Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
4.De bewijsoverwegingen
een jongen bij de schutting stond, zijn broek naar beneden deed en zijn piemeltje liet zien. Over de dader vertelt ze dat
hij bruin, beetje geel haar heeft, een blanke huid heeft en een zwarte jas droeg.
jongetjeen niet over een man. Gezien de leeftijd van verdachte is moeilijk voorstelbaar dat [kind] verdachte
een jongetjezou noemen. Daarnaast is [buurjongen] zijn verklaring niet op zijn eigen bevindingen gebaseerd. Hij heeft zelf niet gezien dat iemand zijn broek heeft laten zakken, maar heeft het gehoord van [kind] Ook blijkt niet dat hij zelf verdachte bij de schutting of in het speelveldje heeft zien staan die dag. Waarop zijn conclusie, inhoudende dat het verdachte moet zijn geweest die aan [kind] zijn geslachtsdeel heeft laten zien, is gebaseerd, blijft dan ook onduidelijk. De overige getuigen verklaren enkel wat zij [kind] of [buurjongen] hebben horen zeggen en kunnen dan ook geen ondersteuning bieden voor deze conclusie.