Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoekster] ,
Het procesverloop
De beoordeling
De beslissing
rechter-commissaris
mr. A.E. Zweers,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 20 mei 2019 uitspraak gedaan in de schuldsaneringsregeling van verzoekster, die in Zwolle woont. De rechter-commissaris had op 12 april 2019 voorgesteld om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, omdat verzoekster een boedelachterstand had laten ontstaan. Tijdens de zitting op 13 mei 2019, waar verzoekster en haar advocaat, mr. P.W.M. Soekhai, aanwezig waren, werd duidelijk dat verzoekster een voorschot van een schadevergoeding had ontvangen, maar dit bedrag consumptief had besteed zonder de bewindvoerder hierover te informeren. De bewindvoerder, mevrouw J. van de Pol, bevestigde dat verzoekster de informatieplicht had geschonden door niet te melden dat zij aanspraak had gemaakt op een schadevergoeding.
De rechtbank overwoog dat verzoekster een boedelachterstand van € 3.500,00 had laten ontstaan en dat haar voorstel om € 25,00 per maand af te lossen niet haalbaar was. Zelfs met een maximale verlenging van de schuldsaneringsregeling zou de achterstand niet tijdig kunnen worden afgelost. De rechtbank concludeerde dat verzoekster tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat de schuldsaneringsregeling tussentijds moest worden beëindigd. De rechtbank stelde vast dat verzoekster in staat van faillissement verkeert zodra de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. De vergoeding en het salaris van de bewindvoerder werden vastgesteld, en de rechtbank benoemde mr. A.E. Zweers tot rechter-commissaris in het faillissement.
De rechtbank beëindigde de schuldsaneringsregeling en gaf last aan de curator om de nodige stappen te ondernemen. Verzoekster heeft het recht van hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.