Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
1
2
3
4
5
6
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal ter terechtzitting van 6 juni 2019, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van aangifte van 26 februari 2019, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 1] , namens de [supermarkt 1] in Deventer;
- de internet aangifte van 22 februari 2019, ondertekend op 8 maart 2019, inhoudende de verklaring van [aangever 2] namens [supermarkt 5] in Zevenaar.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
€ 383,23(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2019) voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 383,23,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
7 dagenzal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;