ECLI:NL:RBOVE:2019:2277
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening van het onderzoek ter terechtzitting in een strafzaak wegens onvoldoende informatie over de verdachte
Op 8 juli 2019 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak met parketnummer 08/952001-19. De rechtbank oordeelt dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest en moet worden hervat. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de openbare terechtzittingen op 5 april 2019 en 24 juni 2019, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M. Zwartjes, en de inbreng van de verdachte en zijn raadsman, mr. J.B.A. Kalk.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij zich onvoldoende voorgelicht acht over de persoon van de verdachte, gezien de ernst van de ten laste gelegde feiten en de behandeling ter terechtzitting. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen. Dit houdt in dat de officier van justitie, de verdachte en zijn raadsman opnieuw gehoord zullen worden, zoals voorgeschreven in artikel 317 van het Wetboek van Strafvordering.
Tevens heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting geschorst voor onbepaalde tijd, tot een nader te bepalen tijdstip in overleg met de officier van justitie, maar niet later dan drie maanden na de uitspraak. De reden voor deze schorsing is dat er momenteel geen zittingsruimte beschikbaar is. De rechtbank heeft de oproeping van de verdachte en de raadsman bevolen, zodat het onderzoek kan worden voortgezet zodra dat mogelijk is.