10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en onder 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
feit 2
het misdrijf:
poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en onder 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt daarbij als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen een week na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij Tactus reclassering Zwolle, Dokter Stolteweg 58 in Zwolle, en zich daar vervolgens blijft melden op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek de Tender van Transfore te Zwolle of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich gedurende deze behandeling houden aan de huisregels en de aanwijzingen van de zorgverlener/behandelaar(s). Het innemen van medicatie kan onderdeel zijn van de behandeling;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1](feit 1): van een bedrag van
€ 749,98(zevenhonderdnegenenveertig euro en achtennegentig cent (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2018);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 749,98, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 14 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 1](feit 1): voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 3](feit 2): van een bedrag van
€ 592,64(vijfhonderdtweeënnegentig euro en vierenzestig cent) (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2018)
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 592,64, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 juni 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 11 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 3](feit 2): voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2](feit 1 en feit 2) van een bedrag van
€ 500,-;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,-,ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 10 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[slachtoffer 2](feit 1 en feit 2): voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, voorzitter, mr. drs. H.M. Braam en mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.H. van den Ham-Pool, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 september 2019.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie, eenheid Oost-Nederland, district IJsselland, met nummer ON1R018058. Voor zover het pagina’s betreft uit het aanvullend proces-verbaal met hetzelfde nummer, wordt dit aangegeven. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van 28 juni 2018, (pagina 1-3), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring vanaangeefster [slachtoffer 1]:
Op woensdag 27 juni 2018 tussen 20:30 en 21:00 uur was ik met mijn man [slachtoffer 2] in mijn woonboot aan de [adres] te Zwolle en zag ik dat er 2 personen die ik niet ken de loopplank op liepen. Ik zag dat het een donkere en een blanke man waren. Toen ik binnen was, zag ik dat beide mannen achter [slachtoffer 2] aangelopen waren. Ik zag dat de donkere man [slachtoffer 2] aan de kant duwde en richting [slachtoffer 3] liep. Ik zag dat de donkere man probeerde de sleutels van de scooter van [slachtoffer 3] af te pakken. Ik zag dat de donkere man zich omdraaide en ik zag en voelde dat hij zijn rechter tot vuist gebalde hand tegen mijn hoofd sloeg. Door de klap viel ik op de grond. Toen ik op de grond lag zag ik dat de donkere man naar mij toe liep en mijn telefoon van de grond pakte. Ik zag en voelde dat de donkere man mij met kracht een schop in mijn maag gaf. De donkere man nam mijn telefoon mee.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van 28 juni 2018, (pagina 20-23), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring vanaangever [slachtoffer 2]:
Op 27 juni 2018 tussen 20:30 uur en 21:00 uur was ik met mijn vrouw in mijn woonboot, gelegen aan de [adres] te Zwolle. Mijn vrouw zei dat er twee mensen op de loopplank stonden. Ik zei tegen mijn vrouw en schoondochter dat zij naar binnen moesten gaan. Van de twee mannen was er een blank en een donker getint. Ik zei tegen de mannen dat zij weg moesten gaan en van mijn terrein moesten gaan. Op dat moment begon de donkere man naar voren te lopen, hij wilde mij passeren op de loopplank maar ik hield mij vast aan de beide zijden van de reling van de loopplank waardoor de man er niet langs kon. De donkere man begon steeds harder te duwen, op een gegeven moment stond ik door het geduw van de man al in de deuropening van de woonboot. Tijdens het geduw heb ik meerdere keren aangegeven dat ik wilde dat zij weg gingen. Op het moment dat ik in de deuropening stond, kreeg ik van de donker getinte man zo’n harde duw dat ik achterover de woonboot in viel. Ik zag dat de donker getinte man de woonboot betrad en naar de woonkamer ging waar mijn schoondochter is. De donkere man riep naar haar “hier met die sleutels”. De man doelde hiermee op de sleutels van de scooter. De donkere man probeerde de scootersleutel uit de broekzak van mijn schoondochter te halen. Ik liep de woonkamer in en liep in de richting van mijn schoondochter die op dat moment nog steeds in die achterste stoel zat. Op het moment dat ik probeerde de handen van de donkere man bij mijn schoondochter weg te trekken, kreeg ik een stomp of een duw van de donkere man. Nadat ik achter de donkere man langs was gelopen, draaide hij zich om en kreeg ik een harde duw of klap waardoor ik achterover viel.
Ik zag dat de donkere man mijn vrouw een vuistslag gaf op haar hoofd. Ik zag dat mijn vrouw daardoor op de grond terecht kwam. Terwijl ik naar mijn vrouw liep, zag ik dat de donkere man mijn vrouw een harde schop in haar maag gaf terwijl zij nog op de grond lag. Ik sprong tussen de donkere man en mijn vrouw. Op dat moment kreeg ik weer een aantal klappen van de donkere man. Door deze klappen kwam ik weer te vallen.
Ik zag dat de donkere man de telefoon van mijn vrouw van de grond griste en dat beide mannen de woonboot verlieten.
Aan het gedrag en de bewegingen leek het alsof de man vechtsport getraind was.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van 27 juni 2018, (pagina 27-30), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring vanaangeefster [slachtoffer 3]:
Op woensdag 27 juni 2018 bevond ik mij bij de woonboot van mijn schoonouders. Toen ik voor de woonboot stond, zag ik dat er twee mannen voor de loopplank stonden. Man 2 had een donkere negroïde huidskleur. Hij droeg een zwarte trainingsbroek met een fluorescerende groene bies. Op de rechterzak stond de tekst, [kickboksschool] .
Toen ik halverwege in de woonkamer was, zag ik dat mijn schoonvader door de donkere man naar binnen werd geduwd. Vervolgens zag ik de donkere man op mij af komen lopen en ik hoorde hem zeggen dat ik hem de scootersleutels moest geven. Vervolgens probeerde hij de sleutels uit mijn rechter zak te pakken. Ik zag en voelde dat mijn zak scheurde. Vervolgens zag en voelde ik dat hij mij hard in mijn nek sloeg. Vervolgens trok de donkere man mij van de stoel en smeet mij op de grond.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2018 (pagina 31), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, alsbevindingen van verbalisant [verbalisant]:
[slachtoffer 3] heeft op 29 juni 2018 een foto van [verdachte] overhandigd aan wijkagent [verbalisant] . Zij vertelde mij dat zij aan deze foto kwam nadat zij via google had gezocht op [trefwoorden] . Dit had op de broek gestaan van één van de twee verdachten. Toen [slachtoffer 3] de foto zag gaven de vorm van het gezicht van [verdachte] en de blik in zijn ogen [slachtoffer 3] het idee dat het om de verdachte zou gaan. Toen [slachtoffer 3] de foto aan haar schoonouders toonde gaf schoonvader [slachtoffer 2] aan dat hij hem ook herkende als zijnde de verdachte van de diefstal met geweld. Schoonmoeder [slachtoffer 1] gaf ook aan dat zij hem herkende.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen internet van 2 augustus 2018 (pagina 89-92), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, alsbevindingen van verbalisant [verbalisant]:
Ik verbalisant heb op google.nl afbeeldingen gezocht op ‘ [trefwoorden] ’. Ik klikte op de foto met de donkere man in het midden en werd doorgelinkt naar de site [website] . Op de pagina even-voorstellen stelt de donkere man in het midden zich voor als [verdachte] .
6.
Het proces-verbaal vanverhoor verdachtevan 12 september 2018 (pagina 108-113), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben kickboks trainer en geef ongeveer 2 keer per week les aan kinderen. Ik geef les in Assen.
Mijn e-mailadres is [verdachte] @outlook.com.
7.
Het proces-verbaal vanverhoor verdachtevan 14 september 2018 (pagina 123-125), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb een lange trainingsbroek met een fluorescerende groene bies met het opschrift ‘ [kickboksschool] ’.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2019 (pagina 59), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, alsbevindingen van verbalisanten:
Op 27 juni 2018 waren wij belast met de aanhouding van [medeverdachte] wegens verdenking van een woningoverval gepleegd op deze datum in een woonboot gelegen aan de [adres] in Zwolle. [medeverdachte] had zich gemeld op het politiebureau te Zwolle. Hij zei tegen zijn vriendin [naam 1] dat zij de naam en het telefoonnummer van de andere man moest geven. Toen wij haar vroegen naar de naam en het telefoonnummer waar [medeverdachte] het over had, gaf zij de naam [alias] door die gebruik zou maken van het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 1] .
9.
Hetproces-verbaal van bevindingen Prepaid toestelvan 20 december 2018 (pagina 22-24 aanvullend proces-verbaal), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De opwaardeergegevens van het PRE-PAID nummer [telefoonnummer 1] werden opgevraagd bij Lebara. In het antwoord van Lebara werd aangegeven dat het PREPAID tegoed zes keer was opgewaardeerd middels een e-voucher. In twee van de zes gevallen ging het om een e-voucher van Alphacomm Prepaid Service BV. Bij het bedrijf Alphacomm BV werden de gegevens gevorderd van de e-vouchers en de verkooppunten waar deze e-vouchers werden aangeschaft.
Op 18-04-2018 om 06:32:40 uur werd er met iDeal via het web een e-voucher aangeschaft die werd betaald met het IBAN bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] . Bij deze transactie werd het e-mailadres [verdachte] @outlook.com gebruikt.
Op 24-04-2018 om 18:40:51 uur werd er met iDeal via het web een e-voucher aangeschaft die werd betaald met het IBAN bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] . Bij deze transactie werd het e-mailadres [e-mail] @live gebruikt. Van [e-mail] @live.com waren de volgende klantgegevens bekend: telefoonnummer + [telefoonnummer 2] [naam 2] .
Door de ING-bank werden de volgende identificerende gegevens aangeleverd: [verdachte] geboortedatum [geboortedatum 1] -1989 en [naam 2] geboortedatum [geboortedatum 2] -1988.
10.
Het proces-verbaal van verhoor getuige van 13 september 2018 (pagina 129-132), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring vangetuige [naam 2]:
[verdachte] is mijn vriend. Wij wonen nu ongeveer 2 jaar samen.
[telefoonnummer 2] dit is mijn telefoonnummer.
11.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 28 juni 2018 (pagina 65-66), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte[medeverdachte]:
Ik ben op 27 juni 2018 naar de woonboot van de ouders van [naam 4] gegaan met een kennis die ik op 27 juni 2018 tegenkwam, [alias] . Je spreekt zijn naam in het Engels uit. Hij zei dat ik toch wist waar [naam 4] woonde en hij zei dat hij wel eens met hem wilde praten. Hij zei: we kunnen nu toch kijken of hij thuis is. Zijn telefoonnummer staat bij mijn vriendin in de telefoon.
12.
Kennisgeving vaninbeslagneming(pagina 42), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Joggingbroek van aangeefster [slachtoffer 3] . Goednummer: PL0600-2018284257-1752771
13.
Het proces-verbaalaanvraag DNA-onderzoek sporen en benoeming DNA-deskundigevan 26 juli 2018 (pagina 10-11 aanvullend proces-verbaal), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Goednummer PL0600-2018284257-1752771
SIN: AAKD4212NL
14.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, te weten eenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoekvan 9 oktober 2018 (pagina 12-14 aanvullend proces-verbaal), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De joggingbroek AAKD4212NL is rondom en in de gescheurde rechterbroekzak bemonsterd. Deze bemonsteringen zijn als AAKD4212NL#01 en #02 veiliggesteld voor een DNA-onderzoek.
SIN AAKD4212NL#02 (ingang rechterbroekzak): DNA kan afkomstig zijn van getuige [slachtoffer 3] , [naam 3] en minimaal één onbekende persoon.
15.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, te weten eenrapport van het NFI vergelijkend DNA-onderzoekvan 13 november 2018 (pagina 18-21 aanvullend proces-verbaal), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het verkregen DNA-mengprofiel AAKD4212NL#02 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijk wanneer hypothese 1 (de bemonstering bevat DNA van [slachtoffer 3] , [verdachte] en twee willekeurige andere personen) dan wanneer hypothese 2 (de bemonstering bevat DNA van [slachtoffer 3] en drie willekeurige onbekende personen) waar is.