Primair
zij op of omstreeks 28 februari 2017 te Enschede in de gemeente Enschede,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig
(personenauto), komende uit de richting Broekheurne-Ring, daarmede rijdende
over de weg, de Usselerrondweg, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, het kruispunt, gevormd door de wegen de Usselerrondweg en de Haaksbergerstraat is opgereden, terwijl het zicht op het links van die Usselerrondweg gelegen fiets/bromfietspad werd belemmerd of beperkt door een over die Usselerrondweg rijdende en/of tegemoetkomende vrachtauto, welke vrachtauto doende was dat kruispunt op te rijden, zich niet heeft overtuigd dat uit tegenovergestelde richting geen verkeer over het gezien, haar, verdachtes rijrichting links van die Usselerrondweg gelegen fiets/bromfietspad naderde en/of niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op dat fiets/bromfietspad en/of op dat kruispunt rijdende en tegemoetkomende verkeer en/of op dat kruispunt naar links in de richting van die Haaksbergerstraat is afgeslagen en/of in strijd met het gestelde in artikel 18 lid 1 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 een op dat fiets/bromfietspad
van dezelfde weg (de Usselrrondweg) rijdende en/of haar, verdachte tegemoetkomende en dicht genaderd zijnde bestuurder van een bromfiets, niet voor heeft laten gaan en/of is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met die bestuurder van die
bromfiets en/of die bromfiets, ten gevolge waarvan die bestuurder van die
bromfiets ten val is gekomen, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd
toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening
van de normale bezigheden is ontstaan;