9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het de volgende strafbare feit oplevert:
eendaadse samenloop van
poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken
en
medeplegen van poging tot afpersing
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder primair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
zestien maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
zes maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen twee dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij de reclassering. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- zich laat behandelen en onderzoeken door De Waag, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zich gedurende zijn proeftijd, verloven of detentiefasering niet in een straal van 5 km rond Giethoorn bevindt. Verdachte werkt mee aan elektronische controle op dit locatieverbod, voor zolang als de reclassering dit nodig acht. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische controle nodig is dat betrokkene in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen;
- is op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op zijn verblijfadres: [adres 1] in Rotterdam. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast in overleg met verdachte, en mede afhankelijk van zijn dagbesteding. De verdachte volgt alle aanwijzingen van de reclassering ten aanzien van dit locatiegebod op. Dit locatiegebod geldt zolang als de reclassering dit nodig acht. Verdachte werkt mee aan elektronische controle op dit locatiegebod. Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft;
- een opleiding zal volgen of een andere zinvolle dagbesteding hebben;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en
verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van
rechtswegedat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- heft de schorsing van bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Bruggen, voorzitter, mr. D.E. Schaap en
mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2019. Mr. Leentjes is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.