V: Je wordt verdacht van een straatroof die heeft plaatsgevonden op het Wilminkplein te Enschede op maandag 24 september 2018 rond 02.35 uur. Wat wil je hierover verklaren?
A: Ik was daar ook bij betrokken. Volgens mij is dit tussen 00.00 uur en 03.00 uur gebeurd.
V: Waar was jij toen dit allemaal begon?
A: Ik was daar bij de automatiek [cafetaria] .
V: Met wie was je daar allemaal?
A: Ik stond daar samen met onder andere [medeverdachte 2] en nog een paar anderen.
V: We tonen je een foto van de jongens die bij [cafetaria] staan. Wie zijn dit?
A. Ik zie mezelf, [medeverdachte 2] en een de zwerver, daar weet ik de naam niet
van, maar die kom ik elke dag tegen in de stad.
V: Ken je de man in het wit die volgens een collega [verdachte] zou zijn?
A: Nee die ken ik niet.
V : Waarom rijden jullie samen naar het Wilminkplein?
A: De man in de witte kleding heeft tegen ons gezegd dat die andere man (het latere slachtoffer) ons had uitgescholden. Dit deed hij ook al bij [cafetaria] . [medeverdachte 2] en ik
werden boos. Toen wij hoorden van die man met die witte kleding dat hij nog
steeds aan het schelden was, dachten we: “Nu is het wel klaar”. Wij wisten van die man in de witte kleding dat hij (het latere slachtoffer) bij [poppodium] was. [medeverdachte 2] is bij mij achterop gaan zitten en we zijn daar naartoe gereden.
V: Op beeld is te zien dat jullie samen aankomen op het Wilminkplein en daar afstappen en naar een man lopen die op een bank zit. Wat hebben jullie gedaan?
A: Wij stapten van de scooter af en hebben die man mishandeld.
Toen wij de eerste keer weer terug kwamen bij [cafetaria] , hebben wij
gezegd dat we die man bewusteloos hadden geslagen. Die man in het wit heeft het ook gehoord en zei: “O dan wil ik daar gebruik van maken om hem te bestelen”. Hij is ons achterna gegaan.
V: Van achter jullie komt de man in het wit gekleed aanrennen. Wat gaat hij doen op het Wilminkplein?
A: Die man ging naar het slachtoffer toe, die daar nog steeds bewusteloos op de grond lag.
V : Op beeld is te zien dat de man in het wit naar de man loopt die nog op de grond ligt die jullie even daarvoor in elkaar hebben geslagen. Wat doet hij daar?
A: Hij fouilleert het slachtoffer. Ik heb gezien dat die man in het wit een telefoon pakte, volgens mij uit de binnenzak.
V: Wat wordt er met die telefoon gedaan?
A: Die man in het wit gaf de telefoon aan mij, ik wilde die telefoon niet hebben. Ik heb die telefoon vervolgens aan [medeverdachte 2] gegeven.