Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland, onderzoek 04FIN13002 KOEFUUT. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever] , p.821-828.
3.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1] , p.1315-1316; Proces-verbaal verhoor [verdachte] , p.1137.
4.Met [slachtoffer] wordt hierna telkens bedoeld: [slachtoffer] , [bedrijf 1 slachtoffer] en/of [bedrijf 2 slachtoffer] .
5.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1] , p.1133 en p.1136, proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1] ,
6.Zie over de hiervoor beschreven gang van zaken ook het proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer] , p.1082-1088.
7.Schriftelijk stuk, zijnde een transactieoverzicht, p.508.
8.Schriftelijk stuk, te weten een overzicht van geldstromen, p.2042.
9.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1] , p.1167 en proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1] , p.1431, waarbij de rechtbank aan laatstgenoemde verklaring waarde hecht voor zover die inhoudt dat 'een geldbedrag' is overhandigd.
10.Schriftelijke stukken, te weten een weergave van sms-verkeer van [medeverdachte 1] aan ' [naam 4] ', p.158 en met name p.161. Zie verder de verklaringen van getuigen [getuige 1] , p.1483 en [medeverdachte 2] , p.1522, waarin gesproken wordt over een afspraak in een hotel.
11.Zie de door de officier van justitie ter terechtzitting van 21 juni 2019 overgelegde bijlage 1
12.Proces-verbaal verhoor verdachte, p.1326.
13.Proces-verbaal verhoor verdachte, p.1392.
14.Proces-verbaal verhoor verdachte, p.1419.
15.Proces-verbaal verhoor verdachte, p.1428-1430.
16.Proces-verbaal verhoor [getuige 1] , p.1482-1484.
17.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] bij de r-c d.d. ????
18.Schriftelijk stuk, te weten een weergave van een telefonisch bericht, p.114.
19.Zie onder voetnoot 13 voor contacten met [slachtoffer] binnen de ten laste gelegde periode. Ook na de ten laste gelegde periode bleef verdachte contacten met [slachtoffer] onderhouden, zie onder voetnoten 19-24.
20.Opmerking verdient dat ' [naam 3] ' gedurende het onderzoek niet konden worden
21.Schriftelijk stuk, te weten een overzicht van geldstromen, p.2042, zie ook de door de officier van
22.Schriftelijke bescheiden, te weten weergaven van e-mailberichten van resp. 26 maart 2013,
23.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 1] , p.1137.
24.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 2] , p.1520-1.
25.Het onder 2, tweede cumulatief bewezenverklaarde 'aanwezig hebben' (als bedoeld in artikel 420 bis, onder b Sr) kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gekwalificeerd als witwassen, nu deze geldbedragen uit eigen misdrijf afkomstig zijn. Vgl. HR:17 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2001. De onder feit 2 weergegeven kwalificatie ziet derhalve uitsluitend op de overige bewezenverklaarde gedragingen, waarvoor geldt dat de in de jurisprudentie ontwikkelde kwalificatie-uitsluitingsgrond niet van toepassing is.