ECLI:NL:RBOVE:2019:2520
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen bestuursrechter in een verzetzaak
In de zaak met zaaknummer 230742 KGRK 19-189 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel op 25 april 2019 het verzoek tot wraking van mr. J.W.M. Bunt afgewezen. Het verzoek tot wraking werd ingediend door de gemachtigde van de verzoeker, die stelde dat mr. Bunt partijdig was omdat hij verzoeker niet de gelegenheid had gegeven om aanvullende jurisprudentie aan te leveren. De gemachtigde gaf aan te weten dat het verzoek tot wraking waarschijnlijk zou worden afgewezen, maar hoopte dat er dan een nieuwe behandeling van de zaak zou plaatsvinden, zodat hij alsnog de gewenste uitspraken kon indienen.
Mr. Bunt verweerde zich door te stellen dat verzoeker voldoende gelegenheid had gehad om zijn verzet nader te onderbouwen. Hij had van de indiening van het verzetschrift op 16 november 2018 tot tien dagen voor de zitting de kans om nadere stukken in te dienen. Ook tijdens de zitting was er ruimte voor verzoeker om aanvullende informatie te verstrekken. Mr. Bunt benadrukte dat hij zich nog geen definitief oordeel had gevormd over de zaak, wat ook uit het proces-verbaal van de zitting bleek.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, het verzoek werd afgewezen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid, omdat het verzoek leek te zijn gedaan om de behandeling van de verzetzaak te schorsen en verzoeker de gelegenheid te geven om alsnog jurisprudentie aan te leveren. Dit werd gezien als kennelijk misbruik van recht. De beslissing werd openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.