Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. G. Steeghs en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. J.H. Rump, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
6 november 2018 omstreeks 23.28 uur een gewapende overval te plegen op het [casino] [2] . Daarvoor moet, naast de vereiste opzet op het delict, worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een begin van uitvoering. Daarvan is sprake op het moment dat de dader een bepaalde gedraging heeft verricht, die naar de uiterlijke verschijningsvorm is gericht op de voltooiing van het delict.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
1 primair
het misdrijf:
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
1 primair
het misdrijf:
gevangenisstrafvoor de duur van
achttien maanden;
zes maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheden (CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden.) De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- meewerkt aan een vorm van begeleid zelfstandig wonen. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan het hebben van een dagbesteding in de vorm van scholing en/of (vrijwilligers of betaald) werk, zolang de reclassering dat nodig acht;
- meewerkt, indien nodig, mee aan budgetbeheer en het treffen van afbetalingsregelingen ter aflossing van zijn schulden, ook als dit inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering of een Volkskredietbank dan wel een bewindvoerder daarbij inzicht in zijn/haar financiën en schulden;
daarbij gelden als voorwaarden van
rechtswegedat verdachte:
mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2019. Mr. Leentjes is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.