In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank Overijssel, heeft Logis P. B.V. een vordering ingediend tot opheffing van de dwangsommen die aan de in reconventie toegewezen vorderingen zijn verbonden, zoals vastgesteld in een eerder vonnis van 16 mei 2019. De voorzieningenrechter heeft op 12 juni 2019 uitspraak gedaan in kort geding. Logis P. vorderde dat Ricoh Nederland B.V. haar inzage zou geven in bepaalde bescheiden, maar Ricoh heeft betoogd dat zij aan deze verplichting heeft voldaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Logis P. een spoedeisend belang heeft bij haar vordering, maar oordeelde dat de vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt. De rechter concludeerde dat, hoewel Ricoh niet volledig aan de inzageverplichting heeft voldaan, de informatie die Logis P. heeft verkregen voldoende is om te bepalen wat zij wel en niet mag doen richting eindgebruikers. De vordering van Logis P. werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Ricoh zijn begroot op € 1.619,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door K.G.F. van der Kraats op 12 juni 2019.