Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, te weten de loonaangiften, pagina 687 (DOC-025) tot en met pagina 716 (DOC-054);
- een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, genaamd ‘Overzicht minimaal bedrag ingehouden loonheffing’ (DOC-516), pagina 1320;
- de nota van berekening (DOC-519), pagina 1338;
- een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, genaamd ‘Omzetbelasting 1e kwartaal 2014 tot en met 1e kwartaal 2016: verkoopfacturen’ (DOC-505d), pagina 1300 tot en met pagina 1307;
- de nota van berekening (DOC-519), pagina 1338 tot en met 1341;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (G-001-001), pagina 546 tot en met pagina 551;
- het proces-verbaal van bevindingen ‘met betrekking tot verklaringen van getuigen en verdachten over strafbare feiten met betrekking tot de administratie van [bedrijf] B.V.’ (AMB-028), pagina 375 tot en met 384;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- de ambtsedige verklaring omzetbelasting (DOC-016), pagina 671 tot en met 676;
- een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, genaamd ‘Omzetbelasting 1e kwartaal 2014 tot en met 4e kwartaal 2014: verkoopfacturen’ (DOC-505c), pagina 1298 tot en met 1299;
- de nota van berekening (DOC-520), pagina 1342;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (G-001-001), pagina 546 tot en met pagina 551;
- het proces-verbaal van bevindingen ‘verricht administratief onderzoek in beslag genomen documenten en gegevens’ (AMB-019), pagina 301 tot en met 313;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen te voeren, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen te voeren, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen te voeren, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen te voeren, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
150 (honderdvijftig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
75 dagen;