ECLI:NL:RBOVE:2019:3279

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
17 september 2019
Zaaknummer
08-730520-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van FC Twente supporter voor openlijk geweld tijdens voetbalwedstrijd

Op 17 september 2019 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 25-jarige supporter van FC Twente, die betrokken was bij rellen tijdens de wedstrijd FC Twente – PSV op 6 april 2017. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur voor zijn aandeel in het openlijk geweld tegen de mobiele eenheid en eigendommen van de club. Tijdens de rellen, die plaatsvonden in en rondom het stadion de Grolsch Veste, heeft de verdachte geweld gepleegd tegen politieambtenaren en verschillende goederen, waaronder hekwerken en voertuigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij de hem ten laste gelegde handelingen heeft verricht. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking binnen de groep supporters, en dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking genomen, wat heeft geleid tot een vermindering van de taakstraf. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer 08-730520-17 (P)
Datum vonnis: 17 september 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van
6 juli 2018 en 3 september 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. R.J. Wiegant en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J.B. Kalk, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 6 april 2017 in Enschede openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen goederen en leden van de mobiele eenheid.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 6 april 2017 in de gemeente Enschede met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, te weten op of aan het
"Colosseum", in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het
publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte,
te weten op het terrein van de "Grolsch Veste" en/of in de omloop van het
stadion van de "Grolsch Veste" openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen - één (of meer) hekwerk(en) en/of - één (of meer) deur(en) en/of - één (of meer) rolluik(en) en/of - één (of meer) fiets(en) en/of - één (of meer) kliko('s) en/of - een embleem van FC Twente en/of - één (of meer) voertuig(en)/bus(sen) althans telkens tegen een (of meer) goed(eren) van voetbalclub FC Twente
en/of
de Politie Eenheid Oost-Nederland, welke geweld bestond uit het meermalen,
althans eenmaal, - slaan en/of trappen tegen een (of meer) rolluik(en) en/of een embleem en/of - (met kracht) (door)trappen van/tegen een (toegangs)deur en/of - trekken/rukken en/of (omver) trekken van een (of meer) op het terrein
aanwezige hek(ken) en/of - slaan en/of trappen tegen een voertuig van de Mobiele Eenheid en/of openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een (of meer) lid/leden
van de Mobiele Eenheid van de Politie Eenheid Oost-Nederland, welk geweld
bestond uit het meermalen, althans eenmaal, - maken van een (of meer) armgeba(a)r(en) en/of opsteken van de middelvinger
in de richting van een (of meer) lid/leden van de mobiele eenheid en/of - aanvallen/uitdagen van en/of indringen op/tegen een (of meer) lid/leden van
die mobiele eenheid (die in linie stonden) en/of - gooien van/met een (stoep)tegel en/of een kliko en/of (of meer) fiets(en),
en/althans een (of meer) voorwerp(en) in de richting van een (of meer)
lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of voertuig(en) van de Mobiele Eenheid
en/of - spugen in de richting van een (of meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid
en/of - zwaaien en/of slaan met (een) riem(en) op/tegen het lichaam van een (of
meer) lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of - duwen en/of slaan op/tegen het lichaam van een (of meer) lid/leden van de
Mobiele Eenheid

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is het eens met de officier van justitie. Wel is door de raadsman aangevoerd dat, nu dat uit de camerabeelden niet blijkt waar zich de gesp van de riem bevindt, verdachte van dat gedeelte van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Op donderdag 6 april 2017 [2] , tijdens de voetbalwedstrijd tussen FC Twente en PSV, vond er een politie-inval plaats in het supportershome van Vak-P (hierna: het supportershome). Dit supportershome bevindt zich in voetbalstadion de Grolsch Veste, gelegen aan het Colosseum in Enschede. [3] Vervolgens braken er ongeregeldheden uit in het stadion, welke zich later verplaatsten naar de openbare weg om het stadion. Hierbij werd getrapt tegen rolluiken die toegang gaven tot het supportershome [4] , geslagen tegen een embleem van FC Twente [5] , getrapt [6] tegen een toegangsdeur tot het supportershome die later ook daadwerkelijk werd ingetrapt [7] , werd getrokken aan hekken [8] , geslagen tegen een voertuig van de politie [9] , werden middelvingers opgestoken naar leden van de mobiele eenheid [10] , werden leden van de mobiele eenheid aangevallen en uitgedaagd [11] , werd een stoeptegel naar politieruiters gegooid [12] , werden een kliko [13] en andere voorwerpen [14] naar leden van de mobiele eenheid en hun voertuig gegooid, werd gespuugd in de richting van leden van de mobiele eenheid [15] en geslagen met riemen tegen leden van de mobiele eenheid [16] . Dit is door camera’s vastgelegd. Naar aanleiding van het bekijken van die camerabeelden zijn een aantal personen aangehouden, waaronder verdachte. Aan hen is het openlijk in vereniging plegen van geweld ten laste gelegd.
Openlijk geweld
Voor de bewezenverklaring van het openlijk in vereniging plegen van geweld is vereist dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking binnen een groep waarvan geweld uitgaat. Het opzet van de dader moet gericht zijn op het geweld en zijn bijdrage daaraan. Ook moet hij materieel aan het geweld hebben bijgedragen door zelf geweld te gebruiken, of een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het geweld van anderen. Daarbij is alleen het deel uitmaken van een groep waarvan geweld uitgaat op zichzelf niet voldoende. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte zelf geleverde bijdrage aan het geweld van voldoende gewicht is. Daarvoor is dus niet vereist dat verdachte (ook) zelf geweld heeft gebruikt. Ook door intellectuele bijdragen aan het verband dat geweld pleegt kan hiervan sprake zijn.
Handelen verdachte
Verbalisant [verbalisant] heeft hetgeen hij op de camerabeelden heeft waargenomen gerelateerd in een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal. [17] [verbalisant] zag verdachte, die hem ambtshalve bekend is, onder meer met anderen tegen het eerste rolluik trappen. Daarna sloeg verdachte het geopende toegangshek van Vak-P opzettelijk en met kracht meerdere malen tegen een Volkswagen Transporter die voor dat hek geparkeerd stond. Vervolgens pakte verdachte een gevulde zak met witte stof op en gooide deze over de Volkswagen Transporter en in de richting van groepsleden van de mobiele eenheid. Ten slotte sloeg verdachte met zijn broeksriem, met de metalen gesp aan het uiteinde, opzettelijk en met kracht op groepsleden van de mobiele eenheid in.
Verdachte heeft verklaard dat hij deze handelingen heeft verricht. [18]
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de bovenstaande bewijsmiddelen dat door een in homogeen verband opererende groep supporters van FC Twente openlijk geweld is gepleegd tegen personen, namelijk leden van de mobiele eenheid, en goederen. Het geweld is tijdens een voetbalwedstrijd begonnen in de Grolsch Veste – waarvan evident is dat het op dat moment een voor publiek toegankelijke plaats is – en heeft zich vervolgens verplaatst naar de openbare weg om het stadion en duurde ongeveer van 22:00 uur tot 23:18 uur. De rechtbank is van oordeel dit openlijk geweld als één gebeurtenis kan worden aangemerkt.
Verdachte heeft daarin een actief en wezenlijk aandeel gehad, door een substantiële bijdrage te leveren aan het gepleegde geweld. Door zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan een sfeer van ontremming, waarin anderen (ook) zijn overgegaan tot het plegen van geweld. Hieruit volgt dat verdachtes opzet zich (ook) uitstrekte tot het geweld dat anderen tijdens deze gebeurtenis pleegden. Ook dat geweld kan verdachte daarom worden toegerekend.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 6 april 2017
in de gemeente Enschede
met anderen, op of aan de openbare weg, te weten op of aan het
"Colosseum", en op een voor het
publiek toegankelijke plaats,
te weten op het terrein van de "Grolsch Veste"
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
- hekwerken en
- één deur en
- rolluiken en
- één kliko en
- een embleem van FC Twente en
- één voertuig
welke geweld bestond uit het meermalen,
- slaan en trappen tegen rolluiken en een embleem en
- (in)trappen van/tegen een toegangsdeur en
- trekken aan op het terrein
aanwezige hekken en- slaan tegen een voertuig van de mobiele eenheid;
en
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen leden
van de mobiele eenheid van de politie eenheid Oost-Nederland, welk geweld
bestond uit het meermalen,
- opsteken van de middelvinger
in de richting van leden van de mobiele eenheid en
- aanvallen/uitdagen van leden van
die mobiele eenheid en
- gooien van/met een stoeptegel en een kliko en
voorwerpen in de richting van politieruiters en/of leden van de mobiele eenheid
en een voertuig van de mobiele eenheid en
- spugen in de richting van leden van de mobiele eenheid en
- slaan met (een) riem(en) op/tegen leden van de mobiele eenheid.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat kan worden volstaan met een werkstraf van 120 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft deelgenomen aan het plegen van openlijk geweld tegen politieambtenaren dat tijdens en na de voetbalwedstrijd tussen FC Twente en PSV heeft plaatsgevonden. Dit geweld vormt een inbreuk op en ondermijnt het respect dat ten aanzien van politieambtenaren dient te worden opgebracht. Geweld tegen politieambtenaren, die de hun opgedragen taak ten behoeve van de maatschappij uitoefenen, is nooit te rechtvaardigen. Ook heeft verdachte deelgenomen aan het plegen van openlijk geweld tegen goederen. Voor veel mensen wordt het plezier in het bezoeken van voetbalwedstrijden verpest door dergelijke rellen en de veiligheidsmaatregelen, zoals verplichte buscombi’s, die daardoor noodzakelijk worden geacht. Het is treurig dat een kleine groep mensen – zoals verdachte en zijn mededaders – hieraan hebben bijgedragen. Daarnaast nopen dergelijke rellen tot de inzet van veel politie en mobiele eenheid om de orde rond voetbalwedstrijden te kunnen handhaven. Dit brengt hoge kosten mee voor de maatschappij en gaat ten koste van de capaciteit op straat. De rechtbank neemt verdachte niet alleen zijn eigen handelen kwalijk. Het gaat er ook om dat hij door zijn handelen een bijdrage heeft geleverd aan een sfeer waarin geweld tegen politiemensen en goederen gewoon werd gevonden, en daarmee anderen tot dergelijk geweld aanzetten.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het handelen van verdachte zelf binnen de groep waarvan geweld is uitgegaan, zoals in de bewijsoverweging reeds naar voren is gekomen. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en de straffen die zijn opgelegd in vergelijkbare situaties, in het bijzonder in de zaken van de mededaders, als uitgangspunt genomen. Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank daarbij meegewogen dat verdachte, zo blijkt uit het uittreksel van zijn justitiële documentatie van 22 juli 2019, niet eerder is veroordeeld, anders dan hierna genoemd.
De rechtbank heeft, op de voet van het bepaalde in artikel 63 Wetboek van Strafrecht, een eerdere veroordeling van verdachte in rekening gebracht, te weten: het vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 5 januari 2018, waarbij verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 750,--, waarvan € 500,-- voorwaardelijk.
Ten slotte – en dat niet in de minste plaats – houdt de rechtbank rekening met het tijdverloop. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het feit dat er vanaf medio september 2017 geen onderzoek meer in de zaak heeft plaatsgevonden sprake is van een overschrijding van de in art. 6, eerste lid, EVRM, bedoelde termijn. De rechtbank zal de overschrijding compenseren door te kiezen voor een taakstraf in plaats van een gevangenisstraf en door vermindering van de taakstraf die zou zijn opgelegd, indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, te weten met 20 uur taakstraf.
Alles afwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde taakstraf passend en geboden en zal zij verdachte veroordelen tot een taakstraf van 160 uren.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 22c en 22d Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderdzestig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen,
waarbij als maatstaf geldt één dag vervangende hechtenis per twee uren niet naar behoren verrichte taakstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. F.C. Berg en mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 september 2019.
Zijnde de griffier wegens uitstedigheid niet in staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie Oost-Nederland met nummer 2017162520.
2.Algemeen dossier, pagina 7.
3.Zaaksdossier, pagina 8.
4.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 1, pagina 19, vierde en vijfde alinea.
5.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 7, pagina 13, derde alinea.
6.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 1, pagina 19, derde alinea en persoonsdossier 9, pagina 18, eerste alinea.
7.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 1, pagina 20, zesde alinea
8.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 1, pagina 20, derde alinea.
9.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 2, pagina 18, achttiende alinea.
10.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 2, pagina 17, zesde alinea en persoonsdossier 9, pagina 18, tweede alinea.
11.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 3, pagina 14, tweede alinea.
12.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 11, pagina 15, tweede alinea.
13.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 1, pagina 20, achtste alinea en persoonsdossier 10, pagina 19, tweede alinea.
14.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 2, pagina 18, zevende en elfde alinea, persoonsdossier 7, pagina 14, tweede alinea en persoonsdossier 8, pagina 26, zesde alinea.
15.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 2 pagina 18, achtste en tiende alinea.
16.Zonder uitputtend te zijn: persoonsdossier 3, pagina 14, vijfde en zesde alinea, persoonsdossier 8, pagina 26, vierde alinea en persoonsdossier 12, pagina 17, zevende alinea.
17.Persoonsdossier verdachte (persoonsdossier 4), pagina 16 en 17.
18.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 3 september 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte.