ECLI:NL:RBOVE:2019:2004

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 juni 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
C/08/232527 / KG ZA 19-121
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen tot afgifte van documenten door voormalig bewindvoerder in kort geding

In deze zaak heeft de kort gedingrechter op 12 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een oud-cliënt, eiseres, en haar voormalig bewindvoerder, gedaagde. Eiseres vorderde in kort geding dat gedaagde documenten zou afgeven die hij in zijn bezit zou hebben, waaronder financiële overzichten en bankafschriften. Eiseres stelde dat gedaagde onrechtmatig handelde door deze documenten niet te verstrekken, terwijl hij als bewindvoerder verplicht was om haar financiële belangen te behartigen. Gedaagde betwistte echter dat hij de gevraagde documenten nog in zijn bezit had en stelde dat hij alle benodigde informatie al had overgedragen aan de nieuwe bewindvoerder, [bedrijf 2]. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiseres onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat gedaagde de documenten nog had en dat zij bovendien al in het bezit was van de relevante informatie. De vorderingen van eiseres werden dan ook afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/232527 / KG ZA 19-121
Vonnis in kort geding van 12 juni 2019
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Almelo,
eiseres, hierna te noemen [eiseres] ,
advocaat mr. M.E. Kikkert te Enschede,
tegen
[gedaagde], handelend onder de naam
[bedrijf 1]
wonende en gevestigd te Nijverdal,
gedaagde, hierna te noemen [gedaagde] ,
advocaat mr. D.P.M. Buysrogge te Zwolle.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 16 mei 2019 met de producties 1 t/m 8,
  • de ingezonden producties 1 t/m 10 van [gedaagde] ,
  • de mondelinge behandeling van 29 mei 2019,
  • de pleitnota van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft [eiseres] vanaf 2013 begeleid, eerst in het kader van budget coaching en vanaf 7 juni 2013 in het kader van bewind.
2.2.
[eiseres] heeft op 5 november 2018 een verzoekschrift ingediend strekkende tot ontslag van [gedaagde] als bewindvoerder en tot benoeming van [bedrijf 2] Bewind B.V. (hierna: [bedrijf 2] ) als bewindvoerder.
2.3.
Bij beschikking van 22 maart 2019 heeft de kantonrechter aan [gedaagde] ontslag verleend met ingang van twee weken na de datum van de beschikking, dus met ingang van 5 april 2019, en [bedrijf 2] benoemd als bewindvoerder met ingang van 5 april 2019.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert samengevat - bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om binnen acht dagen na betekening van het vonnis aan [eiseres] te verstrekken:
a. een overzicht van de inkomsten die [gedaagde] namens [eiseres] heeft ontvangen;
b. een overzicht van de betalingen die [gedaagde] namens [eiseres] heeft gedaan;
c. een overzicht van de openstaande vorderingen op naam van [eiseres] ;
d. de digipas SNS;
e. de bankpas beheer rekening [rekeningnummer]
f. alle bankafschriften over de gehele periode van bewindvoering door [gedaagde] ;
g. een overzicht van de schade-uitkering van de auto van € 500,-;
h. de verzekeringspolissen van [eiseres] en haar kinderen;
i. de zorgpolissen van [eiseres] en haar kinderen;
j. de inboedelverzekering + WA op naam van [eiseres] ;
II. [gedaagde] te veroordelen binnen acht dagen na betekening van het vonnis aan [eiseres] af te geven alle documenten, poststukken en andere gegevens van [eiseres] die [gedaagde] in zijn bezit heeft;
III. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 1.000,- per dag, met een maximum van € 50.000,- voor elke dag of dagdeel dat [gedaagde] niet voldoen aan hetgeen is toegewezen onder I & II;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure;
V. Althans zodanige beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
3.2.
[eiseres] heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] onrechtmatig handelt jegens haar omdat hij tegen haar wil gegevens en zaken onder zich heeft en houdt die aan [eiseres] toebehoren en waar [gedaagde] geen recht op heeft.
[gedaagde] was gehouden de financiële zaken van [eiseres] te regelen en haar financiële belangen te behartigen. [eiseres] heeft grote twijfels over de uitvoering van het bewind door [gedaagde] . [gedaagde] heeft problemen en schulden veroorzaakt. [eiseres] heeft ter onderbouwing daarvan aangevoerd dat zij aanmaningen en exploten van schuldeisers heeft ontvangen in verband met vorderingen die [gedaagde] had moeten voldoen, dat hij een betalingsregeling voor advocaatkosten is aangegaan zonder te melden dat bijzondere bijstand ter zake was ontvangen en dat hij geen bijzondere bijstand voor de kosten van het bewind heeft aangevraagd. [eiseres] wil op korte termijn vaststellen of er nog meer openstaande vorderingen zijn. [gedaagde] had binnen twee weken na de datum van de beschikking van de kantonrechter het gehele dossier inclusief de gelden aan [bedrijf 2] moeten overdragen. [bedrijf 2] heeft inmiddels alleen de beschikking over de noodzakelijk basale gegevens om het bewind uit te voeren.
3.3.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiseres] . [eiseres] heeft geen enkel belang bij haar vordering, omdat [bedrijf 2] haar taak als bewindvoerder goed kan uitvoeren en de door [eiseres] verzochte stukken al aan [bedrijf 2] zijn gezonden. [gedaagde] kan niet gehouden worden tot overhandiging van stukken zoals de rekening en verantwoording die de rechtbank al in een eerder stadium heeft beoordeeld en goedgekeurd. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat [eiseres] de mappen met de stukken van het bewind die hij nog heeft, kan inzien en daarvan zo nodig kopieën kan maken. Ten slotte heeft [gedaagde] erop gewezen dat hij een bewaarplicht heeft.

4.De beoordeling

4.1.
De grondslag van de vordering van [eiseres] is onrechtmatige daad: [gedaagde] houdt stukken onder zich, terwijl hij in verband met zijn ontslag als bewindvoerder geen recht meer heeft op die stukken. De voorzieningenrechter zal de zaak tevens beoordelen aan de hand van artikel 843a lid 1 Rv, dat bepaalt dat hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.
4.2.
[eiseres] heeft aangevoerd dat zij belang heeft bij afgifte van de gevraagde stukken omdat zij de werkzaamheden, die [gedaagde] over de afgelopen periode in het kader van het bewind heeft uitgevoerd, wil controleren, nu zij vermoedt dat er fraude is gepleegd. De stukken zijn noodzakelijk voor de aangifte van fraude, die [eiseres] heeft gedaan tegen [gedaagde] . Hiermee is naar het oordeel van de voorzieningenrechter het spoedeisend belang bij de vordering gegeven.
4.3.
[gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat de kantonrechter in zijn beschikking van 22 maart 2019 heeft geoordeeld dat hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn werkzaamheden voor [eiseres] professioneel en naar behoren heeft uitgevoerd. Met het toezenden van alle benodigde stukken aan [bedrijf 2] en het openzetten van het gehanteerde systeem Onview, heeft hij aan alle verplichtingen, die voortvloeiden uit de beschikking van 22 maart 2019 om mee te werken aan de overdracht van het bewind aan [bedrijf 2] , voldaan. Daarnaast heeft hij alle stukken, betreffende de bankafschriften van de leefgeldrekening en beheerrekening, de gegevens van de verzekeringen van [eiseres] , de GBLT aanslag 2019 en een overzicht van de huurbetalingen, aan [bedrijf 2] toegezonden. [gedaagde] heeft verder in een separate e-mail ook de rekening en verantwoording van 2018 tot en met 5 april 2019 (datum einde bewind) toegezonden.
4.4.
Bij de beoordeling van de vordering van [eiseres] neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat [eiseres] ter zitting heeft verklaard dat [bedrijf 2] de door [gedaagde] ingezonden producties in haar bezit heeft.
a, b & c: de overzichten van de inkomsten, de betalingen en openstaande vorderingen
4.5.
[eiseres] wil over de gehele periode van het bewind overzichten ontvangen van inkomsten die [gedaagde] namens [eiseres] heeft ontvangen, van betalingen die hij namens [eiseres] heeft gedaan en van openstaande vorderingen op naam van [eiseres] . Volgens [gedaagde] gaat het in wezen om de rekening en verantwoording. Hij heeft deze overzichten over de periode 2018 tot en met de datum van einde bewind per e-mail van
18 april 2019 aan [eiseres] toegezonden. De rekening en verantwoording over de periodes daarvoor zijn al door [gedaagde] in een eerder stadium ter goedkeuring aan de rechtbank verzonden en ook door de rechtbank goedgekeurd.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet aannemelijk dat [eiseres] de door [gedaagde] telkens opgemaakte rekening en verantwoording niet in haar bezit heeft. Dat [eiseres] de rekening en verantwoording over de jaren 2016, 2017 en 2018 niet als juist aanvaardt, maakt dat niet anders. Bovendien geldt dat, voor zover [eiseres] nog te maken overzichten wil hebben van [gedaagde] , wat betreft die overzichten geen sprake is van "bepaalde (bestaande) bescheiden" in de zin van artikel 843a Rv.
d: de Digipas
4.6.
[eiseres] heeft ter zitting aangevoerd dat SNS haar nieuwe digipas en de code daarvan naar [gedaagde] heeft verstuurd en dat SNS haar dit driemaal heeft bevestigd. [gedaagde] heeft dit betwist en verklaard dat hij geen pas heeft ontvangen. Nu [eiseres] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt (zo is er geen schriftelijk bericht van SNS ter zake overgelegd) dat [gedaagde] de pas met code heeft ontvangen en in zijn bezit heeft, kan hij niet worden veroordeeld tot afgifte ervan.
e: de bankpas beheerrekening [rekeningnummer]
4.7.
[gedaagde] heeft ter zitting deze bankpas aan [eiseres] overhandigd, zodat [eiseres] geen belang meer heeft bij haar vordering tot afgifte.
f: alle bankafschriften over de gehele periode van bewindvoering
4.8.
Volgens [eiseres] heeft [gedaagde] haar alleen de bankafschriften vanaf 2018 verstrekt; zij wil echter de bankafschriften over de gehele periode van het bewind hebben. [gedaagde] heeft hierop verklaard dat hij alle bankafschriften al heeft opgestuurd naar [eiseres] . Hij heeft hierbij aangevoerd dat de bankafschriften tegelijkertijd met de rekening en verantwoording naar zowel de rechtbank als [eiseres] zijn verstuurd. Bovendien is alles opgenomen in een Excel-bestand, zodat [eiseres] alles in dit overzicht kan aflezen. De voorzieningenrechter is dan ook voorshands van oordeel dat [eiseres] geen belang heeft bij deze vordering, nu zij geacht moet worden reeds in het bezit te zijn van deze documenten. Bovendien kan zij gebruik maken van het aanbod van [gedaagde] om de mappen met de stukken van het bewind in te zien, zodat zij kan controleren of zij alle afschriften heeft.
g: het overzicht van de schade-uitkering van de auto van € 500,00
4.9.
[gedaagde] heeft dit overzicht voorafgaand aan het kort geding als productie 8 overgelegd. Nu [eiseres] dit overzicht dus al heeft ontvangen, heeft zij geen belang meer bij haar vordering tot afgifte.
h, i & j: de verzekeringspolissen, zorgpolissen, inboedelverzekering, WA
4.10.
[eiseres] heeft ter zitting verklaard dat het gaat om de papieren polissen en de zorgpas. [gedaagde] heeft betwist dat hij de zorgpas en papieren polissen heeft ontvangen. Hij heeft in dit verband aangevoerd dat hij vanaf 2015 de polissen digitaal ontvangt, waarna hij de polissen in het Onview systeem opslaat. [eiseres] kan de polissen in dit systeem (in)zien. [gedaagde] heeft verder nog aangevoerd dat hij het niet nodig vond om papieren polissen apart op te vragen, omdat hij deze stukken al digitaal tot zijn beschikking had.
Nu [eiseres] niet aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] beschikt over de door haar gevraagde documenten, zal dit gedeelte van de vordering worden afgewezen.
4.11.
[eiseres] heeft zich naar aanleiding van het aanbod van [gedaagde] om de drie mappen met administratie van het bewind te komen inzien, op het standpunt gesteld dat in die drie mappen documenten zitten, die van haar zijn. Zij wil daarom het complete dossier (terug)hebben. [gedaagde] heeft hierop gereageerd dat hij hiertoe niet verplicht is en dat hij bovendien als bewindvoerder een bewaarplicht heeft. Om die reden kan hij het papieren dossier niet afgeven. Nu [gedaagde] [eiseres] ter zitting heeft aangeboden de inhoud van de drie mappen bij hem op kantoor in te zien, ziet de voorzieningenrechter vooralsnog geen aanleiding [gedaagde] te veroordelen tot afgifte.
4.12.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, komt de voorzieningenrechter voorshands tot de conclusie dat [eiseres] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde] de beschikking heeft over de gevraagde bescheiden, dan wel dat [eiseres] (al dan niet kort voorafgaand aan de zitting) de beschikking heeft (gekregen) over deze bescheiden, zodat [eiseres] thans geen belang meer heeft bij afgifte van de documenten. [gedaagde] kan bovendien niet worden veroordeeld tot het verstrekken van documenten, waarover hij niet beschikt. De vordering van [eiseres] zal dan ook worden afgewezen.
4.13.
De voorzieningenrechter ziet in het vorenstaande aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering van [eiseres] af;
5.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Haarhuis en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2019. [1]

Voetnoten

1.type: