ECLI:NL:RBOVE:2019:3382

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 september 2019
Publicatiedatum
25 september 2019
Zaaknummer
C/08/237045 / KG ZA 19-237
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.L.J. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op deelname aan aandeelhoudersvergadering en geschil over vertrouwenspersoon bij ontslag statutair bestuurder

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 12 september 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee eisers en een gedaagde. De eisers, vertegenwoordigd door advocaten M.A.J. Kemps en P.W.H. Stassen, vorderden een verbod voor de gedaagde om deel te nemen aan de aandeelhoudersvergadering van de besloten vennootschap Bureau Cicero B.V. op 13 september 2019. Dit verbod was gericht op de gedaagde die als vertrouwenspersoon was uitgenodigd om aanwezig te zijn tijdens de vergadering waar gestemd zou worden over het voorgenomen ontslag van een van de statutair bestuurders, eiser 2.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is geleverd dat de gedaagde als vertrouwenspersoon is benoemd in de zin van de statuten van de BV en de aandeelhoudersovereenkomst. De eisers stelden dat de gedaagde enkel als adviseur was aangesteld en niet als vertrouwenspersoon, wat zou kunnen leiden tot een belangenconflict en financiële consequenties voor eiser 2. De rechtbank oordeelde dat er geen herbenoeming van de gedaagde had plaatsgevonden, waardoor hij niet bevoegd was om deel te nemen aan de vergadering en een besluit te nemen bij staking van stemmen.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser 2 toegewezen en een dwangsom opgelegd van € 250.000,00 voor het geval de gedaagde het verbod niet zou naleven. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.240,60. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/237045 / KG ZA 19-237
Vonnis in kort geding van 12 september 2019
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 1],
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisers, hierna gezamenlijk in enkelvoud te noemen [eiser 2] ,
advocaten mrs. M.A.J. Kemps en P.W.H. Stassen te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde, hierna te noemen [gedaagde] ,
advocaat mr. F. Kolkman te Almelo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, betekend op 5 september 2019, met 12 producties,
  • de door [gedaagde] ingediende producties, 8 in totaal, ontvangen op 9 en 10 september 2019,
  • de mondelinge behandeling gehouden op 10 september 2019,
  • de pleitnota van [eiser 2] ,
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 13 september 2019 om 14.00 uur zal een aandeelhoudersvergadering plaatsvinden van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Bureau Cicero B.V. (hierna: Cicero), gevestigd en kantoorhoudende te Zwolle.
2.2.
De aandelen van Cicero worden voor 50% gehouden door [eiser 1]
en voor 50% door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] . [eiser 2] is samen met de heer [Y] gezamenlijk bevoegd bestuurder van Cicero.
2.3.
[eiser 1] heeft haar aandelenbelang in Cicero verworven op 29 september 2016 door koop van en levering door [X] . De koopsom die [eiser 1] in dit verband aan [X] verschuldigd werd bedraagt € 855.000,00. Deze koopprijs is omgezet in een lening, waarop [eiser 1] jaarlijks dient af te lossen.
2.4.
Artikel 20.6 van de statuten van Cicero (hierna: de statuten) luidt:
“Bij staking van stemmen in de Algemene Vergadering, zullen de Aandeelhouders, indien ten minste één van de Aandeelhouders dit wenst, het betreffende besluit voorleggen aan een door de Algemene Vergadering te benoemen vertrouwenspersoon, welke vertrouwenspersoon het besluit vervolgens namens de Algemene Vergadering zal nemen.”
2.5.
[eiser 1] en [X] hebben een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. Artikel 2.3 en 2.4 van deze overeenkomst luiden:
2.3Besluitvorming in de Algemene Vergadering geschiedt steeds met een gewone meerderheid van stemmen (meer dan 50%).
In geval bij het nemen van een besluit in de Algemene Vergadering de stemmen staken
(50%:50%), dan zullen de Aandeelhouders - indien ten minste één van de Aandeelhouders
dat wenst- het betreffende besluit voorleggen aan een door de Aandeelhouders gezamenlijk
te benoemen derde-vertrouwenspersoon (de “Vertrouwenspersoon”), welke Vertrouwens-
persoonhet besluitvervolgens namens de Algemene Vergaderingzal nemen.(Onderstreping steeds door de rechtbank).
2.4.
Als Vertrouwenspersoon zal iemand worden benoemd die het vertrouwen geniet van beide Aandeelhouders, en die bij voorkeur ervaring heeft in de branche en in het besturen van een onderneming.
Bij het aangaan van deze Overeenkomst is nog geen Vertrouwenspersoon benoemd, deze
zal benoemd worden voor 1 juli 2017. Jaarlijks voor 1 juli zullen de Aandeelhouders opnieuw de Vertrouwenspersoon benoemen, waarbij herbenoeming onbeperkt mogelijk is.
Indien benoeming van de Vertrouwenspersoon meer dan 18 maanden geleden is op het
moment dat zich een staking van stemmen voordoet die leidt tot een beroep op de
doorslaggevende stem van de Vertrouwenspersoon, dan zullen de Aandeelhouders eerst
gezamenlijk de Vertrouwenspersoon opnieuw benoemen. Indien zij daarin niet binnen twee
weken slagen, zal de Vertrouwenspersoon op verzoek van de meest gerede partij worden
benoemd door de Voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland.
2.6.
In artikel 1.1 van de aandeelhoudersovereenkomst is een definitie gegeven van het begrip vertrouwenspersoon als bedoeld in de aandeelhoudersovereenkomst, luidende:
“een door de Aandeelhouders gezamenlijk te benoemen onafhankelijke derde die in geval van staking van stemmen in het bestuur of de Algemene Vergadering de doorslaggevende stem zal hebben, als nader bepaald in artikel 2;”
2.7.
Voor de aandeelhoudersvergadering op 13 september 2019 is het voorgenomen besluit om [eiser 2] als statutair bestuurder van Cicero te ontslaan geagendeerd. [gedaagde] is uitgenodigd om bij de aandeelhoudersvergadering als vertrouwenspersoon aanwezig te zijn en is voornemens om op die uitnodiging in te gaan, zo is door hem ter zitting, desgevraagd, nog eens bevestigd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser 2] vordert samengevat - om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te verbieden om deel te nemen aan de Algemene Vergadering van Cicero op
13 september 2019 om 14.00 uur en daarbij aanwezig te zijn, op straffe van verbeurte van een dwangsom, op de gronden zoals aangevoerd in de dagvaarding.
3.2.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de aard van de vordering, het feit dat de Algemene Vergadering waarop de vordering betrekking heeft gehouden wordt op 13 september 2019 en één van de agendapunten het voorgenomen ontslag van [eiser 2] als statutair bestuurder van Cicero is, heeft [eiser 2] een spoedeisend belang bij zijn vordering.
4.2.
De vraag die partijen verdeeld houdt en die in dit kort geding ter beantwoording voorligt, is of er een aandeelhoudersbesluit is genomen waarbij [gedaagde] tot vertrouwenspersoon is benoemd, waardoor [gedaagde] bevoegd is om als vertrouwenspersoon deel te nemen aan c.q. aanwezig te zijn op de Algemene Vergadering van Cicero op
13 september 2019 en daar, bij staking van stemmen, een besluit te nemen ingevolge het bepaalde in artikel 20.6 van de statuten en artikel 2.3 van de aandeelhoudersovereenkomst.
4.3.
Volgens [eiser 2] is [gedaagde] enkel aangesteld als adviseur van de aandeelhouders van Cicero, maar is hij geen vertrouwenspersoon als bedoeld in de statuten en aandeelhoudersovereenkomst. [eiser 2] vreest een “één tweetje” tussen [Y] en [gedaagde] ten aanzien van het voorgenomen besluit tot zijn ontslag als bestuurder van Cicero, wat vergaande (financiële) consequenties zou hebben, onder meer omdat hij dan zijn aandelen in Cicero aan [X] dient te verkopen, waarbij de koopsom wordt bepaald op de helft van de zichtbare intrinsieke waarde van Cicero, wat zou neerkomen op circa € 25.000,00. Voorzienbaar is volgens [eiser 2] dat hij op de vergadering tegen het besluit zal stemmen, dat [Y] voor het besluit zal stemmen en vervolgens [gedaagde] als vertrouwenspersoon namens de vergadering zal besluiten tot het ontslag van [eiser 2] .
4.4.
[gedaagde] stelt tijdens de aandeelhoudersvergadering van 28 december 2016 te zijn aangesteld tot vertrouwenspersoon, wat volgens hem zou blijken uit de notulen van die vergadering. In de betreffende notulen, door [gedaagde] overgelegd als productie 3, leest de voorzieningenrechter echter niet dat [gedaagde] is benoemd tot vertrouwenspersoon als bedoeld in de statuten en aandeelhoudersovereenkomst voornoemd, in die zin dat hij bevoegd is om bij staking van stemmen in de Algemene Vergadering, het betreffende besluit vervolgens namens de Algemene Vergadering te nemen.
4.5.
[gedaagde] heeft nog aangevoerd dat op de Algemene Vergadering van
13 september 2019 door hem als vertrouwenspersoon niet direct een besluit zal worden genomen, maar dat een advies zal worden uitgebracht, dat vervolgens aan de aandeelhouders zal worden voorgelegd teneinde daarover te stemmen. Kennelijk doelt [gedaagde] hiermee op het bepaalde in artikel 15.1 van de statuten en artikel 2.2 van de aandeelhoudersovereenkomst. Die artikelen hebben echter betrekking op besluitvorming in het bestuur, terwijl hier besluitvorming in de Algemene Vergadering aan de orde is, waarop artikel 20.6 van de statuten en artikel 2.3 van de aandeelhoudersovereenkomst betrekking hebben. Overigens zou een advies van de vertrouwenspersoon ingevolge artikel 15.1 van de statuten en artikel 2.2 van de aandeelhoudersovereenkomst neerkomen op een bindend advies, wat maakt dat alleen de procedure verschilt, maar het resultaat hetzelfde zal zijn.
4.6.
Zelfs als aangenomen zou kunnen worden dat [gedaagde] op 28 december 2016 benoemd is tot vertrouwenspersoon in de hiervoor bedoelde zin, dan moet er, gelet op artikel 2.4 van de aandeelhoudersovereenkomst, een herbenoeming door beide aandeelhouders hebben plaatsgevonden. [gedaagde] heeft niet, althans onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een dergelijke herbenoeming heeft plaatsgevonden. Het besluit dat aan de gestelde herbenoeming ten grondslag zou moeten liggen is niet in het geding gebracht. Zelfs de concrete datum waarop de herbenoeming zou hebben plaatsgevonden is door [gedaagde] niet gesteld.
4.7.
Nu voorshands niet is gebleken van een besluit tot herbenoeming van [gedaagde] als vertrouwenspersoon in de zin van artikel 2.4 van de aandeelhoudersovereenkomst, dient de conclusie te luiden dat de vordering van [eiser 2] toewijsbaar is.
4.8.
Omdat er aanzienlijke belangen op het spel staan zal als prikkel tot nakoming van het toe te wijzen verbod een forse dwangsom worden opgelegd, een en ander zoals gevorderd in de dagvaarding.
4.9.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser 2] worden als volgt begroot, waarbij het salaris advocaat zal worden bepaald op € 3.500,00 gelet op de ernst, spoedeisendheid en complexiteit van de zaak:
- dagvaarding € 101,06
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat €
3.500,00
Totaal € 4.240,60.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt [gedaagde] om deel te nemen aan de Algemene Vergadering van
Bureau Cicero B.V. d.d. 13 september 2019 te 14:00 uur en daarbij aanwezig te zijn, met bepaling dat [gedaagde] een dwangsom verbeurt van € 250.000,00 indien hij dit verbod niet eerbiedigt,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 2] tot op heden begroot op € 4.240,60,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.J. Koopmans en in het openbaar uitgesproken op 12 september 2019.