ECLI:NL:RBOVE:2019:3329

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 september 2019
Publicatiedatum
20 september 2019
Zaaknummer
08-952805-18 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor identiteitsfraude door een 35-jarige man uit Almelo die op andermans naam artikelen bestelde bij webshops

Op 20 september 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in de zaak tegen een 35-jarige man uit Almelo, die werd beschuldigd van identiteitsfraude. De verdachte had in de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens van anderen gebruikt om bij verschillende webshops bestellingen te plaatsen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het misbruik van de persoonsgegevens van meerdere slachtoffers, met als doel om goederen te verkrijgen zonder daarvoor te betalen. De verdachte heeft erkend dat hij deze feiten heeft gepleegd, maar de rechtbank heeft niet bewezen geacht dat hij ook andere webshops heeft opgelicht zoals in de tweede tenlastelegging was opgenomen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, die voorwaardelijk is met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is er een taakstraf opgelegd van 100 uur. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers. De verdachte had enkel oog voor zijn eigen financieel gewin en toonde geen begrip voor de schade die hij anderen toebracht. De rechtbank heeft ook de eerdere veroordelingen van de verdachte in overweging genomen, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een voorwaardelijke straf op te leggen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte onder beschermingsbewind staat en zijn bewindvoerder niet was opgeroepen.

Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2019.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer 08-952805-18 (P)
Datum vonnis: 20 september 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 september 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. M. Hoekstra en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:voordeel heeft genoten door de persoonsgegevens van een groot aantal slachtoffers te misbruiken om bij verschillende webshops bestellingen te plaatsen;
feit 2:een aantal webshops heeft opgelicht door onder verschillende valse namen goederen te bestellen terwijl verdachte wist dat daar niet voor betaald zou worden.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 te Vriezenveen en/of te Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 1] , en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 2] , en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 3] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 4] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 5] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 6] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 7] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 8] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 9] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 10] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 11] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 12] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 13] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 14] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 15] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 16] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 17] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 18] ,
heeft gebruikt door
- op een of meer webshop(s) (een) bestelling(en) te plaatsen, en/of
- ( vervolgens) bij deze bestelling(en) de naam en/of de adresgegevens van bovengenoemde benadeelde(n) op te geven/te gebruiken, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan (immers is/zijn de factu(u)r(en) van de bestelling(en) en/of aanmaning(en) ten name van en/of naar het adres van bovengenoemde benadeelde(n) verzonden);
2
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 te Vriezenveen en/of te Almelo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels, de/het navolgende bedrij(f)(ven)/webshop(s) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgend(e) goed(eren):
- [bedrijf 1] tot de afgifte van een drone ter waarde van 174,45 euro, en/of
- [bedrijf 2] tot de afgifte van een Kenwood Radio ter waarde van 185 euro, en/of
- www. [bedrijf 3] .nl tot de afgifte van een of meer scooteronderdelen ter waarde van ongeveer 700 euro en/of een uitlaat (Polini Racing Big Evolution 94 cm) ter waarde van 394 euro en/of een veiligheidscamera (Micront SP5582A IP66 Dome) ter waarde van 507,95 euro en/of en carburateurkit (Malossi MHR Team VHST 28 voor AM6) ter waarde van 311,88 euro en/of
- [bedrijf 4] tot de afgifte van een bougiekabel set (voor een Volkswagen Touran) ter waarde van 80,54 euro en/of car wrapping folie ter waarde van 135,35 euro, en/of
- [bedrijf 5] tot de afgifte van een accu ter waarde van 159,80 euro en/of
- [bedrijf 6] tot de afgifte van een glasmat en/of lijm ter waarde van (in totaal) 198,90 euro, en/of
- [bedrijf 7] tot de afgifte van een of meer scooteronderdelen ter waarde van 163,90 euro, en/of
- [bedrijf 8] tot de afgifte van een of meer carburateur(s) (waarvan één) ter waarde van 144,95 euro en/of een accu ter waarde van 78,95 euro en/of
- www. [bedrijf 9] .nl tot de afgifte van een zwembadpomp ter waarde van 171 euro en/of een opblaasbaar zwembad ter waarde van 490 euro en/of
- [bedrijf 10] B.V. tot de afgifte van een slijptol ter waarde van 260 euro en/of
- [bedrijf 11] v.o.f. tot de afgifte van een of meer onbekend gebleven goederen en/of
- www. [bedrijf 12] .nl tot de afgifte van twee schokdempers ter waarde van ongeveer 141,09 euro en/of
- www. [bedrijf 13] .nl tot de afgifte van een Hi-Speed Unit E-bike Panasonic Poli ter waarde van 101,60 euro en/of
- [bedrijf 7] een of meer brommer-/motoronderdelen ter waarde van (in totaal) 121,95 euro en/of
- [bedrijf 14] tot de afgifte van een Ubbink vistoren (100 cm) ter waarde van 149 euro,
door
- bij bovengenoemde winkel(s) en/of webshop(s) bovengenoemde bestelling(en) te plaatsen en/of
- ( vervolgens) bij deze bestelling(en) een of meer valse/andere namen en/of adres(sen) te gebruiken/op te geven en/of
- bij deze bestelling(en) (telkens) te kiezen voor de methode 'achteraf betalen' (te weten middels Klarna en/of Billink en/of AfterPay) en/of
- ( vervolgens) deze bestelling(en) te laten bezorgen bij een of meer postagentschap(pen) en/of (vervolgens) (een aantal van) deze bestelling(en) door een of meer ander(en) te laten ophalen en/of zelf op te halen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat de factu(u)r(en) en/of (daaruit voortvloeiende) aanmaning(en) van deze bestelling(en) voor rekening van een ander (te weten de personen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) de na(a)m(en) en/of de/het adres(sen) heeft/hebben gebruikt) zouden komen en (daardoor) de bestelling(gen) niet zouden worden betaald.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide ten laste gelegde feiten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
feit 1:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
  • Het proces-verbaal van terechtzitting van 6 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 2] van 20 april 2018 (dossierpagina’s 29-30);
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 5] van 2 mei 2018 (dossierpagina’s 45-46);
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 7] van 22 juni 2018 (dossierpagina’s 55-56);
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 8] van 29 juni 2018 (dossierpagina’s 60-61);
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 9] van 25 juni 2018 (dossierpagina’s 70-71);
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 10] van 5 september 2018 (dossierpagina’s 82-83);
  • Het proces-verbaal van aangifte door [naam 13] van 5 oktober 2018 (dossierpagina’s 95-96).
feit 2:
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte als feit 2 ten laste is gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Er zijn geen feiten of omstandigheden vast komen te staan waaruit de rechtbank kan afleiden wat het gevolg van de gedragingen van verdachte op de in de tenlastelegging genoemde bedrijven is geweest. In het bijzonder is daarvoor van belang dat geen enkel in de tenlastelegging genoemd bedrijf aangifte heeft gedaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1
hij in de periode van 1 maart 2018 tot en met 22 oktober 2018 te Vriezenveen en Almelo, opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten:
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 2] , en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 5] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 7] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 8] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 9] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 10] en/of
- de (voor- en achter-)naam en/of de adresgegevens van [naam 13] en/of
heeft gebruikt door
- op webshops bestellingen te plaatsen, en
- bij deze bestellingen de naam en de adresgegevens van bovengenoemde benadeelden te gebruiken, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan immers zijn de facturen van de bestellingen en aanmaningen ten name van en naar het adres van bovengenoemde benadeelden verzonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 231b van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek waarvan 163 dagen voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast vordert hij een taakstraf voor de duur van 200 uren en voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat kan worden volstaan met oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand en met een taakstraf van beperktere omvang dan door de officier van justitie is geëist.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft in een periode van ruim zes maanden meerdere malen gebruik gemaakt van de identiteit van verschillende anderen en zich aldus schuldig gemaakt aan identiteitsfraude. Daarbij is hij volledig voorbij gegaan aan de kwalijke gevolgen van zijn handelen voor de personen van wie hij de identiteitsgegevens gebruikte. Verdachte had enkel oog voor zijn eigen financieel gewin en bevrediging van zijn behoefte om op een voor hem kosteloze wijze aan spullen te komen. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Bij de bepaling van de straf weegt de rechtbank mee dat verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 5 augustus 2019, reeds eerder is veroordeeld, onder andere voor oplichting en flessentrekkerij.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur en daarnaast een taakstraf van na te noemen duur, passend en geboden is. Gelet op het feit dat de rechtbank minder bewezen acht dan de officier van justitie, bestaat aanleiding om bij de straftoemeting naar beneden af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de bij hem inbeslaggenomen en op de beslaglijst vermelde bromfiets met kenteken [kenteken] , aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
Ten aanzien van de op de beslaglijst vermelde “documenten” acht de rechtbank zich, gelet op het ontbreken van enige specificatie, onvoldoende voorgelicht om daar een beslissing over te nemen.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[naam 17]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 145,64, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reiskosten € 36,68;
- opnemen verlofuren
€ 108,96;
totaal: € 145,64.
[naam 12]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 252,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit een urenvergoeding voor de verloren vrije tijd à € 102,15. Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 150,00 gevorderd.
[naam 8]heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 480,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit 16 werkuren à € 30,00.
[bedrijf 15] B.V.heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 289,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de post: “zwembad + transport”.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van [naam 17] , [naam 12] en [bedrijf 15] B.V. volledig toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr op te leggen. Verder heeft hij gevorderd de vordering van [naam 8] toe te wijzen tot een bedrag van € 250,00 en de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr op te leggen.
In antwoord op de stelling van de raadsman over de gevolgen van het beschermingsbewind van verdachte, dupliceert de officier van justitie dat, indien daarvan inderdaad sprake is, het standpunt van de raadsman hem correct voorkomt.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gewezen op de omstandigheid dat verdachte onder beschermingsbewind staat. Dit brengt mee dat uitsluitend de bewindvoerder gemachtigd is de vordering te weerspreken, maar die is niet opgeroepen. De vorderingen zijn voorts onvoldoende onderbouwd.
8.4
Hetoordeel
van de rechtbank
Gebleken is dat het vermogen van de verdachte onder beschermingsbewind, als bedoeld in de artikelen 1:431 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, is gesteld. Hierdoor mist de verdachte de (zelfstandige) bevoegdheid tot beheer en beschikking over zijn vermogen. Die bevoegdheid ligt bij de bewindvoerder, die de verdachte bij de vervulling van zijn taak ook in rechte vertegenwoordigt. Hieruit volgt dat de verdachte niet bevoegd is zelfstandig te procederen met betrekking tot de tegen hem ingestelde vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partijen. Deze bewindvoerder is niet opgeroepen, noch verschenen. Het alsnog oproepen van de bewindvoerder in het geding, opdat die de procedure van de verdachte, voor wat betreft de vorderingen van de benadeelde partijen, als formele procespartij over kan nemen, vormt in dit stadium van de procedure een onevenredige belasting van het strafgeding. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen. Dit laat onverlet de mogelijkheid van
[naam 17] , [naam 12] , [naam 8]en
[bedrijf 15] B.V.om hun vorderingen bij de burgerlijke rechter aan te brengen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c en 22d Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- feit 1 het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (een) maand;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
100 (honderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
50 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[naam 17]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[naam 12]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[naam 8]in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[bedrijf 15] B.V.in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van bromfiets met kenteken [kenteken] aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.H. Heijink, voorzitter, mr. drs. H. Vegter en
mr. B.C. Maresch-Evers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.A.J.H. Muurmans, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 september 2019.
Buiten staat
Mrs. H.Vegter en B.C. Maresch-Evers zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-201856783. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.