Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
vragen en/of
aankoop van een iPhone 7 plus en/of
aankoop van een iPhone 8 plus en/of een verlengsnoer en/of
personen dat hij, verdachte, de goederen daadwerkelijk zou betalen;
scheiding en/of levensonderhoud en/of
leverdatum van voornoemde iPads en/of
verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren.
3.De voorvragen
NJ1994, 278, gerelativeerd. Het bestaan van een klacht kan volgens de Hoge Raad (ook) worden aangenomen in geval op grond van het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de klager ten tijde van het opmaken van dat stuk de bedoeling had dat een vervolging zou worden ingesteld. De rechtbank stelt vast dat aan dat vereiste is voldaan, nu aangeefster ter terechtzitting uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij bij het indienen van haar aangifte de bedoeling had dat de vervolging zou worden ingesteld.
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
oplichting;
poging tot afdreiging;
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
[slachtoffer 1]van een bedrag van
€ 29.500,- (zegge: negenentwintigduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2018;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de onder 2 en 3 bewezenverklaarde feiten tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 29.500,- (zegge: negenentwintigduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2018, ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 182 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 2]van een bedrag van
€ 825,- (zegge: achthonderdvijfentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2018;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 825,- (zegge: achthonderdvijfentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 16 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
[slachtoffer 3]van een bedrag van
€ 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2018;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 juli 2018 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 7 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;