ECLI:NL:RBOVE:2019:2420
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.M. Braam
- V.P.K. van Rosmalen
- J. Mulder
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in plofkraakzaak door gebrek aan bewijs
De rechtbank Overijssel heeft op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 25-jarige man die verdacht werd van het plegen van een plofkraak op een geldautomaat in Schalkhaar op 26 oktober 2018. De rechtbank sprak de verdachte vrij, omdat het dossier onvoldoende bewijs bevatte om zijn betrokkenheid bij de plofkraak te bevestigen. Verbalisanten hadden die ochtend twee verdachte personen bij de geldautomaat gezien, maar het signalement dat door getuigen was gegeven, was te vaag om de verdachte te identificeren. Er was geen DNA van de verdachte aangetroffen op de helm, de kentekenplaat van de scooter of het explosief dat was gebruikt. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie niet wettig en overtuigend had bewezen dat de verdachte de bijrijder was van de scooter die bij de plofkraak was gebruikt.
Tijdens de zittingen op 7 februari, 2 mei en 2 juli 2019 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. G. Steeghs, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J.O.A.N. de Vries, gehoord. De rechtbank oordeelde dat de aanwezigheid van de verdachte in de buurt van de plaats delict, enkele uren na de plofkraak, niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank wees ook de vordering van de benadeelde partij, Rabobank Salland, af, omdat de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De inbeslaggenomen scooter werd niet verbeurd verklaard, omdat de verdachte had verklaard dat deze niet van hem was. De rechtbank gelastte de bewaring van de scooter ten behoeve van de rechthebbende.