Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
poging tot zware mishandeling
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, Wet wapens en munitie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
poging tot zware mishandeling
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, Wet wapens en munitie
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, Wet wapens en munitie
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
geldboetevan
€ 200,00, bij gebreke van betaling te vervangen door
4 (vier) dagenvervangende hechtenis;
geldboetevan
€ 170,00, bij gebreke van betaling te vervangen door
3 (drie) dagenvervangende hechtenis;
geldboetevan
€ 170,00, bij gebreke van betaling te vervangen door
3 (drie) dagenvervangende hechtenis.
€ 2.857,26(achtentwintighonderdzevenenvijftig euro en zesentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2019.
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit 1 subsidiair tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.857,26,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2019 ten behoeve van de benadeelden, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 38 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
verbeurdhet inbeslaggenomen voorwerp, te weten: