Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
spoedeisendprocesbelang resteert bij het treffen van een voorlopige voorziening ten aanzien van de lastgeving.”
Rechtbank Overijssel
Op 26 augustus 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel het verzoek tot wraking van mr. R.J. van Lochem afgewezen. Verzoekster, die een cateringbedrijf exploiteert, had mr. Van Lochem gewraakt vanwege vermeende partijdigheid in een lopende bestuursrechtelijke procedure. De wraking volgde op een uitspraak van mr. Van Lochem op 16 juli 2019, waarbij verzoeksters beroepen niet-ontvankelijk werden verklaard, en een daaropvolgende hersteluitspraak op 17 juli 2019. Verzoekster stelde dat mr. Van Lochem zich niet als een onpartijdige rechter had opgesteld en dat haar handelen leidde tot schijn van partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat, hoewel er sprake was van slordigheden in de procedure, er geen objectieve aanwijzingen waren voor partijdigheid van mr. Van Lochem. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, en dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd moet zijn. Aangezien mr. Van Lochem niet betrokken zal zijn bij de verdere behandeling van de beroepen, had verzoekster geen belang bij haar wrakingsverzoek. De wrakingskamer wees het verzoek af, en deze beslissing is openbaar uitgesproken.