ECLI:NL:RBOVE:2019:161

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 januari 2019
Publicatiedatum
22 januari 2019
Zaaknummer
08/960119-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor drugshandel via het darkweb, wapenbezit en witwassen

Op 15 januari 2019 heeft de Rechtbank Overijssel een 24-jarige man veroordeeld tot 20 maanden gevangenisstraf voor drugshandel via het darkweb, wapenbezit en witwassen. De verdachte was betrokken bij de verkoop van XTC en LSD via online marktplaatsen op het darkweb, waarbij hij en zijn medeverdachten drugs per post naar verschillende landen, waaronder Frankrijk, Zwitserland en de Verenigde Staten, verstuurden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen meerdere hoeveelheden drugs heeft uitgevoerd, bereid, bewerkt en voorhanden heeft gehad. Daarnaast was hij in het bezit van wapens en munitie, en heeft hij zich schuldig gemaakt aan witwassen van crimineel verkregen geld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich op professionele wijze met de drugshandel bezighield, gebruikmakend van anonieme marktplaatsen en verschillende schuilnamen. De verdachte heeft zijn eigen gewin boven de veiligheid van de afnemers gesteld, wat ernstige gevolgen heeft voor de volksgezondheid. De rechtbank heeft de gevangenisstraf opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/960119-17 (P)
Datum vonnis: 15 januari 2019
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 17 juli 2018, 24 september 2018, 18 december 2018 en 7 januari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K.W. van Damme en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. B.C. Swier, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:het (samen met anderen) buiten het grondgebied van Nederland brengen van meerdere hoeveelheden drugs;
feit 2:het (samen met anderen) uitvoeren, bereiden, bewerken, verwerken, vervaardigen, vervoeren, verkopen, afleveren dan wel verstrekken van meerdere hoeveelheden drugs;
feit 3:het (samen met anderen) aanwezig hebben van verschillende hoeveelheden drugs;
feit 4:het voorhanden hebben van wapens en munitie;
feit 5:witwassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 7 maart 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) , althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, te weten:
- 2 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (naar ‘France’) , en/of
- 4,9 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (naar ‘Switzerland’), en/of
- 11,5 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid

van een materiaal bevattende MDMA (naar ‘United States of America’), en/of

- 15 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van
een materiaal bevattende MDMA (naar ‘Romania’),
zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in of omstreeks de periode van 4 juni 2016 tot en met 9 april 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft/hebben uitgevoerd, althans bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of vervaardigd en/of vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, te weten:
- 5 gram van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- 100 pillen bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), en/of
- 20 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,

zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

en
een of meerdere zending(en) met telkens een of meerdere (onbekend gebleven) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of MD(M)A (XTC) en/of amfetamine en/of cocaïne en/of LSD, zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 9 april 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) , althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 445,4 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, en/of
- 450 gram van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), en/of
- 18,5 gram van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en/of
- 8 zegels bevattende LSD, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD, en/of
- 476 pillen bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC),

zijnde voornoemd(e) middel(en) (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

4.
hij op of omstreeks 9 april 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, (een) wapen(s) en/of munitie als bedoeld in de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, Categorie III onder 1 van die wet, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool, van het merk Tanfoglio, kaliber 9mm,
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, Categorie III, te weten 12, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en) , kaliber 9 mm,
en/of
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, Categorie 1 onder 3 van die wet, te weten een ploertendoder,
voorhanden gehad;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2017 tot en met 9 april 2018 te Amsterdam , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte, van (een) voorwerp(en), te weten:
- een of meer horloge(s) (merk: Rolex (Sea-Dweller 116660)) ter waarde van 7.650,- Euro, en/of
- een of meer laptop(s) (merk Apple Macbook Pro) ter waarde van 2.699,- Euro, en/of
- een of meer laptop(s) (merk HP) ter waarde van 825,- Euro, en/of
- een of meer drone(s) (merk DJI, type Mavic-pro) ter waarde van 1.239,- Euro, en/of
- een contant geldbedrag van (ongeveer) 2.925,- Euro,

de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is of het voorhanden heeft en/of dit/deze voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dit/deze voorwerp (en) gebruik gemaakt,

althans van enig(e) (contant(e)) geldbedrag(en) van (ongeveer) (in totaal) 24.540,85 Euro (16.557,20 Euro + 7.983,65 Euro) de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is of het voorhanden heeft en/of dit/deze geldbedrag(en) verworven en/of
voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dit/deze geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dit/deze voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

3.De voorvragen

Voorzover de verdediging zich heeft willen aansluiten bij in de zaken tegen de meverdachten gevoerde verweren overweegt de rechtbank daaromtrent het navolgende.
Geldigheid van de dagvaarding
Door de verdediging is - kort samengevat - gesteld dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard, aangezien onvoldoende duidelijk is omschreven welke feitelijke handelingen door de verdachte ter zake van de uitvoer van drugs zouden zijn verricht. De omschrijving
‘een of meerdere zendingen met telkens een of meer onbekend gebleven hoeveelheden’ is onvoldoende feitelijk naar de stelling van de verdediging, zodat zij niet weet waar zij zich tegen heeft te verdedigen.
De rechtbank overweegt daaromtrent dat zij de feitelijke omschrijving van de aan verdachte ten laste gelegde handelingen, ook ten aanzien van het onderdeel “een of meerdere zendingen met telkens een of meer onbekend gebleven hoeveelheden” voldoende duidelijk omschreven en voor verdachte begrijpelijk acht. Met het dossier in de hand is voldoende duidelijk waar de opsteller van de tenlastelegging op gedoeld heeft.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep op nietigheid van de dagvaarding te worden verworpen.
De dagvaarding is derhalve geldig en deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten.
De officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen [1]
4.1
Inleiding
In oktober 2017 ontving de politie de volgende TCI-melding:
‘ [verdachte] houdt zich bezig met de internationale (online)handel in verdovende middelen waarbij Bitcoins een betaalmogelijkheid zijn.’
De telefoon van verdachte werd daarop afgeluisterd en daaruit bleek dat verdachte zich bezig hield met het overmaken van geld en met Bitcoin-transacties en dat hij drugs had laten testen bij Jellinek. [2]
Op 20 december 2017 had verdachte een telefoongesprek met medeverdachte [medeverdachte 1] . Uit dit gesprek bleek dat verdachte kennelijk een zwarte telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] had meegenomen. In het gesprek gaf medeverdachte [medeverdachte 1] aan dat hij zich doodgeschrokken was, omdat hij dacht dat alles overhoop was. [3] Vervolgens werd tijdens meerdere observaties waargenomen dat verdachte vaak korte ontmoetingen op straat had met medeverdachte [medeverdachte 1] . [4]
Uit onderzoek 26Pecan bleek dat verdachte in de periode van 20 december 2016 tot en met 13 februari 2017 tijdens vier ontmoetingen met een medewerker van het team Werken Onder Dekmantel (WOD) een totaal van 71,72 Bitcoins (€ 61.335,00) had omgewisseld voor contant geld. Uit analyse van de door verdachte gebruikte Bitcoin-adressen bleek dat het merendeel daarvan rechtstreeks gevoed werd door Bitcoins afkomstig van Darknet Markets, waaronder Hansa Market, Dream Market en Valhalla. Verdachte gaf tijdens de ontmoetingen met de medewerker van het team WOD aan dat de Bitcoins afkomstig waren uit de verkoop van drugs via het Dark Web en dat hij ervoor zorgde dat de Bitcoins werden omgezet naar geld en dat ‘de jongens’ hun drugsvoorraad kregen zodat ‘die jongens’ dit weer konden verkopen op de Black Markets. [5]
Vervolgens werd het onderzoek 26Grimes gestart.
Verdachte kon gekoppeld worden aan de gebruikersnaam [alias 1] en [alias 2] en bood met deze gebruikersnamen verschillende soorten verdovende middelen aan op Hansa Market en Dream Market. Naar aanleiding van deze bevindingen werd een bevel pseudokoop/dienstverlening gegeven en werden er op 14 januari 2018 en 29 januari 2018 bestellingen bij [alias 1] gedaan. Deze bestellingen konden alleen met Bitcoins worden betaald. Op 16 januari 2018 werd een enveloppe van [alias 1] ontvangen [6] en deze bleek 5 gram cocaïne te bevatten. [7] Op 3 februari 2018 werden twee enveloppen ontvangen met elk daarin 100 pillen [8] bevattende MDMA. [9] Het verpakkingsmateriaal bestond onder andere uit een folder “Museum van Het Rembrandthuis” [10] , een folder die werd uitgegeven door Minicards, de toenmalige werkgever van verdachte. [11]
Tussen 18 en 21 februari 2018 werd een aantal telefoongesprekken gevoerd door medeverdachte [medeverdachte 1] met een onbekende man. Op 18 februari 2018 vroeg de onbekende man aan medeverdachte [medeverdachte 1] of hij niet iemand in de buurt kent die ‘een beetje uh je weet toch’ heeft. Medeverdachte [medeverdachte 1] gaf daarop aan dat hij twee gasten kent waarvan er één een ‘beetje faja’ is en hij zat ‘zelf altijd in de problemen der mee’. Vervolgens spraken ze over geldbedragen. [12] Op 21 februari 2018 om 21:45 uur vond wederom een telefoongesprek plaats tussen medeverdachte [medeverdachte 1] en deze onbekende man. In dit gesprek werd gerefereerd aan het gesprek dat eerder op 18 februari 2018 had plaatsgevonden. De onbekende man kon kennelijk niet terecht ‘bij die andere’ en daarom vroeg hij aan medeverdachte [medeverdachte 1] om ‘Gletto’s Zero’ ‘voor 5’. Medeverdachte [medeverdachte 1] antwoordde hierop dat hij hiervoor iemand ging bellen. [13] Deze persoon bleek medeverdachte [medeverdachte 2] , wonende aan de [adres 1] in Amsterdam, te zijn. Medeverdachte [medeverdachte 1] belde daarop om 21.53 uur met medeverdachte [medeverdachte 2] en vroeg aan hem of hij alleen was en dat hij snel langs zou komen. [14] Een minuut later, om 21.54 uur, belde medeverdachte [medeverdachte 1] weer met de onbekende man. In dit gesprek gaf hij aan dat hij snel voor hem gaat ‘getten’ en daarna naar hem toe zou komen. Omstreeks 22.34 uur belde medeverdachte [medeverdachte 1] wederom naar de onbekende man en in dit gesprek gaf hij aan dat hij er over een kwartiertje was. Op het moment van dit gesprek straalde de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] een zendmast aan in de buurt van de [adres 1] in Amsterdam. [15]
Op 7 maart 2018 werd een observatie uitgevoerd in de nabije omgeving van de woning aan de [adres 1] in Amsterdam. Te zien was dat medeverdachte [medeverdachte 1] op zijn scooter kwam aanrijden en de woning betrad. [16] Kort daarna belde hij met medeverdachte [medeverdachte 2] en gaf medeverdachte [medeverdachte 1] aan dat hij zo langs zou komen
. [17] Vervolgens werd gezien dat medeverdachte [medeverdachte 2] de woning aan de [adres 1] in Amsterdam betrad en dat hij de woning daarop samen met medeverdachte [medeverdachte 1] verliet. Medeverdachte [medeverdachte 2] droeg op dat moment een tasje bij zich. Daarna werd gezien dat [medeverdachte 2] op zijn scooter stapte en richting de kruising [straat 1] en de [straat 2] reed, kort voor een brievenbus van Postnl stopte en zijn weg vervolgde. Tien minuten daarna werd alleen nog gezien dat een vrouw een envelop met daarop een groot oranjekleurig teken in de brievenbus gooide. Vier enveloppen uit de brievenbus, die onder de envelop met het oranjekleurig teken lagen, werden in beslag genomen. [18]
De in beslag genomen enveloppen werden onderzocht. Op één van de enveloppen stonden de adresgegevens Monsieur [naam 1] , [adres 2] , France vermeld. In de enveloppe werden twee groen/blauwe wenskaarten aangetroffen met aan de voorzijde een afbeelding van een scooter met daarin de tekst ‘It’s a pride to ride’ en een gripzakje met 2 gram MDMA. [19] In de envelop met de adresgegevens [naam 2] , [adres 3] , Switzerland zat een gripzakje met 4,9 gram MDMA en ook twee groen/blauwe wenskaarten met een afbeelding van een scooter met daarin de tekst ‘It’s a pride to ride’. [20] In de envelop met adresgegevens [naam 3] , [adres 4] , United States of America bevonden zich 25 grijze langwerpige pillen met een netto gewicht van 11,5 gram. De pillen bevatten MDMA. In de enveloppe werd een kleuren folder van het museum Het Rembrandthuis aangetroffen en op de enveloppe stond als retouradres [adres 5] Amsterdam vermeld. [21] In de envelop met de adresgegevens [naam 4] [adres 6] Romania zat 15 gram MDMA. Het betroffen 30 roze pillen die verpakt waren in een kleurenfolder van het museum Het Rembrandthuis. Als retouradres stond eveneens [adres 5] Amsterdam vermeld. [22]
Daarop vonden op 9 april 2018 doorzoekingen plaats in de woningen van verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
In de woning van verdachte aan [adres 7] in Amsterdam werden, in de meterkast in een plastic zakje, vier USB-sticks aangetroffen. Op één USB-stick stond een voorraad- dan wel een verkooplijst van verdovende middelen naar verschillende (internationale) adressen, een recovery code voor een bitcoin wallet, diverse wachtwoorden, gebruikersnamen en vendornamen. [23] Op een andere USB-stick werd een afbeelding aangetroffen waarop een stapeltje bruin/rode pillen te zien was met op de achtergrond de tekst ‘ [alias 2] ’. [24]
Een recovery-sheet met daarop 24 woorden werd aangetroffen bovenop een kledingkast in een slaapkamer. Deze 24 woorden vormden samen een zogenaamde ‘seed’ van een “Nano Ledger”. Na het invoeren van de betreffende ‘seed’ kreeg het onderzoeksteam de beschikking over 21,06581383 bitcoins afkomstig indirect of direct van darknetmarkets. [25]
In de meterkast van de woning van verdachte werd tevens een plastic zak met daarin diverse pillen, bevattende MDMA, en LSD-zegeltjes aangetroffen. [26]
In een notitieboekje werden diverse aantekeningen gevonden die overeenkwamen met aanduidingen van verdovende middelen, zoals LSD, keta en 2CB. [27]
In de prullenbak in de keuken in de woning van verdachte werd een tweetal groene logo’s van [alias 1] aangetroffen. [28]
In de meterkast van de woning van verdachte bevond zich ook een ploertendoder, een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie I sub 3 van de Wet wapens en munitie. [29] In een opbergruimte onder het bed in een slaapkamer [30] werd voorts een vuurwapen van het merk Tanfoglio limited, kaliber 9mm x 19 met 12 9mm kogelpatronen gevonden. [31] Het vuurwapen betreft een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III van de Wet wapens en munitie. De kogelpatronen zijn van het kaliber 9mm x 19, munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie. [32]
In de woning werden tevens een op 15 december 2017 door verdachte gekocht [33] Rolex horloge met een waarde van € 7.650,00 [34] , een Macbook en een drone ter waarde van
€ 4.058,20 en de aankoopbewijzen van deze Macbook en drone [35] , een laptop van het merk HP [36] ter waarde van € 925,00 [37] , een contant geldbedrag van € 2.925,00, een biljet van Global Exchange aangaande het wisselen van € 1.000,00 in contanten op het vliegveld van Marrakesh [38] en een aankoopbon van Ralph Lauren ten bedrage van € 99,00 gevonden. [39]
Ten slotte werden op 9 maart 2018 in de woning van verdachte een PGP-telefoon, diverse douaneformulieren en een aankoopbon van een Samsung printer, een printer die verdachte op 12 april 2018 had gekocht [40] , in beslag genomen.
Ten tijde van de doorzoeking bevond verdachte zich in zijn woning en werd hij aangehouden. Op het moment dat de politie de woning van verdachte betrad, zat verdachte achter zijn laptop, welke was ingelogd op Dream Market onder de naam [alias 2] .
De laptop was voorzien van het besturingssysteem Tails, een besturingssysteem dat geen sporen nalaat en volledig versleuteld is. Op de laptop bevond zich een tekstbestand maandag.txt met daarin adressen, het tekstbestand dep.txt met daarin inloggegevens van de vendor [alias 2] , een tekstbestand wws.txt met daarin wachtwoorden en pincodes voor de vendor [alias 1] . Ook werden er PGP private keys aangetroffen op de laptop van verdachte.
Naar aanleiding van een netwerkzoeking bij verdachte werden gegevens gevonden van twee bitcoin wallets, het bestand [alias 1] .asc bevatte de PGP public en private key van de vendor [alias 1] op Dream Market, het wachtwoord behorende bij deze PGP sleutels was opgeslagen in het bestand wws.txt op de laptop van verdachte en met behulp van deze gegeven werd toegang gekregen tot het account [alias 1] op Dream Market. Op het account [alias 1] op Dream Market was een tegoed van 0,08746 bitcoin en 3,2573 Monero aanwezig. Het bestand [alias 2] .asc bevatte de PGP public en private key van de vendor [alias 2] op Dream Market. Het wachtwoord van de PGP sleutel kwam overeen met het wachtwoord van de PGP sleutel van [alias 1] . Het account van [alias 2] op Dream Market bevatte 0,21589 Bitcoin en 0,9051 Monero. [41]
Tijdens de doorzoeking op 9 april 2018 van de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] aan de [adres 8] in Amsterdam werd een sleutelbos in beslag genomen. Eén van deze sleutels paste op de sloten van de toegangsdeur van de [adres 1] in Amsterdam. [42]
Op een in deze woning aangetroffen USB-stick, die zich bevond in een jaszak waarin ook het rijbewijs van medeverdachte [medeverdachte 1] zat, waren afbeeldingen opgeslagen met de namen C1, ket, md1, xtbewerkt en daarop waren verdovende middelen te zien. Ook werd er op deze USB-stick een tekstbestand aangetroffen onder de naam btc.txt en bestond uit een reeks woorden. Dit betrof een recovery code van een bitcoin wallet. Twee andere bestanden bevatten een private key en een public key, codes die nodig zijn om via PGP te communiceren. Drie andere bestanden bevatten verschillende buitenlandse adressen met daaronder de hoeveelheid verdovende middelen. [43] Deze adresbestanden kwamen grotendeels overeen met de bestanden die zijn aangetroffen op de laptop van verdachte en ook met twee adressen die op de op 7 maart 2018 onderschepte enveloppen stonden. [44]
In de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] werd ook een PGP-telefoon gevonden.
In de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] aan de [adres 1] in Amsterdam werden op 9 april 2018 kaarten en folders van Het Rembrandthuis, kaarten met de tekst ‘It’s a pride to ride’, verpakkingsmaterialen, retouretiketten met daarop het adres [adres 5] Amsterdam, een Brother labelprinter, een sealapparaat, een doos met bubbelenveloppen van het merk Quantore nr. 12, een bedrag van € 22.500,00 aan contant geld, diverse gereedschappen die gebruikt zouden kunnen worden voor het wegen, snijden en verdelen van verdovende middelen, gripzakjes en een doos met blauwe handschoenen aangetroffen. [45] Ook werden er postzegels gevonden [46] die onder andere door medeverdachte [medeverdachte 1] waren gekocht.
Ook werden er diverse verdovende middelen gevonden in een plastic draagtas van AH die lag in een lade. [47] Op deze plastic tas bevond zich een vingerafdruk van verdachte. [48] In de plastic tas bevond zich 230 gram/25 tabletten bevattende MDMA, 220 gram/25 tabletten met opdruk M bevattende MDMA, 10,4 gram MDMA kristallen, twee LSD-zegels met afbeelding doodshoofd, een tablet (0,31 gram) met indruk ‘Netflix’ en ‘CHILL’ bevattende 2CB, driemaal 435 gram MDMA brokken, bevattende MDMA, 52,9 gram ketamine in een gripzakje, 18,5 gram cocaïne in een gripzakje, drie LSD-zegels met een onduidelijke afbeelding, vijf LSD-zegels met afbeelding van een smiley, 2,8 gram ketamine in een gripzakje, drie gripzakken met in totaal 500 pillen bevattende 2C-B.
In de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] werd een Samsung printer aangetroffen: een printer die verdachte op 12 april 2018 had gekocht. [49]
Ook werden in de woning douaneformulieren gevonden. De barcodenummers volgden de barcodenummers op van de douaneformulieren die in de woning van verdachte waren aangetroffen. [50] Het adres op één douaneformulier kwam overeen met het adres zoals vermeld op één van de op 7 maart 2018 onderschepte enveloppen, te weten [naam 1] wonende aan [adres 2] , Frankrijk. [51]
Ten slotte werd in de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] een Macbook Pro gevonden. Deze laptop lag in de slaapkamer waar ook de verdovende middelen en het verpakkingsmateriaal waren aangetroffen. De USB-stick die werd aangetroffen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] was op 5 en 6 april 2018 aan deze laptop gekoppeld geweest. In deze periode was de laptop ook gekoppeld geweest aan een Brother labelprinter en waren er 179 bestanden met namen en adressen naar toe verzonden, met onder andere de retouradressen [adres 5] te Amsterdam. [52]
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] werden regelmatig in/nabij de woning aan de [adres 1] in Amsterdam gezien.
Op 22 februari 2018 omstreeks 14.10 uur werd gezien dat verdachte uit de portiek van [adres 1] in Amsterdam kwam lopen. [53] Ook op 13 maart 2018, 19 maart 2018, 2 april 2018 en 3 april 2018 was dit het geval waarbij op 13 maart 2018 tevens werd waargenomen dat hij een wit voorwerp, gelijkend op een stapel witte enveloppen, in zijn handen had. [54] Uit historische gegevens van de telefoon van verdachte bleek dat hij op 8 augustus 2017, 27 september 2017, 4 oktober 2017, 30 november 2017 en 19 januari 2018 samen met medeverdachte [medeverdachte 1] op adres [adres 1] in Amsterdam is geweest. [55]
De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] straalde bijna dagelijks de telefoonpaal aan in de nabijheid van de [adres 1] in Amsterdam en ook werd tijdens observaties waargenomen dat de scooter van medeverdachte [medeverdachte 1] vaak bij/in de omgeving van de [adres 1] in Amsterdam was. [56] Tijdens verschillende gesprekken gaf medeverdachte [medeverdachte 1] aan dat hij ‘aan het werk is’, ‘met een uur klaar is’, ‘zie je ik ben met iets fouts bezig’, ‘ff die spullen opruimen en dan ga ik weer aan de slag’. Zijn telefoon straalde op die momenten een paal aan in de nabijheid van de [adres 1] in Amsterdam. [57]
De telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] straalde in ieder geval op 9, 11, 18, 25, 26 en 27 oktober 2017 een telefoonpaal aan in de nabijheid van de [adres 1] in Amsterdam. [58] Op 8 augustus, 27 september, 4 oktober, 30 november 2017 en 19 januari 2018 was medeverdachte [medeverdachte 1] samen met medeverdachte [medeverdachte 2] op dit adres. [59]
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het aan verdachte onder 2., onder het 2e gedachtenstreepje (20 gram MDMA), ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van het onder 1, 4 en 5 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde (voor wat betreft de pleegperiode) partieel vrijspraak bepleit en voorts een voorwaardelijk verzoek gedaan om, indien de rechtbank toch tot bewijs van een langere pleegperiode komt en de onderzoeksresultaten betreffende gebruikers [alias 1] en [alias 2] op Hansa Market voor het bewijs gebruikt, de daarop betrekking hebbende processen-verbaal toe te voegen aan het dossier.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde vrijspraak bepleit.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Feiten 1, 2 en 3
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten neemt de rechtbank de verklaring van verdachte ter terechtzitting als uitgangspunt, te weten dat hij zich gedurende enkele maanden vóór zijn aanhouding op 9 april 2018 via het darkweb met de accounts [alias 1] en [alias 2] heeft bezig gehouden met de handel in verdovende middelen, welke verdovende middelen uitsluitend met Bitcoins konden worden betaald.
Gelet op de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden uitgesloten dat het beheer van de Vendor-accounts door verdachte van een ander persoon is overgenomen en dat verdachte tijdens de WOD-actie nog niet zelf handelde, zodat de rechtbank uitgaat van de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 april 2018 als pleegperiode van het onder 2 ten laste gelegde feit.
Gelet op het vorenwogene behoeft het door de verdediging gedane voorwaardelijk verzoek tot toevoeging van stukken aan het strafdossier geen bespreking meer.
Medeplegen
Dat verdachte zich samen met anderen bezig hield met deze handel in verdovende middelen via het darkweb, leidt de rechtbank onder meer af uit het gegeven dat op een USB-stick die werd aangetroffen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1] een recovery code van een Bitcoinwallet en een bestand met verschillende buitenlandse adressen met daaronder de hoeveelheid verdovende middelen is aangetroffen, welke adressen overeenkomen met adressen die op de laptop van verdachte werden gevonden. Tijdens tapgesprekken in de periode 18 tot en met 21 februari 2018 spreekt medeverdachte [medeverdachte 1] met een onbekende man versluierend over drugs en geeft hij aan dat hij dit kan regelen waarna hij contact opneemt met medeverdachte [medeverdachte 2] . In de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] , aan de [adres 1] Amsterdam, alwaar ook verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] blijkens observaties en telefoongegevens zich regelmatig bevinden en waarvan [medeverdachte 1] de sleutel heeft, worden bovendien op diverse plaatsen in die woning verdovende middelen en meerdere daarop betrekking hebbende voorwerpen, alsmede verpakkingsmateriaal, bubbelenveloppen, etiketten, retourstickers met het adres [adres 5] Amsterdam, postzegels, folders van Het Rembrandthuis en een doos met kaarten ‘It’s a pride to ride’ aangetroffen.
Naar het oordeel van de rechtbank werd de woning aan de [adres 1] in Amsterdam door verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gebruikt als opslaglocatie voor de drugs en om de via het darkweb gedane bestellingen verzendklaar te maken. De rechtbank leidt dit af uit het gegeven dat de op 16 januari 2018 en 3 februari 2018 ontvangen poststukken naar aanleiding van pseudokoop-bestellingen die bij [alias 1] waren gedaan, sterke overeenkomsten vertonen met hetgeen in de [adres 1] in Amsterdam is aangetroffen. Zo werd in voorgenoemde zendingen een folder van Het Rembrandthuis aangetroffen. Deze verpakkingsmaterialen zijn ook gebruikt bij de op 7 maart 2018 door [medeverdachte 2] ter post aangeboden enveloppen met daarin verdovende middelen. Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 1] in Amsterdam zijn soortgelijke enveloppen en verpakkingsmaterialen aangetroffen.
Het verweer van [medeverdachte 2] dat hij enkel bij de brievenbus stond te wachten in verband met een afspraak om naar de sportschool te gaan is naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk geworden. Blijkens de bevindingen ter zake van de uitgevoerde observaties heeft [medeverdachte 2] er hoogstens 1 minuut gestaan, welk tijdsbestek niet op ‘wachten’ duidt.
Uit bovengenoemde omstandigheden leidt de rechtbank af dat verdachte vanaf 1 januari 2018 tot 9 april 2018 via het dark web drugs heeft verkocht via de accounts [alias 1] en [alias 2] en dat hij dit samen met en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gedaan, waarbij de [adres 1] in Amsterdam is gebruikt voor het klaar maken van deze bestellingen. Uit de inhoud van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen leidt de rechtbank een duidelijke rolverdeling en georganiseerde samenwerking af. Verdachte heeft zorggedragen voor de contacten met afnemers en beheerde de vendor-accounts, medeverdachte [medeverdachte 1] heeft de pakketjes verzendklaar gemaakt en medeverdachte [medeverdachte 2] heeft zorggedragen voor de verzending en heeft zijn woning beschikbaar gesteld. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank een zodanig nauwe en bewuste samenwerking dat ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde telkens sprake is geweest van medeplegen.
Feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, welke zijn:
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, met bijlagen, van verbalisant [verbalisant] [60] ;
- het proces-verbaal Sporenonderzoek van verbalisant [verbalisant] [61] ;
- het proces-verbaal onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant] [62]
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van verbalisant [verbalisant] [63] ;
- de door verdachte ter terechtzitting van 18 december 2018 afgelegde verklaring.
Feit 5
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 5 tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, welke zijn:
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, met bijlagen, van verbalisant [verbalisant] [64] ;
- het proces-verbaal van bevindingen (inzake Rolex-horloge) van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] [65] ;
- het mailbericht d.d. 3 mei 2018 van Van Wonderen Watches aan verbalisant [verbalisant] [66] ;
- het proces-verbaal van bevindingen “drone, Macbook en aankoopbewijs”, met bijlagen, van verbalisant [verbalisant] [67] ;
- het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen (inzake HP-laptop), van verbalisant [verbalisant] [68] ;
- de door verdachte ter terechtzitting van 18 december 2018 afgelegde verklaring.
De rechtbank stelt in dit verband vast dat de bovenstaande uitgaven van verdachte niet in verhouding staan tot de legale inkomsten en vaste lasten die hij volgens de belasting- en bankgegevens zou genieten. Dat geldt evenzo voor het in de woning van verdachte aangetroffen geldbedrag van € 2.925,00. Verdachtes bankrekening werd tevens gevoed met veel contante stortingen. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat sprake is geweest van het meermalen witwassen als bedoeld in artikel 420bis, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op 7 maart 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen , meermalen,, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, te weten:
- 2 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (naar ‘France’) , en
- 4,9 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (naar ‘Switzerland’), en
- 11,5 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid
van een materiaal bevattende MDMA (naar ‘United States of America’), en
- 15 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van
een materiaal bevattende MDMA (naar ‘Romania’),
zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij in de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 april 2018 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt, te weten:
- 5 gram van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en
- 100 pillen bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC),
zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
en
een of meerdere zendingen met telkens een of meerdere onbekend gebleven hoeveelhe)den van een materiaal bevattende MDMA en/of MD(M)A (XTC) en/of amfetamine en/of cocaïne en/of LSD, zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op 9 april 2018 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen , opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 445,4 gram van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, en
- 450 gram van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), en
- 18,5 gram van een materiaal bevattende cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, en
- 8 zegels bevattende LSD, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende LSD, en
- 476 pillen bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MD(M)A (XTC),
zijnde voornoemd(e) middel(en) (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op 9 april 2018 te Amsterdam, wapens en munitie als bedoeld in de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad, immers heeft hij, verdachte, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, Categorie III onder 1 van die wet, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool, van het merk Tanfoglio, kaliber 9mm,
en
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, Categorie III, te weten 12, althans één of meerdere, kogelpatro(o)n(en) , kaliber 9 mm,
en
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, Categorie 1 onder 3 van die wet, te weten een ploertendoder,
voorhanden gehad;
5.
hij in de periode van 1 juli 2017 tot en met 9 april 2018 te Amsterdam , althans in Nederland, , zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij, verdachte,
van enig geldbedrag van (ongeveer) (in totaal) 24.540,85 Euro (16.557,20 Euro + 7.983,65 Euro) de werkelijke aard en de herkomst verborgen en verhuld en dit geldbedrag en
voorhanden gehad en overgedragen en omgezet en van dit geldbedrag gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte ) wist, dat dit onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 57, 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr), artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 5
het misdrijf:witwassen, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit om aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest op te leggen.
De verdediging heeft daartoe onder meer aangevoerd dat verdachte de verantwoordelijkheid heeft genomen voor de door hem gepleegde strafbare feiten en na zijn invrijheidstelling aan het werk kan gaan in het bedrijf van zijn oom.
Volgens de verdediging is voorts sprake van een onherstelbaar vormverzuim ex artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering op grond van het door de politie op de dag van aanhouding van verdachte online gezette politiebericht, hetgeen schending van artikel 6, lid 2 van het EVRM oplevert en ingeval van een strafoplegging tot strafvermindering dient te leiden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
De rechtbank verwerpt het beroep van de raadsman op artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van geleden nadeel door verdachte naar aanleiding van het online geplaatste persbericht. Verdachte wordt in het bericht niet met naam genoemd en voorts is uit de inhoud van het persbericht niet te herleiden dat het om verdachte gaat. De rechtbank ziet aldus geen redenen gevolgen aan het gevoerde verweer te verbinden voor wat betreft de strafmaat.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier (waaronder de omtrent verdachte uitgebrachte reclasseringsrapportage) en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan handel in verdovende middelen. Hierbij betrof het voornamelijk een breed scala aan XTC-pillen en LSD. Verdachte heeft de handel professioneel opgezet door gebruik te maken van anonieme, wereldwijde marktplaatsen op het darkweb, zoals Hansa Market, Dream Market en Valhalla, op welke marktplaatsen diverse verboden goederen te koop werden aangeboden. Verdachte opereerde onder verschillende schuilnamen zoals [alias 1] en [alias 2] . Op die manier kon verdachte zich anoniem op internet begeven en anoniem verdovende middelen te koop aanbieden en vervolgens verhandelen. Verdachte heeft door middel van die netwerken geruime tijd een aanzienlijke hoeveelheid afnemers uit uiteenlopende landen op een planmatige wijze bediend. Aldus heeft verdachte die verdovende middelen naar diverse landen uitgevoerd.
Verdachte heeft met zijn gedragingen zijn eigen gewin boven de veiligheid van de afnemers van de drugs gesteld en die afnemers willens en wetens bloot gesteld aan zeer ernstige gezondheidsrisico’s. Het is immers algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs als XTC-pillen, waarin MDMA de werkzame stof is, een onaanvaardbaar gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De (psychische) gezondheid van gebruikers kan al op heel korte termijn schade worden toegebracht en op langere termijn kan de (lichamelijke en psychische) gezondheid en het welzijn van gebruikers nog veel verder worden geschaad, waarbij langdurende begeleiding en behandeling nodig kan zijn om de verslavende werking van sommige drugs te overwinnen, als dat al lukt. Bovendien ondervindt de samenleving ernstige overlast ten gevolge van de handel in harddrugs. Het gebruik van harddrugs genereert immers op haar beurt strafbare feiten met alle nadelige maatschappelijke gevolgen van dien.
Naast voornoemde handel in verdovende middelen heeft de verdachte een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs voorhanden gehad.
Verdachte heeft ook een (vuur)wapen en munitie voorhanden gehad. Het (ongecontroleerde) bezit hiervan is in strijd met de wet en leidt tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Tevens levert het voorhanden hebben van dergelijke wapens en munitie een onaanvaardbaar risico op voor de veiligheid van personen en goederen.
Ten slotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen, van de door de drugshandel verdiende opbrengsten. Door het witwassen van crimineel vermogen wordt de onderliggende criminaliteit gefaciliteerd. Het vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de integriteit van het financiële handelsverkeer. Ook worden op deze manier inkomens en vermogens onttrokken aan het zicht van de belastingdienst.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
De rechtbank houdt ten voordele van verdachte rekening met het beperkte strafblad van verdachte en de omstandigheid dat ter zake van feit 2 een kortere pleegperiode bewezen is verklaard dan door de officier van justitie ten laste was gelegd. Desondanks acht de rechtbank, gezien de ernst van de feiten, oplegging van een langdurige, geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk. De rechtbank betrekt in haar afwegingen dat sprake is geweest van handel in drugs in georganiseerd verband, alsmede dat verdachte geen volledige openheid van zaken heeft gegeven.
De rechtbank acht, alles afwegende, in dit geval een gevangenisstraf voor de tijd van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst d.d. 18 december 2018 vermelde voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 9, 13, 16, 22, 26, 31, 32, 36, 44 tot en met 46 moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen die aan verdachte toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de strafbare feiten zijn verkregen dan wel het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst d.d. 18 december 2018 vermelde voorwerpen onder de nummers 24, 25, 27 tot en met 29, 39 en 40 tot en met 43 vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan verdachte toebehorende op de beslaglijst d.d. 18 december 2018 vermelde voorwerpen onder de nummers 10, 12, 15, 17 tot en met 20, 23, 37 en 38, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 33, 33a, 36b en 36c Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het 1, 2, 3, 4, en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 het misdrijf:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2 het misdrijf:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3 het misdrijf:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 4 het misdrijf:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
en
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 5 het misdrijf:witwassen, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst d.d. 18 december 2018 genoemde voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 9, 13, 16, 22, 26, 31, 32, 36, 44 tot en met 46;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst d.d. 18 december 2018 genoemde voorwerpen onder de nummers 24, 25, 27 tot en met 29, 39 en 40 tot en met 43;
- gelast de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst d. 18 december 2018 genoemde voorwerpen onder de nummers 10, 12, 15, 17 tot en met 20, 23, 37 en 38;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. J.W.M. Bunt en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2019.
De voorzitter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie, Landelijke Eenheid, Landelijke Recherche met nummer 26Grimes/LEREA17011. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.ZD01 pagina 71
3.ZD01 pagina 104, 236
4.ZD01 pagina 106, 134
5.ZD01 pagina 888 tot en met 892
6.ZD01 pagina 328 tot en met 344
7.ZD01 pagina 349 en 350
8.ZD01 pagina 352 tot en met 378
9.ZD01 pagina 384 en 385
10.ZD01 pagina 381
11.ZD01 pagina 665
12.ZD01 pagina 207 en 208
13.ZD01 pagina 208, 213
14.ZD01 pagina 209, 214
15.ZD01 pagina 209, 217
16.ZD01 pagina 434 tot en met 437
17.ZD01 pagina 461
18.ZD01 pagina 402 tot en met 405 en 407 tot en met 409
19.ZD01 pagina 412, 415
20.ZD01 pagina 412, 415
21.ZD01 pagina 413, 415
22.ZD01 pagina 413 tot en met 415
23.ZD01 pagina 513 tot en met 525
24.ZD01 pagina 531 en 532
25.ZD01 pagina 894 tot en met 900
26.ZD01 pagina 506 tot en met 508
27.ZD01 pagina 537 tot en met 543
28.ZD01 pagina 534 en 535
29.ZD03 pagina 136 en 137
30.ZD03 pagina 115 tot en met 119
31.ZD03 pagina 121 tot en met 127
32.ZD03 pagina 129 tot en met 132
33.ZD01 pagina 575
34.ZD01 pagina 574
35.ZD01 pagina 579
36.ZD01 pagina 594
37.ZD01 pagina 596
38.ZD01 pagina 591
39.ZD01 pagina 595
40.ZD01 pagina 725 tot en met 728
41.ZD01 pagina 483 tot en met 490 en 492 tot en met 504
42.ZD01 pagina 598 en 599
43.ZD01 pagina 601 tot en met 624
44.ZD01 pagina 796
45.ZD01 pagina 705 tot en met 724
46.ZD01 pagina 699 tot en met 703
47.ZD01 pagina 629 tot en met 656
48.Het in wettelijk vorm opgemaakte proces-verbaal onderzoek stuk van overtuiging met nummer PL2600-2017015310-13 opgemaakt door P.H. Kool op 14 mei 2018 en een geschrift, te weten een rapport dactyloscopisch onderzoek d.d. 4 augustus 2018
49.ZD01 pagina 725 tot en met 728
50.ZD01 pagina 787 tot en met 791
51.ZD01 pagina 796
52.ZD01 pagina 730 tot en met 785
53.ZD01 pagina 111, 224, 225
54.ZD01 pagina 318
55.ZD01 pagina 270 tot en met 277,
56.ZD01 pagina 210, 311 en 312
57.ZD01 pagina 299 tot en met 310
58.ZD01 pagina 886
59.ZD01 pagina 886
60.ZD03 pagina 115 tot en met 119
61.ZD03 pagina 121 tot en met 127
62.ZD03 pagina 129 tot en met 132
63.ZD03 pagina 136 en 137
64.ZD03 pagina 115 tot en met 119
65.ZD01 pagina 573 en 574
66.ZD01 pagina 575
67.ZD01 pagina 577 tot en met 581
68.ZD01 pagina 594 tot en met 596