Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
De voorzitter deelt namens de rechtbank mee dat:
- op 2 juli 2019 om 13.15 de uitspraak op het preliminair verweer zal plaatsvinden,
- het onderzoek ter terechtzitting voor het overige wordt geschorst voor onbepaalde tijd;
- de officieren van justitie en de raadsman hun verhinderdata tot en met december 2019 uiterlijk 21 juni 2019 om 12.00 uur per email aan de Verkeerstoren moeten sturen;
- de raadsman zijn onderzoekswensen uiterlijk 10 dagen voor de nader te bepalen zitting aan de officieren van justitie en de rechtbank kenbaar moet maken, waarna de officieren van justitie daar vóór die nader te bepalen zitting op moeten reageren;
- de stukken wederom in handen van de officieren van justitie worden gesteld
- de rechtbank de oproeping beveelt van de verdachte voor die nader te bepalen zitting, met tijdige kennisgeving daarvan aan zijn raadsman;
- vandaag om 16.30 uur de beslissing over de voorlopige hechtenis wordt uitgesproken; de zitting wordt daarvoor onderbroken.
In verband met verhindering van de officier van justitie wordt uw verzoek opheffing c.q. schorsing voorlopige hechtenis verplaatst naar 2 juli 2019 om 13.30 uur te Zwolle. Voor deze behandeling is een half uur uitgetrokken.
Dank voor het doorsturen. Als er gevraagd wordt om een reactie dan kun je meedelen dat er geen aanleiding is om de planning te wijzigen. Morgen ben ik niet aanwezig ivm cursus.
het onderzoek ter terechtzitting voor het overige wordt geschorst voor bepaalde tijd”. Bij de e-mail zijn de filmbeelden van de zitting gevoegd.
Bijgaand treft u de beelden van het slot van de zitting d.d. 18 juni jl. aan. Daaruit blijkt ontegenzeggelijk dat het onderzoek niet is geschorst door de voorzitter. Ik verzoek u deze z.s.m. te bekijken en aan het raadkamer dossier voor de zitting van woensdag 26 juni as. toe te voegen.
In reactie op uw bezwaar, deel ik namens de samenstelling mee dat zij geen aanleiding zien om de planning te wijzigen.
3.Het wrakingsverzoek
Aan het wrakingsverzoek gaat vooraf de stelling van de raadsman dat het PV van de zitting van 18 juni 2019 onwaarheden bevat. Ik sta voor het PV en hetgeen daarin is vermeld is juist.Deze reactie is op 27 juni 2019 naar de raadsman gestuurd.
5.De beoordeling
Er komt 2 juli geen beslissing op de preliminaire verweren. Een wraking ziet op de persoon en niet op het forum, dus de drie gewraakte rechters mogen ook die beslissing niet nemen. Nadeel hiervan is dat in die beslissing en het uitspraak-PV ook niet de nieuwe zittingsdatum kan worden genoemd en de daarmee samenhangende klemmende redenen. Dit betekent dat er binnen 30 dagen na 18 juni 2019 een PF-zitting moet volgen. De gewraakte voorzitter mag hier – tot de beslissing van de raadkamer – geen rol meer in spelen, dus dat moet de ovj met de verkeerstoren regelen.De wrakingskamer kan uit deze tekst niet anders concluderen dan dat de voorzitter hiermee aangeeft dat door de wraking het inmiddels gewraakte rechterlijk college van
‘hij staat voor het PV. Hetgeen daarin is vermeld, is juist’.
het de bedoeling van artikel 282 Sv is dat de duur van de voorlopige hechtenis zoveel mogelijk wordt beperkt. De voorlopige hechtenis duurt maximaal drie maanden. Dan dient de voorlopige hechtenis opnieuw te worden getoetst. De rechtbank is van oordeel dat het niet zo is dat wanneer de klemmende reden niet is genoemd de voorlopige hechtenis altijd eindigt na 30 dagen. Binnen die termijn dient er een zitting te worden gehouden, aan welke voorwaarde in dit geval is voldaan.