4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij, in de periode van 1 januari 2012 tot en met 18 november 2014, in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, zijnde een samenwerkingsverband tussen
- hem, verdachte, en
- [stichting 1] , en
- [bedrijf 6] , en
- [bedrijf 7] ., en
- [stichting 2] , en
- [stichting 4] , en
- [stichting 5] , en
- [medeverdachte 1] , en
- [medeverdachte 2] , en
- [bedrijf 8] ., en
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- het plegen van faillissementsfraude; en
- het plegen van valsheid in geschrift; en
- bedrog met balans en winst- en verliesrekening
zulks terwijl hij, verdachte, leider van die organisatie was;
hij, in de periode van 21 juni 2013 tot en met 10 februari 2014, in Nederland, tezamen en in vereniging met een rechtspersoon en met natuurlijke personen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of gebruik heeft doen maken van (een) valse:
1. arbeidsovereenkomst tussen verdachte en zijn mededader en [bedrijf 8] ., en
2. salarisspecificaties over de maanden juli 2013, augustus 2013, september 2013 en oktober 2013, en
3. aanvraag overname betalingsverplichting UWV,
– elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen –
alsware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken in het overleggen
van die arbeidsovereenkomst en salarisspecificaties aan het UWV en hiermee aanvragen
van het faillissement van [bedrijf 8] ., en het meesturen door DAS van de
salarisspecificaties bij de ingediende loonvordering en bestaande die valsheid hierin,
1. dat in de arbeidsovereenkomst in strijd met de waarheid staat vermeld dat verdachte in dienstbetrekking komt per 1 juli 2013; en
2. dat medeverdachte [medeverdachte 2] op de datum van ondertekening onbevoegd was om tot ondertekening over te gaan; en
3. dat de in de arbeidsovereenkomst weerggeven datum van ondertekening niet juist is; en
4. dat de salarisspecificaties zijn opgemaakt, wetende dat er hiervoor geen werkzaamheden zijn verricht en dat er allemaal fictieve loongegevens zijn gehanteerd; en
5. dat de aanvraag overname betalingsverplichting van het UWV is ingevuld met onjuiste gegevens;
de besloten vennootschap [bedrijf 2] ., welke vennootschap op 13 maart 2013 in staat van faillissement is verklaard, in de periode van 7 januari 2013 en met 18 november 2014, in Nederland, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en een rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
1. lasten heeft verdicht, baten niet heeft verantwoord en/of enig goed aan de boedel heeft onttrokken; en
2. niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichting ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolgde artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers hebbende [bedrijf 2] .,
A. in de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013, zonder hiertoe aanwezige rechtsgrond en/of tegenprestatie, vanaf haar bankrekening [rekeningnummer 1] een bedrag van EUR 5.000,00 en EUR 2.164,00 en EUR 2.260,00 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] t.n.v. [bedrijf 9] . waarvan eveneens een bedrag van EUR 6.797,23, zonder rechtsgrond en/of
tegenprestatie, weer is overgeboekt naar rekeningnummer [rekeningnummer 3] van [bedrijf 6] .; en
D. op herhaaldelijke oproep van de curator geen administratie uitgeleverd; en
E. geen administratie en/of kasboek bijgehouden; en
F. haar huurvorderingen op [bedrijf 10] . en/of [naam 8] gecedeerd aan [bedrijf 6] .,
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte tezamen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven;
de besloten vennootschap [bedrijf 3] ., welke vennootschap op 24 april 2013 in staat van faillissement is verklaard, in de periode van 1 februari 2013 tot en met 18 november 2014, in Nederland, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en
rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
1. enig goed aan de boedel heeft onttrokken; en
2. niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichting ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolgde artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers hebbende [bedrijf 3] .
B. een bedrag van in totaal circa EUR 10.000,00 heeft laten opnemen van haar bankrekeningen, zonder hiertoe aanwezige rechtsgrond en/of tegenprestatie; en
C. geen kasboek en/of (volledige) administratie bijgehouden en/of post niet aan
de curator overhandigd;
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte tezamen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven;
de besloten vennootschap [bedrijf 4] , welke vennootschap op
21 augustus 2012 in staat van faillissement is verklaard, in de periode van 15 mei 2012 tot en met 18 november 2014, in Nederland, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en een rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
1. enig goed aan de boedel heeft onttrokken; en
2. niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichting ten opzichte van
het voeren van een administratie ingevolgde artikel 15i, eerste lid van Boek
3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en tevoorschijn brengen van
boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers hebbende [bedrijf 4] ,
A. de betaling vanuit het project [naam 9] ter hoogte van in totaal EUR 15.000,00 op rekeningnummer [rekeningnummer 5] , zonder rechtsgrond en/of tegenprestatie doorgestort naar rekeningnummer [rekeningnummer 6] ; en
B. de betalingen vanuit het project [naam 9] ter hoogte van in totaal EUR 49.000,00 op rekeningnummer [rekeningnummer 6] van [bedrijf 16] laten storten, zonder hiertoe aanwezige rechtsgrond en/of tegenprestatie; en
C. EUR 10.000,00 contant in ontvangst genomen van [naam 9] ten behoeve van de betaling van de door [bedrijf 4] verrichte werkzaamheden en deze EUR 10.000,00 niet verantwoord in een kasboek; en
D. zonder rechtsgrond en/of tegenprestatie EUR 36.500,00 aan inkomsten van debiteuren, doorgestort naar rekeningnummer [rekeningnummer 6] ; en
E. een Ford Transit verkocht zonder de opbrengst hiervan aan de vennootschap ten goede te laten komen, althans zonder in de administratie inzicht te geven in de verwerking van deze opbrengst; en
F. het restantsaldo op bankrekeningnummer [rekeningnummer 5] van EUR 1.590,08 overgeschreven naar rekeningnummer [rekeningnummer 6] ; en
G. geen kasboek en/of (volledige) administratie bijgehouden; en
H. op verzoek van de curator niet de zwarte ordner en andere bestaande facturen/kwitanties, bankafschriften, uitgeleverd;
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte tezamen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven;
de besloten vennootschap [bedrijf 5] ., welke vennootschap op 28 oktober 2014 in staat van faillissement is verklaard, in de periode van 1 maart 2014 tot en met 18 november 2014, in Nederland, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en een
rechtspersoon, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
2. niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichting ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolgde artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en tevoorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel bedoeld,
immers hebbende [bedrijf 5] .,
B. ondanks herhaaldelijk verzoek van de curator, op 30 oktober 2014 en 6 november 2014, geen administratie aangeleverd, terwijl tijdens de doorzoeking aan de [adres 1] te Zuidwolde en de [adres 2] te Hoogeveen, ordners en bescheiden zijn aangetroffen die niet aan de curator zijn overlegd;
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte tezamen met anderen, feitelijke leiding heeft gegeven.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.