Uitspraak
Ambtshalve beschikking van de kantonrechter
inzake:
Stichting BELANA Bewind & InkomensbeheerBruggenmorsweg 107521 ZV Enschedehierna te noemen: Belanagemachtigde: mr. G. Yousef, advocaat te Enschede
wonende [woonplaats]
hierna te noemen: rechthebbende
De procedure
De beoordeling
De bevindingen zijn in vier categorieën te onderscheiden, namelijk verzekeringen, bewindvoerderskosten, bijzondere bijstand en termijnoverschrijding. De kantonrechter zal deze achtereenvolgens bespreken.
Indien u het nodig acht in andere zaken een uitvaartverzekering af te sluiten, dan dient u dit te regelen via een ander bedrijf dan Belana Insurance & Finance B.V. om iedere schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. (…). Het afsluiten van een uitvaartverzekering behoort niet tot de verplichte taken van een bewindvoerder. Weliswaar kan een bewindvoerder alle handelingen verrichten die aan een goed bewind bijdragen en in dit kader een uitvaartverzekering afsluiten, maar dat wil niet zeggen dat het afsluiten van een uitvaartverzekering in alle gevallen getuigt van goed bewindvoerderschap. Het afsluiten van een uitvaartverzekering kan bijvoorbeeld onwenselijk zijn indien sprake is van een krap budget en van een problematische schuldenlast. Ik reken erop dat u rechthebbenden nooit meer kosten in rekening zult brengen voor advies over verzekeringen.
Deze bevindingen vallen niet te rijmen met de verklaringen die tot dan toe door Belana zijn afgelegd, te weten dat het hooguit in een aantal gevallen kan zijn voorgekomen dat er serviceabonnementen zijn afgesloten, maar dat dit uitdrukkelijk niet de bedoeling is. Uit de serviceabonnementen blijkt dat de abonnementskosten variëren tussen € 4,- en € 25,- per maand. Uit de afschriften blijkt dat de abonnementskosten, in bijna alle gevallen vermeerderd met een bedrag van € 1,26, worden geïncasseerd door Dak Polisbeheer B.V. met als omschrijving ‘serviceabonnementen Belana Insurance’. Niet duidelijk is waarvoor het bedrag van € 1,26 naast de abonnementskosten in rekening wordt gebracht. In ieder geval is dit niet te verklaren door de afhandelings- en advieskosten ad € 250,- ten behoeve van een uitvaartverzekering die naast de abonnementskosten en premiebetalingen in rekening worden gebracht. Ook niet indien de kosten ad € 250,- in 24 termijnen worden betaald, zoals in de meeste dossiers is gebleken.
Uit het dienstverleningsdocument waar in het serviceabonnement naar wordt verwezen blijkt dit echter niet ondubbelzinnig. Daarin staat dat het ‘Budget-Abonnement’ € 0,- bedraagt. Verder staat daar:
U betaalt alleen als u ons nodig heeft. In dat geval op uur-basis, zoals in vaste vergoeding vermeld.Het ‘Basis-Abonnement’ kost € 10,- per maand en daarin staat dat dezelfde voorwaarden gelden als het ‘Budget-Abonnement’. Hieruit blijkt dus niet dat de rechthebbende niet op uur-basis extra betaalt voor de afwikkeling van een claim. En ook al zou het serviceabonnement inhouden dat niet extra hoeft te worden betaald voor de indiening en afhandeling van een claim, dan nog is er geen overtuigende reden om deze kosten te maken. De kans dat er een claim ontstaat is immers niet heel groot en de begeleiding van een claim behoort tot de gewone taken van de bewindvoerder.
Belana stelt verder dat de rechthebbenden de kosten van het serviceabonnement ook zonder het bewind hadden gehad, maar dan bijvoorbeeld via een provisieconstructie. De kantonrechter kan deze stelling niet volgen, nu deze op geen enkele wijze is onderbouwd.
De produkten bieden wij netto aan dus er komt een Basis service abonnement van € 11,26 per maand bij. Ten slotte krijgt hij van mij als assurantietussenpersoon een nota voor het hele advies en de afwikkeling van de uitvaartverzekeringen. De nota van € 250 wordt in 24 termijnen van € 10,42 geïncasseerd. Alle kosten zijn met de bewindvoerder besproken en akkoord bevonden en hoeven dan ook niet geheel bij [rechthebbende] bekent te worden als dit hem te veel stress geeft.
Hieruit blijkt niet de intentie om de af te sluiten verzekeringen met de rechthebbende te bespreken. Daar komt bij dat de vraag is of alle rechthebbenden de voorgestelde constructie begrijpen. Het komt de kantonrechter voor dat het niet de taak van de bewindvoerder is om rechthebbenden ervan te overtuigen maandelijks geld te betalen aan een zusterbedrijf van Belana, maar om rechthebbenden ervoor te behoeden dat kosten worden gemaakt terwijl dat niet strikt noodzakelijk is.
De kantonrechter is van oordeel dat Belana laakbaar heeft gehandeld door namens rechthebbenden zaken te doen met Belana IF. De belangenverstrengeling die hierdoor is ontstaan is evident en ongewenst. De kantonrechter ziet, anders dan Belana wil doen geloven, niet in hoe Belana IF hier geen financieel voordeel bij heeft (gehad). Dat [naam 1] de band tussen haar en Belana IF heeft verbroken, zoals zij stelt, maakt dit niet anders.
Van een professionele bewindvoerder mag worden verwacht dat zij dergelijke fouten uit eigen beweging herstelt en dat zij op de hoogte is van geldende wet- en regelgeving en dus ook van de maximale tarieven die zij in rekening mag brengen. Weliswaar heeft Belana de te veel in rekening gebrachte kosten teruggestort, maar pas nadat zij hier door de kantonrechter op is gewezen. Het in rekening brengen van hogere kosten dan gerechtvaardigd is, brengt het risico met zich mee dat andere betalingen namens rechthebbenden niet konden worden gedaan met alle mogelijke consequenties van dien. De stelling van Belana dat een aantal fouten zijn gemaakt door de boekhouder en door de overgang naar een ander boekhoudpakket legt geen gewicht in de schaal. Van Belana mag worden verwacht dat zij haar werk nauwgezet uitvoert, vooral indien het haar eigen beloning betreft. Dit heeft zij in een aanzienlijk aantal zaken dossiers nagelaten.
In het dossier BM 9870 is de rechthebbende een bedrag van € 1.803,85 aan bijzondere bijstand misgelopen. Belana heeft ter zitting van 19 april 2019 gesteld dat dit is gebeurd doordat de rechthebbende, ondanks een verzoek daartoe van de bewindvoerder, geen stukken heeft doorgestuurd naar Belana. Opvallend is dat Belana in dit dossier eerder, bij brief van 14 februari 2019, heeft verzocht aan de rechtbank om haar aansprakelijk te stellen voor dit bedrag, omdat de bijzondere bijstand niet met terugwerkende kracht wordt toegekend door de gemeente.
Verder zijn door Belana toerekenbare fouten gemaakt die de rechthebbenden hebben benadeeld dan wel benadelen. Belana heeft in een relatief groot aantal dossiers te veel bewindvoerders- en/of mentorschapskosten in rekening gebracht. Het gaat om een bedrag van ruim € 2.000. Daarbij komt dat Belana niet consequent is met het aanvragen van de bijzondere bijstand, wat ertoe heeft geleid dat Belana tot nu toe € 1.067,16 heeft moeten terugbetalen aan de rechthebbenden.
Tot slot reageert Belana niet of te laat op de verzoeken van de rechtbank, waardoor de kantonrechter niet adequaat toezicht kan houden op het gevoerde bewind van Belana.
De beslissing
- ontslaat met ingang van 1 juni 2019
- bepaalt dat Belana geen eindrekening en -verantwoording hoeft af te leggen;
- benoemt met ingang van 1 juni 2019
- gelast Belana het papieren en digitale dossier van rechthebbende, alle elektronische en/of digitale gegevensdragers waarop zich gegevens van rechthebbende bevinden en alle inlogcodes en wachtwoorden die toegang bieden tot gegevens van rechthebbende over te dragen aan de opvolgend bewindvoerder en mentor;
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder en mentor voor zijn/haar (aanvangs)werkzaamheden en voor de met het bewind en mentorschap gemoeide kosten de in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren vastgestelde forfaitaire tarieven ten laste van het vermogen van de rechthebbende mag brengen;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden