10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 5 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 6 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair en feit 2: telkens mishandeling;
feit 3: wederspannigheid met enig lichamelijk letsel ten gevolge;
feit 4 en feit 6: telkens vernieling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 6 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur
van 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van twee jaren:
- zich niet in [adres 3] te Oldenzaal en [adres 2] te Oldenzaal zal bevinden en
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1957;
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1968;
- [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 4] 1972;
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 5] 1962;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- bepaalt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 3): van een bedrag van € 750,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017);
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 750,--,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 15 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Politie Oost-Nederland (feit 4): van een bedrag van € 2.062,46 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017);
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.062,46,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 30 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 6): van een bedrag van € 1.109,47 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017);
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feit en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.109,47,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 september 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 21 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van het op de beslaglijst vermelde zakmes aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Berg, voorzitter, mr. A.M. Rikken en mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2019.
Mr. F.C. Berg is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2017461259.Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 28 september 2017, (pag. 37 en 38);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juni 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , met als bijlage een foto, d.d. 27 september 2017, (pag. 59 en 60);
Op 27 september 2017 omstreeks 20.00 uur hoorde ik mijn man vanuit de gang om hulp roepen. Ik rende de gang in en zag dat de man mijn partner meerdere malen hard tegen zijn hoofd sloeg en hem schopte. Ik ben vervolgens tussen mijn partner en de man gesprongen om mijn partner te helpen. Ik schreeuwde, terwijl ik dit deed, dat de man moest stoppen en mijn huis uit moest gaan. Dit heb ik meerdere malen geschreeuwd. Toen ik tussen de man en mijn partner sprong zag ik direct dat de man een slaande beweging met de gebalde vuist van zijn rechterhand in de richting van mijn gezicht maakte. Ik voelde dat de vuist mijn rechterwang hard raakte en voelde direct erge pijn aan mijn wang. Even later was ook goed te zien dat de wang blauw verkleurde;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 28 september 2017, (pag. 37 en 38);
[slachtoffer 2] kreeg in de consternatie ook een klap.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , met als bijlage een foto, d.d. 27 september 2017, voor zover zakelijk weergeven (pag. 67 en 68);
Op 27 september 2017 werd verdachte [verdachte] door mij en mijn collega’s in Oldenzaal aangehouden. Ten tijde van de aanhouding verzette de verdachte [verdachte] zich hevig. Ik werd door de verdachte hierbij in mijn hand gebeten. Ik voelde hierbij scherpe pijn in mijn rechterhand. Na de aanhouding zag ik meerdere tandafdrukken op mijn rechter handrug afkomstig van de verdachte [verdachte] . Tevens was er bloed zichtbaar. Tijdens de aanhouding heb ik mijn linkerelleboog bezeerd door het verzet van [verdachte] . Toen de verdachte een ruk met zijn linkerarm maakte kwam mijn rechter elleboog en arm tegen de grond. Hierbij heb ik een schaafwond en kras aan mijn linker elleboog en onder arm opgelopen. Ondanks dat de verdachte herhaaldelijk is gesommeerd om mee te werken aan zijn aanhouding koos hij zich te verzetten waarbij ik letsel heb opgelopen.
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 september 2017, voor zover zakelijk weergeven (pag. 83 en 84);
Op het moment dat hij aan een hand geboeid is en men de tweede hand wil boeien,
verzet [verdachte] zich. Hij trekt 1 hand terug en komt men op de grond terecht.
Vijf collega’s zijn vervolgens in alle rust bezig de verdachte [verdachte] te
controleren op de grond. Verdachte [verdachte] roept heel hard "STELLETJE SCHOOIERS". De politiebeambten zeggen tegen elkaar pak zijn rechterarm. Hierna roept 1 van de politiebeambten "Niet gaan bijten jongen." Er lijkt een rode verkleuring op de rechterhand van de politieambtenaar te zien. Een van de politiebeambten vraag aan de ander : Bijt hij jou??De rechterarm van de verdachte [verdachte] wordt op de rug geplaatst en hierna staakt de verdachte op een gegeven moment zijn verzet.
- het proces-verbaal van aangifte namens Politie Oost-Nederland d.d.
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juni 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 27 september 2017 (pag. 86);
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] d.d. 28 september 2017 (pag. 93 t/m 95);
- het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juni 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.