4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank voor wat betreft de processen-verbaal van bevindingen die zien op het door aangeefster overgelegde geluidsfragment en de door aangeefster daarop betrekking hebbende afgelegde aanvullende verklaring zal volstaan met de bronvermelding, wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot 6 augustus 2018, in de gemeenten Enschede en Nijmegen en Amsterdam, telkens opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 31 mei 2018, gegeven door de officier van justitie (van het Openbaar Ministerie Oost Nederland), kort weergegeven inhoudende, dat verdachte gedurende 90 dagen, gerekend vanaf 31 mei 2018:
- zich niet in het gebied van de woning (van [slachtoffer] ) aan [adres 2]
te Enschede, zal ophouden en de woning aan [adres 2] te Enschede niet zal betreden en zich niet bij en in de nabijheid van die woning zal ophouden en niet in/bij die woning aanwezig zal zijn, en/of
- zich zal onthouden van ieder contact, direct of indirect, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1979 te [geboorteplaats 2] ),
immers heeft verdachte toen aldaar in strijd met die gedragsaanwijzing
- zich telkens opgehouden in die woning aan [adres 2] te Enschede en in de nabijheid van die woning aan [adres 2] te Enschede, en
- telkens contact onderhouden met genoemde [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 1979 te [geboorteplaats 2] );
2.
hij op 6 augustus 2018, in de gemeente Enschede, zijn levensgezel, genaamd [slachtoffer] , heeft mishandeld, door [slachtoffer] bij de haren en de keel vast te pakken en door [slachtoffer] (hardhandig) aan de haren te trekken en door een hoeveelheid haren van het hoofd van [slachtoffer] te snijden, en door de keel van [slachtoffer] dicht te drukken en enige tijd dichtgedrukt te houden, en door een handdoek in de mond van [slachtoffer] te drukken, en door [slachtoffer] op/tegen een bank te drukken en door [slachtoffer] tegen de ribben te drukken en door [slachtoffer] aan haar lichaam over de grond te sleuren, en door [slachtoffer] in het gezicht te krabben, en door [slachtoffer] hardhandig bij het hoofd vast te pakken en door hardhandig aan het hoofd van genoemde [slachtoffer] te draaien en te trekken;
3.
hij op 6 augustus 2018, in de gemeente Enschede, een persoon, genaamd [slachtoffer] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte - terwijl hij zich samen met [slachtoffer] in een woning aan [adres 2] te Enschede bevond - opzettelijk dreigend een zakmes ter hand genomen en heeft verdachte vervolgens opzettelijk dreigend een zakmes gedrukt tegen de keel van [slachtoffer] ;
6.
hij in de periode van 30 maart 2018 tot en met 6 april 2018 te Enschede, zijn levensgezel, [slachtoffer] , heeft mishandeld door
- op 30 maart 2018 die [slachtoffer] op/in/tegen het gezicht te slaan en vervolgens die [slachtoffer] tegen de borst te duwen ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ten val kwam en vervolgens die [slachtoffer] op/tegen het hoofd te slaan en te trappen en
- op 6 april 2018 die [slachtoffer] aan de haren te trekken ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ten val kwam en vervolgens die [slachtoffer] bij de hand te pakken en vervolgens die [slachtoffer] over de grond/vloer te slepen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 6 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.