin dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat ZorgkaartNederland met het plaatsen en gedurende langere tijd geplaatst houden van de waardering onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] . Ook het onder IV. gevorderde verbod de waardering weer online te laten plaatsen zal worden toegewezen, net als de onder V. gevorderde dwangsom, voor zover deze ziet op dit verbod. Wel zal de gevorderde dwangsom worden beperkt en gemaximeerd.
Schadevergoeding/verwijzing schadestaat
4.9.
Het feit dat de gedraging van ZorgkaartNederland als een onrechtmatige daad moet worden aangemerkt, betekent dat hij op grond van het bepaalde in artikel 6:162 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht is de schade van [eiseres] als gevolg van die gedraging aan haar te vergoeden. De onder I. k gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden toegewezen.
4.10.
[eiseres] heeft met het oog op vaststelling van de hoogte van de schade verwijzing naar de schadestaatprocedure gevorderd. Een verwijzing naar de schadestaatprocedure kan volgen indien de mogelijkheid van schade als gevolg van de onrechtmatige daad van ZorgkaartNederland aannemelijk is. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval. Gelet op de zeer negatieve inhoud van de waardering is voldoende aannemelijk dat de mogelijkheid bestaat dat [eiseres] schade heeft geleden door een negatieve impact van de waardering op haar reputatie en/of doordat patiënten niet door haar behandeld wilden worden.
4.11.
De schade kan in de onderhavige procedure niet worden begroot. Daarvoor ontbreken voldoende gegevens en zal mogelijk ook nog onderzoek nodig zijn door deskundigen. De rechtbank zal de zaak dan ook verwijzen naar de schadestaatprocedure en daarmee de vordering onder VI. toewijzen. Daarbij bestaat overigens geen aanleiding nu al een beslissing te nemen over de toewijsbaarheid van wettelijke rente over de te vergoeden schade. Ook dit zal in de schadestaatprocedure aan de orde moeten komen.
Verstrekken van gegevens van de inzender
4.12.
De rechtbank zal de vorderingen die betrekking hebben op het achterhalen van de identiteit van de inzender (I. j en III.) niet toewijzen om de volgende reden.
4.13.
Als ZorgkaartNederland gegevens zou verstrekken waarmee [eiseres] achter de identiteit van de inzender zou kunnen komen, zou ZorgkaartNederland (mogelijk) onrechtmatig handelen jegens de inzender. Niet alleen is de inzender anonimiteit gegarandeerd (het plaatsen van een waardering mág zelfs slechts anoniem), de inzender heeft ook expliciet te kennen gegeven niet te willen dat zijn/haar identiteit bij [eiseres] bekend wordt.
4.14.
Het belang dat [eiseres] heeft bij het achterhalen van de identiteit (het leren van de casus en het eventueel aansprakelijk kunnen stellen van de inzender) weegt niet op tegen het belang van ZorgkaartNederland niet onrechtmatig te handelen jegens de inzender. Hierbij is van belang dat ZorgkaartNederland als (mede)verantwoordelijke voor het plaatsen van de waardering gehouden is eventuele door [eiseres] geleden schade te vergoeden. Ook is zeer de vraag of het achterhalen van de identiteit van de inzender tot een nuttige reflectie op de casus zal kunnen leiden. De enkele mogelijkheid dat dit zo is weegt in ieder geval onvoldoende zwaar.
Overige gevraagde verklaringen voor recht
4.15.
[eiseres] heeft nog diverse verklaringen van recht gevraagd (I. d tot en met I. g) zonder haar belang bij toewijzing van deze verklaringen voor recht inzichtelijk te maken. Deze verklaringen voor recht zullen dan ook worden afgewezen.
Proceskosten
4.16.
De vorderingen van [eiseres] worden gedeeltelijk toegewezen. Aangenomen moet worden dat de procedure niet gevoerd zou zijn als ZorgkaartNederland de gewraakte waardering niet zou hebben geplaatst of na de eerste e-mail van [eiseres] zou hebben verwijderd. ZorgkaartNederland zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 103,81
- overige explootkosten 0,00
- griffierecht 291,00
- salaris advocaat
1.629,00(3,0 punten × tarief € 543,00)
Totaal € 2.023,81
4.17.
De gevorderde wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW zal worden toegewezen vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat ZorgkaartNederland door het plaatsen en gedurende langere tijd geplaatst houden van de waardering onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres] ,
5.2.
verklaart voor recht dat ZorgkaartNederland de schade van [eiseres] als gevolg van het hiervoor onder 5.1 genoemde onrechtmatig handelen moet vergoeden,
5.3.
veroordeelt ZorgkaartNederland tot vergoeding aan [eiseres] van de hiervoor onder 5.2 genoemde schade, op te maken bij staat,
5.4.
verbiedt ZorgkaartNederland de waardering weer online te (laten) plaatsen,
5.5.
veroordeelt ZorgkaartNederland om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van
€ 1000,00 per dag of gedeelte daarvan dat ZorgkaartNederland na betekening van dit vonnis niet aan de in 5.4 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet en de waardering op haar website zichtbaar is, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt,
5.6.
veroordeelt ZorgkaartNederland in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 2.023,81, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.7.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.3, 5.4, 5.5 en 5.6 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens - de Mug en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2019. [1]

Voetnoten

1.type: