ECLI:NL:RBOVE:2019:3361

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 september 2019
Publicatiedatum
24 september 2019
Zaaknummer
08-730268-18 en 08-087617-18 (gev ttz)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging, bedreiging en smaadschrift met schadevergoeding aan slachtoffers

Op 24 september 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een 54-jarige man uit Hengelo veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden met een proeftijd van 3 jaar voor belaging, bedreiging met misdrijf tegen het leven en smaadschrift. Daarnaast is hem een taakstraf van 100 uren opgelegd en moet hij een schadevergoeding van ruim 6000 euro betalen aan zijn slachtoffers. De man heeft gedurende tweeënhalf jaar stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-partner en dochter. Hij heeft hen bedreigd met de dood door middel van intimiderende e-mails en heeft de eer van een politieagent aangetast door beledigende berichten te versturen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte door zijn gedragingen wederrechtelijk en stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn slachtoffers, wat heeft geleid tot een veroordeling voor belaging en bedreiging. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft geen blijk gegeven van inzicht in zijn handelen en blijft volharden in zijn wens om contact met zijn slachtoffers te zoeken, wat de rechtbank als zorgwekkend beschouwt. De opgelegde straffen zijn bedoeld om recidive te voorkomen en de slachtoffers te beschermen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers (P): 08-730268-18 en 08-087617-18 (gev ttz)
Datum vonnis: 24 september 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1965 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 september 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Wassink en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08-730268-18
feit 1:zijn ex-partner en zijn dochter heeft gestalkt;
feit 2:zijn ex-partner en zijn dochter met de dood heeft bedreigd;
Parketnummer 08-087617-18
primair:door verspreiding van een e-mailbericht de eer of goede naam van een politieagent heeft aangerand;
subsidiair:een politieagent gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft beledigd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08-730268-18
1.
hij op een (of weer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 maart
2016 tot en met 9 juni 2018,
in de gemeente Hengelo (0),
althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft
gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1]
(verdachtes ex-partner) en/of [slachtoffer 2] (verdachtes
dochter), in elk geval van een ander, (telkens) met het oogmerk die [slachtoffer 1]
en/of voornoemde [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te
dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte;
- voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] veelvuldig opgebeld en/of veelvuldig
de voicemail Ingesproken (inhoudende/bevattende (zeer) intimiderende en/of
bedreigende en/of beledigende teksten) en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] veelvuldig emails gestuurd en/of
- via Facebook en/of Facebook messenger veelvuldig berichten gestuurd
(inhoudende/bevattende lugubere/ongepaste afbeeldingen) en/althans (telkens)
contact gezocht met die [slachtoffer 2] en/of
- voornoemde [slachtoffer 2] bij haar volleybalwedstrijd opgezocht en/of daarbij
(tegen de wil van die [slachtoffer 2] ) foto’s gemaakt van die [slachtoffer 2] en/of
- op een (of meer) andere manier(en) de aandacht van die [slachtoffer 1] en/of die
[slachtoffer 2] getrokken/gevestigd en/althans (telkens) contact gezocht met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] ;
2.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 maart
2016 tot en met 9 juni 2018 te Hengelo, gemeente Hengelo (O),
[slachtoffer 1] (verdachtes ex-partner) en/of [slachtoffer 2] (verdachtes
dochter) heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
- door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen “don’t fuck with a
desperate father. You might regret it. De bewijzen stapelen zich op en de tijd
dringt”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of welke
woorden kracht werden bij gezet middels een - door verdachte verzonden - foto
waarop een pistool en een AK47 te zien zijn en/of
- door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk de woorden toe te voegen
“Jullie weten heel goed wat er gebeurt in de bossen van Zeist en ik heb een
hele grote achtertuin”, althans woorden van gelijke dreigend aard of strekking;
waardoor er voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een zeer bedreigende
situatie is ontstaan;
Parketnummer 08-087617-18
hij op of omstreeks 4 april 2018 te Hengelo in de gemeente Hengelo (O),
althans in Nederland, opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 3]
, brigadier van politie, Eenheid Oost-Nederland heeft aangerand, door
tenlastelegging van (een) bepaald(e) feit(en), met het kennelijke doel om
daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of
afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door
geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door aan
zijn, verdachtes, ex vrouw en/of een of meer hulpverleners van de stichting
[stichting] een email(bericht) te sturen/verzenden met een afbeelding van
een AK47 en/of een foto van die [slachtoffer 3] en/of met (onder andere) de
navolgende tekst/inhoud: "U kunt natuurlijk altijd ook nog een beroep doen op
pistolen paultje van het SS-leger (daarbij doelend op die [slachtoffer 3] ). Deze
professionele bedreiger is minstens zo geestelijk gestoord als u. Ik kan hem
u echter wel aanraden. Uit een crimineel leger dat het vermoorden van vaders,
met 5 man wurgen van onschuldige feestgangers, het in de rug doodschieten van
wegrennende 15 jarige jongetjes en niet te vergeten het verkrachten en
vermoorden van kleine meisjes tot kunst heeft verheven praten we hier wel
over het crème de la crème. Laten wij hopen dat zijn vriend elke hersencel
doorboort die de bron is voor al uw misdadige praktijken." en/of "By the way.
De Walther P99Q haalt het helaas niet bij de zeer betrouwbare volautomaat
AK47 dat als terroristenwapen veel beter past bij uw (daarbij doelend op die
[slachtoffer 3] ) ras/karakter en het doeleind dat u nastreeft."
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 4 april 2018 te Hengelo in de gemeente Hengelo (O),
althans in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 3] ,
brigadier van politie, Eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar
tegenwoordigheid, heeft beledigd, door hem/haar een email(bericht) te sturen
met de navolgende tekst/inhoud: "U kunt natuurlijk altijd ook nog een beroep
doen op pistolen paultje van het SS-leger (daarbij doelend op die [slachtoffer 3]
). Deze professionele bedreiger is minstens zo geestelijk gestoord
als u. Ik kan hem u echter wel aanraden. Uit een crimineel leger dat het
vermoorden van vaders, met 5 man wurgen van onschuldige feestgangers, het in
de rug doodschieten van wegrennende 15 jarige jongetjes en niet te vergeten
het verkrachten en vermoorden van kleine meisjes tot kunst heeft verheven
praten we hier wel over het crème de la crème. Laten wij hopen dat zijn
vriend elke hersencel doorboort die de bron is voor al uw misdadige
praktijken." en/of "By the way. De Walther P99Q haalt het helaas niet bij de
zeer betrouwbare volautomaat AK47 dat als terroristenwapen veel beter past
bij uw (daarbij doelend op die [slachtoffer 3] ) ras/karakter en het doeleind dat
u nastreeft.", althans woorden/inhoud van gelijke beledigende aard en/of
strekking.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft tot bewezenverklaring van alle (primair) ten laste gelegde feiten gerekwireerd, met uitzondering van het tweede gedachtestreepje van feit 2 van parketnummer 08-730268-18.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van feit 1 bepleit, omdat de wederrechtelijkheid van de ten laste gelegde gedragingen in de periode voor 30 april 2018 niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte heeft pas op 30 april 2018 een stalkingbrief ontvangen. Het dossier bevat geen bewijs waaruit blijkt dat verdachte in de periode voor 30 april 2018 uit de contacten met zijn ex-partner en dochter had kunnen en moeten afleiden dat het contact niet gewenst was. De raadsman heeft daarnaast aangevoerd dat wettig en overtuigend bewijs waaruit blijkt dat er
stelselmatiginbreuk werd gemaakt op de persoonlijke levenssfeer ontbreekt.
De raadsman heeft vrijspraak van het eerste gedachtestreepje van feit 2 bepleit, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de betreffende e-mail een bedreiging jegens [slachtoffer 1] behelst. De raadsman heeft voorts, evenals de officier van justitie, vrijspraak van het tweede gedachtestreepje van feit 2 bepleit, omdat deze feitelijkheden buiten de ten laste gelegde periode vallen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Belaging [1]
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zijn ex-partner (hierna: [slachtoffer 1] ) en dochter (hierna: [slachtoffer 2] ) in de ten laste gelegde periode heeft belaagd.
Bij de beoordeling of er sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
De rechtbank overweegt als volgt. Verdachte en [slachtoffer 1] hebben tot 2005 een relatie gehad, waaruit twee kinderen zijn geboren, [slachtoffer 2] en [naam] . De kinderen wonen sinds de relatiebreuk bij [slachtoffer 1] . Omstreeks juli 2015 heeft de rechter bepaald dat verdachte geen recht meer heeft op omgang met [slachtoffer 2] . Verdachte heeft [slachtoffer 1] in de ten laste gelegde periode veelvuldig gebeld, vaak meerdere keren per dag, voicemailberichten ingesproken en e-mail berichten (18 stuks) gestuurd. [2] Verdachte heeft daarnaast [slachtoffer 2] via Facebook Messenger berichten gestuurd (34 keer) en gebeld en volleybalwedstrijden van haar bezocht en daarbij foto’s van haar gemaakt. [3] Verdachte heeft erkend dat de telefoontjes, e-mails en berichten van hem afkomstig zijn. Verdachte heeft eveneens erkend dat hij ongevraagd volleybalwedstrijden van [slachtoffer 2] heeft bezocht en daarbij ook foto’s van haar heeft genomen. [4] Verdachte heeft op 30 april 2018 een stalkingbrief ontvangen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door bovengenoemde gedragingen wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] en dat er derhalve sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b Sr. Verdachte heeft immers veelvuldig contact met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] opgenomen, terwijl hem meermalen door beiden te kennen is gegeven dat zij dat niet wilden. Desondanks is verdachte door blijven gaan en heeft hij hen gedwongen de contacten te dulden. De vele contactmomenten vonden bovendien tegen een intimiderende achtergrond plaats. Verdachte heeft immers in contacten met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] verwezen naar familiedrama’s, ongepaste foto’s naar [slachtoffer 2] gestuurd, [slachtoffer 1] in zijn e-mails consequent met ‘vadermoordenaar’ aangesproken en fors dreigende taal gebruikt en in één geval ook foto’s van een pistool en een Kalasjnikov gestuurd. Het feit dat niet alle telefoontjes, e-mails en berichten een intimiderende inhoud hadden en dat [slachtoffer 1] verdachte ook weleens telefonisch te woord heeft gestaan en enkele e-mails heeft beantwoord, doet niet af aan de conclusie dat er sprake is van belaging.
Bedreiging
Verdachte heeft in een e-mail van 4 april 2018 die onder meer is gericht aan [slachtoffer 1] geschreven: “don’t fuck with a desperate father. You might regret it. De bewijzen stapelen zich op en de tijd dringt”. In die e-mail zijn tevens een foto van een pistool en een Kalasjnikov te zien. [5] Verdachte heeft erkend dat hij de e-mail heeft gestuurd. [6] Mede gelet op de jarenlange conflictueuze en vervelende sfeer tussen verdachte en [slachtoffer 1] , de overige inhoud van de e-mail, te weten onder andere de aanhef waarin de geadresseerden worden aangesproken met ‘vadermoordenaars’ en de tekst ‘Laten wij hopen dat ‘zijn vriend’ (de rechtbank begrijpt ‘het pistool’) elke hersencel doorboort die de bron is van uw misdadige praktijken’, is de rechtbank van oordeel dat de bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij [slachtoffer 1] redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook zou worden gepleegd.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 1] heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht.
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en de raadsman, niet bewezen wat aan verdachte onder het tweede gedachtestreepje is ten laste gelegd, zodat zij hem van dat onderdeel zal vrijspreken.
Smaadschrift [7]
Verdachte heeft erkend dat hij op 4 april 2018aan [slachtoffer 1] en een aantal hulpverleners e-mail heeft verzonden met de inhoud die in de tenlastelegging is opgenomen. De rechtbank acht op basis van de inhoud van die e-mail wettig en overtuigend bewezen dat verdachte daarmee de eer en goede naam van [slachtoffer 3] , brigadier bij de politie, heeft aangerand door tenlastelegging van bepaalde feiten. [8] Weliswaar is er geen schriftelijke klacht door [slachtoffer 3] ingediend, maar uit de aangifte door [slachtoffer 3] , zijn verzoek om op de hoogte te worden gehouden van het verloop van de strafzaak en zijn aanwezigheid ter zitting van 10 september 2019 leidt de rechtbank af dat [slachtoffer 3] strafrechtelijke vervolging wenste.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
Parketnummer 08-730268-18
1.
hij
op een (of weer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 12 maart
2016 tot en met 9 juni 2018,
in de gemeente Hengelo (0),
althans in Nederland,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft
gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] (verdachtes ex-partner) en
/of[slachtoffer 2] (verdachtes dochter),
in elk geval van een ander, (telkens
)met het oogmerk die [slachtoffer 1] en
/ofvoornoemde [slachtoffer 2] , te dwingen iets
te doen, niet te doen,te dulden
en/of vrees aan te jagen,immers heeft hij, verdachte;
- voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] veelvuldig opgebeld en/of veelvuldig
de voicemail ingesproken (inhoudende/bevattende
(zeer)intimiderende en/of
bedreigende en/of beledigende teksten) en
/of
- voornoemde [slachtoffer 1] veelvuldig emails gestuurd en
/of
- via
Facebook en/ofFacebook messenger veelvuldig berichten gestuurd
(inhoudende
/bevattende lugubere/ongepaste afbeeldingen) en
/althans (telkens)
contact gezocht met die [slachtoffer 2] en
/of
- voornoemde [slachtoffer 2] bij haar volleybalwedstrijd opgezocht en
/ofdaarbij
(tegen de wil van die [slachtoffer 2] ) foto’s gemaakt van die [slachtoffer 2] en
/of
- op een (of meer) andere manier(en) de aandacht van die [slachtoffer 1] en/of die
[slachtoffer 2] getrokken/gevestigd en/althans (telkens) contact gezocht met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] ;
2.
hij
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 12 maart
2016 tot en met 9 juni 2018 te Hengelo, gemeente Hengelo (O),
[slachtoffer 1] (verdachtes ex-partner)
en/of [slachtoffer 2] (verdachtes
dochter)heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,
- door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen “don’t fuck with a
desperate father. You might regret it. De bewijzen stapelen zich op en de tijd
dringt”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/ofwelke
woorden kracht werden bij gezet middels een - door verdachte verzonden - foto
waarop een pistool en een AK47 te zien zijn
en/of
- door die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opzettelijk de woorden toe te voegen
“Jullie weten heel goed wat er gebeurt in de bossen van Zeist en ik heb een
hele grote achtertuin”, althans woorden van gelijke dreigend aard of strekking;
waardoor er voor die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] een zeer bedreigende
situatie is ontstaan
Parketnummer 08-087617-18
hij op
of omstreeks4 april 2018 te Hengelo in de gemeente Hengelo (O),
althans in Nederland,opzettelijk, de eer en
/ofde goede naam van [slachtoffer 3]
, brigadier van politie, Eenheid Oost-Nederland heeft aangerand, door
tenlastelegging van
(een)bepaald
(e
)feit
(en
), met het kennelijke doel om
daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en
/of
afbeeldingen verspreid,
openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door
geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht,door aan
zijn, verdachtes, ex vrouw en
/of een of meerhulpverleners van de stichting
Samen Veilig een email(bericht) te sturen
/verzendenmet een afbeelding van
een AK47 en
/ofeen foto van die [slachtoffer 3] en
/ofmet (onder andere) de
navolgende tekst
/inhoud: "U kunt natuurlijk altijd ook nog een beroep doen op
pistolen paultje van het SS-leger (daarbij doelend op die [slachtoffer 3] ). Deze
professionele bedreiger is minstens zo geestelijk gestoord als u. Ik kan hem
u echter wel aanraden. Uit een crimineel leger dat het vermoorden van vaders,
met 5 man wurgen van onschuldige feestgangers, het in de rug doodschieten van
wegrennende 15 jarige jongetjes en niet te vergeten het verkrachten en
vermoorden van kleine meisjes tot kunst heeft verheven praten we hier wel
over het crème de la crème. Laten wij hopen dat zijn vriend elke hersencel
doorboort die de bron is voor al uw misdadige praktijken." en
/of"By the way.
De Walther P99Q haalt het helaas niet bij de zeer betrouwbare volautomaat
AK47 dat als terroristenwapen veel beter past bij uw (daarbij doelend op die
[slachtoffer 3] ) ras/karakter en het doeleind dat u nastreeft.”
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 261, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Ten aanzien van het bewezen verklaarde onder parketnummer 08-087617-18 overweegt de rechtbank dat van de in artikel 261 lid 3 Sr bedoelde rechtvaardigingsgrond geen sprake is. Er zijn ook voor het overige geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 08-730268-18
feit 1
het misdrijf: belaging, meermalen gepleegd
feit 2
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
parketnummer 08-087617-18
het misdrijf: smaadschrift.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met een proeftijd van drie jaren met aftrek van voorarrest en een werkstraf van 240 uren. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat aan verdachte op grond van artikel 38v Sr voor de duur van vijf jaren een vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd, waarbij verdachte wordt bevolen zich te onthouden van contact met zijn ex-partner en zijn twee dochters en zich niet op te houden rondom het adres [adres 2] . De officier van justitie heeft de toepassing van hechtenis van twee weken gevorderd voor iedere overtreding van de maatregel. De officier van justitie heeft voorts de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel gevorderd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde straf te hoog is en dat in geval van bewezenverklaring van alle feiten een voorwaardelijke gevangenisstraf volstaat.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft gedurende een periode van twee en een half jaar stelselmatige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-partner en zijn dochter en hen gedwongen te dulden dat hij steeds weer contact met hen zocht. Ondanks dat zij op verschillende momenten aan verdachte te kennen hebben gegeven met rust gelaten te willen worden, heeft dit verdachte er niet van weerhouden hen veelvuldig te bellen, e-mailen en berichten te sturen met niet zelden een intimiderende inhoud. Verdachtes ex-partner en dochter hebben hier erg onder geleden. Dit rekent de rechtbank verdachte aan. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn ex-partner met de dood door haar een e-mail met intimiderende teksten voorzien van een foto van een pistool en een Kalasjnikov te sturen, en smaadschrift door in diezelfde e-mail de eer en goede naam van een politieagent aan te randen.
Bij het bepalen van de straf en de omvang daarvan houdt de rechtbank rekening met de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Wat betreft de persoon van verdachte neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte weigert mee te werken met de reclassering en geen probleeminzicht toont. Verdachte heeft zich weliswaar gehouden aan de contactverboden die aan de schorsing van de voorlopige hechtenis zijn verbonden, maar verdachte heeft ter zitting geen blijk gegeven van inzicht in zijn kwalijke handelen en lijkt te blijven volharden in zijn wens om contact met zijn dochters te zoeken.
Gelet hierop acht de rechtbank oplegging van vrijheidsbeperkende maatregelen voor de duur van vijf jaren passend en geboden. Daarbij zal worden bevolen dat verdachte zich niet mag ophouden op of rondom het adres [adres 2] en dat hij zich dient te onthouden van contact met zijn ex-partner en beide dochters. De rechtbank acht het contactverbod met de jongste dochter passend en geboden, omdat zij, gelet op de inhoud van het strafdossier, ook last heeft van ongewenste contactmomenten.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 38v Sr opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar moet zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen. Verdachte heeft een langdurig volhard in het benaderen van zijn ex-partner en dochters terwijl hij weet dat zij dat ongewenst vinden en hoewel verdachte zich tot op heden heeft gehouden aan de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis gestelde voorwaarden blijft hij vasthoudend in zijn wens om contact met hen te zoeken.
De rechtbank acht voorts passend en geboden een werkstraf voor de duur van 100 uren en, ter voorkoming van recidive, een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met een proeftijd van drie jaren.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte ten aanzien van de feiten 1 en 2 van parketnummer 08-730268-18 te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van in totaal € 25.324,95 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reis- en verletkosten ad € 196,07
- gederfd inkomen ad € 22.128,88
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 3.000,-- gevorderd.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte ten aanzien van de feiten 1 en 2 van parketnummer 08-730268-18 te veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding van in totaal € 25.324,95 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reis- en verletkosten ad € 204,93
- schade als gevolg van studievertraging ad € 41.750,--
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 3.000,-- gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft tot toewijzing van de vordering van [slachtoffer 1] geconcludeerd, voor zover die betrekking heeft op de reis- en verletkosten, het gederfde inkomen binnen de ten laste gelegde periode ad € 7.290,59 en de immateriële schade, en tot niet-ontvankelijkverklaring van [slachtoffer 1] in het overige deel van de vordering.
De officier van justitie heeft tot toewijzing van de vordering van [slachtoffer 2] geconcludeerd, voor zover die betrekking heeft op de reis- en verletkosten, de schade als gevolg van studievertraging tot een bedrag van € 17.175,-- en de immateriële schade, en tot niet-ontvankelijkverklaring van [slachtoffer 2] in het overige deel van de vordering.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, gelet op de door hem bepleitte vrijspraken.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder parketnummer 08-730268-18 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De opgevoerde schadeposten ‘reis- en verletkosten’ en ‘immateriële schade’ zijn onvoldoende betwist en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde wat betreft die schadeposten daarom toewijzen.
Voor het overige (gederfd inkomen en studievertraging) levert behandeling van de vorderingen van de benadeelde partijen naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partijen daarom in dit dat deel van de vorderingen niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partijen kunnen de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank wijst de vorderingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van
€ 3.196,07 respectievelijk € 3.204,93.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen voor de bedragen die zijn toegewezen zoals in paragraaf 8.4 beschreven, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38w en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08-730268-18, feit 1 en 2, en parketnummer 08-087617-18, primair, ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08-730268-18
feit 1
het misdrijf: belaging, meermalen gepleegd
feit 2
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
parketnummer 08-087617-18
het misdrijf: smaadschrift;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren;
maatregel
- legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van
5 (vijf) jaarop geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1976, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1998 en [naam] , geboren op [geboortedatum 4] 2002;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt een week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden;
- bepaalt dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolgde de maatregel niet opheft;
- legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van
5 (vijf) jarenzich niet zal ophouden rondom het gebied [adres 2] , zoals weergegeven op de kaart die aan dit vonnis is gehecht;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt een week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden;
- bepaalt dat de toepassing van de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolgde de maatregel niet opheft;
- beveelt dat de opgelegde maatregelen (contactverboden en locatieverbod), dadelijk uitvoerbaar zijn;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feiten 1 en 2 van parketnummer 08-730268-18): van een bedrag van € 3.196,07 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2018);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.196,07,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 41 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 1 van parketnummer 08-730268-18): van een bedrag van € 3.204,93 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2018;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.204,93,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 42 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2] voor het resterende deel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. G.J. Stoové en mr. D.L. Westendorp, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Wilmink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 september 2019.
Buiten staat
Mr. Westendorp is niet in de gelegenheid om dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer [nummer] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 1] van 21 juni 2018, met bijlagen, pagina’s 30 tot en met 32; Het proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant] (ongenummerd); Het proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant] , pagina’s 81 en 82;
3.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 16 april 2018, met bijlagen, pagina’s 45 tot en met 77; het proces-verbaal van bevindingen van 11 juli 2018, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant] , pagina’s 81 en 82;
4.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 10 september 2019, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
5.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 16 april 2018, met bijlagen, pagina’s 12 en 13, vijfde alinea.
6.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 10 september 2019, inhoudende de verklaring van verdachte.
7.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2018151026. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
8.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 9 april 2018, met bijlagen, pagina’s 4, vierde en vijfde alinea, en 6 tot en met 8; het proces-verbaal van de terechtzitting van 10 september 2019, inhoudende de verklaring van verdachte.