Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
2.De beoordeling
980,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 3 juli 2019, is een kort geding aanhangig gemaakt door de eiser, wonende in Turkije, vertegenwoordigd door advocaat mr. N. Türkkol. De eiser had een vordering ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening tegen de gedaagden, die ook in Turkije wonen en vertegenwoordigd worden door advocaat mr. F. Yildiz. Tijdens de zitting op 3 juli 2019 is de eiser echter niet verschenen, noch zijn advocaat. Dit leidde tot de conclusie dat de eiser zich had vergist in de datum van de zitting.
De gedaagden hebben de vordering van de eiser weersproken en producties overgelegd ter ondersteuning van hun verweer. Aangezien de eiser geen nadere toelichting heeft gegeven op zijn vordering en de gedaagden de vordering hebben betwist, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de vordering onvoldoende aannemelijk is geworden. Hierdoor is de vordering afgewezen.
De eiser is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagden zijn begroot op een totaal van € 2.579,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.E. Zweers op dezelfde datum als de zitting.