Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een vordering ingesteld tegen Dexia Nederland B.V. naar aanleiding van effectenleaseovereenkomsten die hij op 2 oktober 2001 heeft gesloten. Eiser vordert onder andere de vernietiging van de overeenkomsten op grond van bedrog en dwaling, alsook schadevergoeding van € 9.943,85. Dexia heeft in haar conclusie van antwoord aangevoerd dat eiser niet ontvankelijk is in zijn vorderingen, omdat hij in 2003 het Dexia-aanbod heeft getekend en daarmee afstand heeft gedaan van zijn rechten. Eiser heeft in zijn repliek de stellingen van Dexia niet betwist, maar heeft enkel zijn vorderingen verder toegelicht.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser gebonden is aan het Dexia-aanbod en de daarin opgenomen bepalingen over afstand van recht. Hierdoor kon de kantonrechter niet inhoudelijk op de vorderingen van eiser ingaan. De kantonrechter heeft eiser niet ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen en hem veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Dexia, begroot op € 400,00 voor gemachtigdesalaris. Dit vonnis is uitgesproken op 16 april 2019.