Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de producties I tot en met XXXXIII van de zijde van [eiser]
- de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 6 van de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
- de op 7 mei 2019 per fax ontvangen gewijzigde eis, waarvan tijdens de mondelinge behandeling een origineel exemplaar is overgelegd
- de mondelinge behandeling waarbij [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zich voor alle weren hebben beroepen op de onbevoegdheid van de voorzieningenrechter
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
- het (verkort) proces-verbaal van de mondelinge behandeling
- de faxberichten van de zijde van [eiser] van 31 mei 2019 en 3 juni 2019
- het faxbericht van de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] van 3 juni 2019.
2.De feiten
Beslissen dat de maatschap tussen partijen per datum van dit vonnis is ontbonden met betrekking tot [eiser] ;
Beslissen dat aan [eiser] worden toegescheiden de visserij zaken, als vermeld op de bijlage bij dit vonnis;
Beslissen dat [adres 1] wordt toegescheiden aan [gedaagde 2] en [gedaagde 1] en [adres 2] en [adres 3] aan [eiser] ;
Beslissen dat [eiser] gedurende de periode liggende tussen de datum van dit vonnis en 1 juni 2019 – om niet – op werkdagen van 08.00 uur tot 17.00 uur ten behoeve van het gebruik en vervoer van aan hem toegescheiden zaken in redelijkheid rekening houdend met de bedrijfsvoering ter plaatse recht heeft op ongehinderde toegang tot de zolder van [adres 1] en ongehinderde toegang en gebruik van de vorkheftruck en de blauwe container, aan partijen genoegzaam bekend.
Beslissen dat [eiser] aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] binnen veertig dagen na datum van dit vonnis aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] betaalt € [adres 1] .978,- door overmaking van dit bedrag naar een door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op te geven bankrekening.
Stellen vast dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] recht hebben op 2/3 deel van het bij de notaris gestalde deposito ter zake van de verkochte garnalenkotter en [eiser] recht heeft op 1/3 deel daarvan.
Beslissen dat de stamrecht schuld aan de vader van Partijen en de rekening courant schuld aan de ouders van Partijen onverdeeld blijven.
Beslissen dat de verschotten ad € 127,- en € 607,96 alsmede de beloning en kosten van arbiters ad € 46.665,04 voor twee derde deel gedragen worden door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] en voor een derde deel door [eiser] , te verrekenen met de door Partijen gestorte voorschotten;
Beslissen dat voor het overige Partijen ieder hun eigen kosten dragen;
Wijzen al het anders of meer gevorderde af.”