In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 12 september 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee eisers en een gedaagde. De eisers, vertegenwoordigd door advocaten M.A.J. Kemps en P.W.H. Stassen, vorderden een verbod voor de gedaagde om deel te nemen aan de aandeelhoudersvergadering van de besloten vennootschap Bureau Cicero B.V. op 13 september 2019. Dit verbod was gericht op de gedaagde die als vertrouwenspersoon was uitgenodigd om aanwezig te zijn tijdens de vergadering waar gestemd zou worden over het voorgenomen ontslag van een van de statutair bestuurders, eiser 2.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is geleverd dat de gedaagde als vertrouwenspersoon is benoemd in de zin van de statuten van de BV en de aandeelhoudersovereenkomst. De eisers stelden dat de gedaagde enkel als adviseur was aangesteld en niet als vertrouwenspersoon, wat zou kunnen leiden tot een belangenconflict en financiële consequenties voor eiser 2. De rechtbank oordeelde dat er geen herbenoeming van de gedaagde had plaatsgevonden, waardoor hij niet bevoegd was om deel te nemen aan de vergadering en een besluit te nemen bij staking van stemmen.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser 2 toegewezen en een dwangsom opgelegd van € 250.000,00 voor het geval de gedaagde het verbod niet zou naleven. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.240,60. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.