Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 mei 2019 inclusief producties,
- de mondelinge behandeling op 27 juni 2019.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
€ 185.000,00. Op 5 februari 2015 is de woning getaxeerd voor een bedrag van € 150.000,00, waardoor sprake is van een onderwaarde van € 35.000,00. [A] wenst niet langer in een onverdeelde boedel te blijven. Tot op heden is het partijen niet gelukt om in onderling overleg tot de gewenste afwikkeling en verdeling te komen. [A] wil de woning op naam krijgen onder de ontbindende voorwaarde dat [B] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheek. [B] weigert haar medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de verdeling.
- bepaalt dat de woning getaxeerd dient te worden;
- bepaalt dat de kosten voor het achterstallig onderhoud volledig voor rekening van [A] dienen te komen;
- bepaalt dat – indien [A] de woning toegescheiden krijgt – [A] binnen twee maanden na dagtekening van dit vonnis [B] dient te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheek en de woning op zijn naam te zetten middels een notaris;
- bepaalt dat indien [A] binnen twee maanden na dagtekening van dit vonnis de woning niet kan overnemen en [B] niet heeft laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, [B] vervangende toestemming voor verkoop van de woning wordt verleend en makelaar [C] uit Hengelo wordt benoemd als verkopende makelaar, waarbij de verkoopprijs door de makelaar wordt bepaald.