Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 9 mei 2018 tot en met 26 maart 2019 te Almelo, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een (aanzienlijke) hoeveelheid van (een) stof(fen) en/of materia(a)l(en) bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 26 maart 2019 te Almelo, in elk geval in Nederland, opzettelijk voorhanden heeft gehad, 12,23 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 26 maart 2019 te Almelo, in elk geval in Nederland, één of meerdere wapen(s) van categorie I, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten één of meerdere blanke wapen(s), te weten
- één of meerdere op (creditcard) gelijkende mes(sen) en/of
- een op een pen gelijkend mes
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
hij in de periode van 9 mei 2018 tot en met 26 maart 2019 te Almelo, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 26 maart 2019 te Almelo, opzettelijk voorhanden heeft gehad, 12,23 gram, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op 26 maart 2019 te Almelo, wapens van categorie I, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten blanke wapens, te weten
- op creditcard gelijkende messen en
- een op een pen gelijkend mes
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De vordering tenuitvoerlegging
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
301 (driehonderdzes) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt op verzoek van de reclassering en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere door de reclassering te bepalen gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden, waarbij hij zich houdt aan de afspraken met en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- geen verdovende middelen gebruikt;
- blijft meewerken aan controle van het gebruik van middelen om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- meewerkt, indien de reclassering dit noodzakelijk acht, aan activiteiten rondom het vinden van een dagbesteding, na het uitvoeren van zijn werkstraf;
- meewerkt aan begeleiding vanuit Stichting Limor of een andere door de reclassering aan te wijzen ambulante hulpverleningsinstantie bij het stabiliseren van praktische zaken, indien en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Nederland van 2 augustus 2017 met parketnummer 08/730418-17 voorwaardelijk opgelegde straf.