ECLI:NL:RBOVE:2019:3532

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 oktober 2019
Publicatiedatum
7 oktober 2019
Zaaknummer
08/093362-19 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervaardiging van amfetamine in een drugslaboratorium te Enschede

Op 7 oktober 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 39-jarige man uit Enschede, die zich schuldig had gemaakt aan het vervaardigen van amfetamine in een loods. De man was in de periode van december 2018 tot en met maart 2019 betrokken bij de productie van amfetamine en had een grote hoeveelheid amfetamineolie in zijn bezit. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Tijdens de zittingen op 25 juli en 23 september 2019 is het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder DNA-sporen en de huur van voertuigen die in verband stonden met het drugslaboratorium. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet, en dat er geen redenen waren om aan zijn strafbaarheid te twijfelen. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de impact van synthetische drugs op de volksgezondheid. De verdachte had eerder ook al veroordelingen voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/093362-19 (P)
Datum vonnis: 7 oktober 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1980 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie op het adres:
[adres 1] ,
thans verblijvende: P.I. Veenhuizen.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van
25 juli 2019 en van 23 september 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. E. Leunk en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. D. Nieuwenhuis, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering op de zitting van 23 september 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 11 december 2018 tot en met 7 maart 2019 in Enschede, samen met anderen betrokken is geweest bij het maken van amfetamine en dat hij amfetamine(olie) aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 11 december 2018 tot en met 7 maart 2019 te Enschede, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk, heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst t, en/of een of meer (overige) stoffen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst t, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wet.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat op grond van het onderliggend
proces-verbaal de betrokkenheid van verdachte bij het drugslaboratorium op [adres 2] te Enschede is komen vast te staan. Verdachte heeft geen plausibele verklaring of aanknopingspunten aangedragen die ook maar een begin van aannemelijkheid opleveren voor de stelling dat hij op geen enkele wijze betrokken is geweest bij het aangetroffen drugslaboratorium. Het ten laste gelegde feit kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij stelt zich op het standpunt, kort samengevat, dat het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevat die een eenduidig en onbetwistbaar verband leggen tussen verdachte en het amfetaminelaboratorium dat is aangetroffen in de loods aan [adres 2] te Enschede. Bovendien kunnen de alternatieve verklaringen die verdachte op bepaalde punten heeft gegeven, niet als volstrekt onwaarschijnlijk terzijde worden geschoven. Gelet hierop is ruimte voor redelijke twijfel over het daderschap van verdachte zodat in het voordeel van verdachte moet worden beslist en hij dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. Het verweer strekkende tot vrijspraak van het ten laste gelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze staan vermeld in de voetnoten. [1]
De hierna opgenomen feiten en omstandigheden zijn redengevend voor het bewijs van het feit. Voor zover nodig, is door middel van een nadere bewijsmotivering aangegeven waarom die feiten en omstandigheden tot het bewijs bijdragen.
De rechtbank overweegt het volgende.
4.3.1
Inleiding
Op 7 maart 2019 heeft de politie in de loods aan [adres 2] te Enschede een zeer grote in werking zijnde productielocatie van amfetamine (hierna drugslab) aangetroffen. Op dat moment was het drugslab volop in werking. In de loods bevonden zich een groot aantal goederen en chemicaliën (onder andere mierenzuur, zoutzuur, zwavelzuur en de aanwezige andere gebruikte productiemiddelen). [2]
Blijkens het NFI rapport van 27 mei 2019 [3] zijn de aangetroffen chemicaliën nodig voor de vervaardiging van synthetische drugs.
De loods was verdeeld in drie ruimtes waarin onder meer werden aangetroffen: gasbranders onder een 1000 liter kookstel (140 °C), 2 stoomdestillatieketels, op twee plaatsen afval van de productie van synthetische drugs, gereedschap en gebruiksgoederen ten behoeve van de opbouw/aanpassing van het drugslab en jerrycans kunststof (vloeistof) vaten. [4]
Verder werden op twee whiteboards diverse handgeschreven teksten aangetroffen. Één van de teksten is kenmerkend voor een recept van de vervaardiging van BMK. De andere tekst is kenmerkend voor een recept van de eerste stap in het vervaardigingsproces van amfetamine waarbij onder meer BMK enkele uren wordt geroerd bij een temperatuur rond de 140 °C. [5]
In de loods werd tevens circa 38,5 liter gezuiverde amfetamine olie(base) aangetroffen. [6]
Gezien de grote hoeveelheden chemicaliën en de aanwezige en gebruikte productiemiddelen in de loods was hier sprake van een (zeer) grote productieplaats van synthetische drugs, en dan met name van de vervaardiging van amfetamine (volgens de Leuckart methode met behulp van BMK). [7] Uit informatie van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) met betrekking tot de inrichting/opbouw van het drugslab aan [adres 2] te Enschede blijkt dat de opbouw/inrichting daarvan maanden heeft geduurd en dat er gedurende langere tijd is geproduceerd. [8]
Opbrengst berekening aan de hand van de aangetroffen amfetamine gerelateerd afval [9]
In de loods werd in totaal ongeveer 3.360 liter amfetamine gerelateerd afval aangetoond. Op 8 liter waterig amfetamine gerelateerd afval wordt 1 liter BMK verwerkt. Met 3.360 liter afval is dus ongeveer 420 liter BMK verwerkt. Van 1 liter zuivere BMK kan ongeveer 0,9 tot 1,0 liter gedestilleerde amfetamineolie (base) vervaardigd worden. Van de 420 liter BMK kan dan ongeveer 378 tot 420 liter gedestilleerde amfetamineolie vervaardigd worden.
Indien de gedestilleerde amfetamineolie wordt omgezet naar onversneden amfetaminepasta
(amfetaminesulfaat 1,8 -2,4 kg) kan 756 tot 1.008 kilogram onversneden amfetaminepasta worden verkregen.
Opbrengst in euro’s
Uit het boek ‘Waar een klein land groot in kan zijn’ blijkt dat de opbrengst van een kilo natte amfetamine pasta € 700 is. De kosten voor een kilo natte amfetamine pasta bedragen € 163,10. De netto opbrengst per kilo is dus € 700 minus € 163,10 is € 536,90.
De opbrengst van het laboratorium aan [adres 2] in Enschede was, zoals hierboven berekend, 756 tot 1.008 kilo.
756 kilo vermenigvuldigd met € 536,90 is € 405.896,40.
1008 kilo vermenigvuldigd met € 536,90 is € 541.195.20 [10]
4.3.2.
Betrokkenheid verdachte op grond van DNA-sporen en huur van voertuigen
Verdachtes DNA profiel is aangetroffen op/in zowel een paar zwarte als rode handschoenen [11] die op/in een kratje bij/in het drugslab in het pand aan [adres 2] lagen. Aan de buitenzijde van deze handschoenen zijn amfetamine en stoffen aangetroffen die vrijkomen bij dan wel nodig zijn voor de productie van amfetamine/synthetische drugs. [12]
De berekende frequentie van het DNA-profiel was kleiner dan één op één miljard. Dit betekent dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [13]
Verdachte heeft een op 7 maart 2019 vóór het genoemde drugslaboratorium aangetroffen bestelbus, een Peugeot Boxer, met kentekennummer [kenteken 1] gehuurd. Dit voertuig stond achter een afgesloten hek en in de bestelbus zijn goederen aangetroffen die gebruikt kunnen worden voor de productie van harddrugs.
Uit de track and trace gegevens van de bestelbus bleek dat deze op 5, 6 en 7 maart 2019 in Enschede is geweest, aan [adres 3] , waar verdachte verblijft en op [adres 4] en [adres 2] . [14] Verdachte heeft op 23 september 2019 op de zitting verklaard dat hij deze bus had gehuurd voor een klus, maar dat hij deze rond 7 maart 2019 heeft uitgeleend aan iemand anders. Mogelijkerwijs heeft diegene goederen uit de bus gehaald, waaronder de handschoenen, en deze in de loods neergezet, aldus verdachte. De naam van die ander wil verdachte niet noemen. Met betrekking tot de locatie aan [adres 5] verklaarde verdachte dat hij daar dagelijks komt om oud ijzer en pallets weg te brengen. Het door verdachte geschetste scenario vindt geen steun in het dossier, is niet te verifiëren en ligt ook overigens niet voor de hand. De in de loods aangetroffen handschoenen betreffen immers speciale veiligheidshandschoenen die zijn gemaakt van PVC. Dat verdachte deze handschoenen bij het verrichten van klussen zou gebruiken is niet aannemelijk. Dit verweer wordt verworpen.
Verdachtes betrokkenheid bij het drugslab blijkt verder uit het feit dat hij op 18 en 20 december 2018 een Renault Master met kenteken [kenteken 2] en een Fiat XL met kenteken [kenteken 3] heeft gehuurd. Uit de track and trace gegevens van deze voertuigen is gebleken dat deze op 18 [15] en 20 [16] december 2018 aan [adres 4] en [adres 2] zijn geweest. Aan [adres 4] te Enschede bevindt zich het bedrijf van [naam 1] . [naam 1] is in bezit van een sleutel van het naastgelegen pand aan [adres 2] [17] . Op 5 maart 2019 te 09.00 uur heeft verdachte de Peugeot Boxer voor twee dagen gehuurd (5 en 6 maart 2019), waarna hij de huur telefonisch met twee dagen heeft verlengd. Op het huurcontract staan verdachtes naam en contactgegevens (emailadres en telefoonnummer) [18] . Verdachte heeft de huur betaald.
Contacten met [naam 2]
Verdachte maakte gebruik van telefoonnummer [telefoonnummer] . Blijkens de historische gegevens heeft dit telefoonnummer in de periode van 1 december 2018 tot en met 5 maart 2019 eenentwintig keer contact gehad met het telefoonnummer van de Handelsonderneming
uit Haaksbergen. Soms betrof het meerdere contacten op één dag; de meeste contacten waren kortdurend (minder dan 1 minuut). Er was onder meer op 18 december 2018 en op 5 maart 2019 telefonisch contact. [19] heeft een bedrijf (Handelsonderneming [naam 2] ) gevestigd dat is gevestigd op [adres 6] te Haaksbergen. Dit bedrijf verkoopt onder meer 1.000 liter IBC watertanks/containers, jerrycans en blauwe dekselvaten [20] . Dergelijke vaten zijn aangetroffen in de loods aan [adres 2] . In die vaten bevonden zich stoffen die gebruikt kunnen worden voor de productie van synthetische drugs [21] . Blijkens de track and trace gegevens van de Renault Master met kenteken [kenteken 2] is dit voertuig op 18 december 2018 op de Industriestraat te Haaksbergen geweest. Uit die gegevens blijkt verder dat de eerder genoemde Peugeot bus met kenteken [kenteken 1] daar op 5 maart 2019 is geweest.
De verklaring van verdachte dat zijn contacten met [naam 2] het afnemen van houten pallets betrof die hij later naar de loods heeft gebracht, heeft verdachte op geen enkele manier aannemelijk gemaakt en vindt geen steun in het dossier. De rechtbank stelt deze verklaring daarom als ongeloofwaardig terzijde.
Conclusie
De rechtbank stelt vast dat verdachte de hierboven genoemde voertuigen op zijn naam heeft gehuurd, dat hij de huur van die voertuigen heeft betaald, dat hij met verschillende voertuigen regelmatig bij het drugslab aan [adres 2] is geweest (en dat hij tevens bij de handelsonderneming [naam 2] in Haaksbergen is geweest), en dat verdachte betrokken is geweest bij de bestelling van - en het op (laten) halen en naar de loods aan [adres 2] in Enschede (laten) brengen van kunststofvaten ten behoeve van het vervaardigen van metamfetamine.
Dat verdachte in de loods ook direct betrokken is geweest bij de vervaardiging van de synthetische drug amfetamine blijkt uit de in de loods aangetroffen handschoenen, waarop zowel DNA van verdachte is aangetroffen als (sporen van) de synthetische drug amfetamine. Daarmee kan hij ook verantwoordelijk worden gehouden voor de in de loods aangetroffen 38,5 liter amfetamine (olie).
Medeplegen
Uit de in de loods aangetroffen DNA-sporen blijkt dat er ook andere mensen in het pand aan de [adres 2] te Enschede zijn geweest die zich bezig hebben gehouden met de vervaardiging van amfetamine. Gelet op de hierboven geschetste gedragingen van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de productie van amfetamine en dat hij, mede gelet op de omvang van het laboratorium, de professionele wijze waarop dit was ingericht, de kennis van de receptuur voor precursoren BMK/APAA en voor amfetamine en de benodigde kennis van de productiewijze van amfetamine, in nauwe en bewuste samenwerking met andere personen heeft gehandeld
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de voetnoten genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij
op verschillende tijdstippenin de periode van 11 december 2018 tot en met 7 maart 2019 te
Enschede,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)opzettelijk, heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/ofvervaardigd en
, in elk geval (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, en/of een of meer (overige) stoffen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die Wet.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 2 en 10 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
de misdrijven:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod
en
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder D, van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren waarvan een jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een stafmaatverweer gevoerd inhoudende dat oplegging van een voorwaardelijk strafdeel geen meerwaarde heeft.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het vervaardigen van amfetamine in een loods. In die loods bevond zich ook een grote hoeveelheid amfetamineolie. De activiteiten hebben zich over een periode van enkele maanden uitgestrekt. Niet gebleken is dat verdachte de organisator of leidinggevende is geweest bij het drugslab; hij is (vooral) bij de uitvoering betrokken geweest. Het aangetroffen drugslab betrof een in werking zijnde zeer grote productielocatie van amfetamine. Synthetische drugs zijn schadelijk voor de volksgezondheid en brengen ernstige gezondheidsrisico’s met zich. Ook brengt de handel in en het gebruik van drugs allerlei vormen van overlast en criminaliteit met zich. Voorts wordt het bij de productie van synthetische drugs verkregen afval (veelal op illegale wijze) gedumpt, welke dumpingen leiden tot grote milieuschade en hoge opruimkosten. Ook brengt het productieproces vaak ontploffingsgevaar met zich mee.
Bij de strafoplegging neemt de rechtbank binnen de rechtspraak gehanteerde oriëntatiepunten voor straftoemeting voor het vervaardigen van harddrugs en het aanwezig hebben daarvan in aanmerking. Voor dergelijke feiten van een omvang zoals in deze zaak is het uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank houdt in het nadeel van verdachte rekening met de omstandigheid dat hij blijkens het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie van 24 juli 2019, hoewel niet recent, wel eerder onherroepelijk is veroordeeld voor handelen in strijd met de Opiumwet.
Uit het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 20 juni 2019 blijkt dat de kans op recidive als gemiddeld wordt ingeschat omdat de afgelopen jaren een afname in de frequentie van veroordelingen waarneembaar is, maar dat verdachte weloverwogen voor criminele oplossingen lijkt te blijven kiezen. Verdachte opereert kennelijk al jaren in de marge van de samenleving met het verrichten van 'hand- en spandiensten'.
De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde deels voorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaren, op zichzelf, gelet op de omvang van het aangetroffen amfetaminelaboratorium en de professionaliteit waarmee deze was opgezet, in beginsel een passende straf. De rechtbank ziet echter geen meerwaarde in het opleggen van een deels voorwaardelijk strafdeel en zal aan verdachte dan ook een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Alles overwegend acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van de tijd die reeds door verdachte in voorlopige hechtenis is doorgebracht passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen en op artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
de misdrijven:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verboden
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Berg, voorzitter, mr. H. Stam en mr. F.H.W. Teekman, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2019.

Voetnoten

1.Wanneer in de voetnoten wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2019102205, onderzoek Brussel. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Een proces-verbaal van bevindingen LFO, pagina 496 tot en met 511;
3.Een geschrift, te weten een NFI rapport van 27 mei 2019 opgemaakt door dr. J.W. Hulshof;
4.Pagina 483 tot en met 486, te weten een fotobijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen genummerd PLO600-2019102205-29;
5.Een geschrift, te weten een NFI rapport van 27 mei 2019 opgemaakt door dr. J.W. Hulshof, punt 6.2.3;
6.Een proces-verbaal van bevindingen LFO, pagina 509;
7.Een proces-verbaal van bevindingen LFO, pagina 510;
8.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 122 en 123, in het aanvullend proces-verbaal genummerd 2019102205;
9.Een proces-verbaal van bevindingen LFO, pagina 511;
10.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 387;
11.Pagina 525, bijlage inbeslaggenomen goederen;
12.Een geschrift te weten een NFI rapport van 28 mei 219, pagina 615;
13.Een geschrift te weten een NFI rapport van 28 mei 2019,opgemaakt door dr. J.W. Hulshof;
14.Een geschrift als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen, pagina 686, 687 en 688;
15.Een bijlage gevoegd bij proces-verbaal van bevindingen detail log gehuurde bedrijfsbussen pagina 689 tot en met 696;
16.Een bijlage gevoegd bij proces-verbaal van bevindingen detail log gehuurde bedrijfsbussen blz. 697 tot en met 732;
17.Het proces-verbaal van verhoor getuige, pagina 257;
18.Een proces-verbaal van bevindingen en de daarbij behorende bijlagen, pagina 681 tot en met 685;
19.Een bijlage gevoegd bij proces-verbaal van bevindingen, overzicht contacten 31648942304 en 31618161754, pagina 846 en 847;
20.Een relaas proces-verbaal, pagina 402;
21.Een proces-verbaal van bevindingen LFO, pagina 501 tot en met 509;